Het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap heeft onvoldoende informatie over de gevolgen van de bezuinigingen op cultuur om voor de zomer van 2015 het debat over de nieuwe vierjarige Basisinfrastructuur (2017-2020) te kunnen voeren. Dat constateert de Algemene Rekenkamer op 12 februari in de publicatie Bezuiniging op cultuur – Realisatie en effect.

Komend voorjaar formuleert minister Bussemaker de uitgangspunten voor de nieuwe subsidieperiode. In oktober wordt de nieuwe subsidieregeling voor de BIS vastgesteld, terwijl dan alleen informatie beschikbaar is over de gevolgen van de bezuinigingen in 2013 (het eerste jaar van de huidige BIS). De gegevens over 2014 worden namelijk pas in het najaar van 2015 bekendgemaakt in de publicatie Cultuur in beeld 2015

Bovendien verzamelt minister Bussemaker geen informatie over de instellingen die sinds 2013 geen rijkssubsidie meer ontvangen, meldt de Rekenkamer. Hierdoor is onduidelijk of, en zo ja hoe deze instellingen het wegvallen van de rijkssubsidie hebben opgevangen. Over de instellingen die nog wel subsidie van het Rijk ontvangen, is de informatie over de ontwikkelingen in de eigen inkomsten niet gedetailleerd genoeg om inzicht te krijgen in hoe zij de teruggang in rijkssubsidie met eigen inkomsten hebben gecompenseerd. 

De Rekenkamer adviseert de minister ervoor te zorgen dat alle relevante informatie over deze recente ontwikkelingen bij het debat over de nieuwe BIS beschikbaar is. Dit kan worden gerealiseerd door de interne gegevensbank van het Ministerie van OCW als open data beschikbaar te maken. In een reactie laten de ministers van OCW en Financiën echter weten dat dit niet mogelijk is, omdat het eigenaarschap deels bij andere overheden ligt.

Ook is het volgens de ministers niet mogelijk om Cultuur in beeld 2015 eerder te publiceren, omdat dit de betrouwbaarheid van de informatie in de weg zou zitten. Volgens de Rekenkamer zou minister Bussemaker echter wel het tijdpad richting de nieuwe subsidieperiode kunnen aanpassen, of op kortere termijn een aparte rapportage kunnen maken met trends die specifiek betrekking hebben op de gevolgen van de bezuinigingen voor het rijksgesubsidieerde deel van de cultuursector in 2014.

Foto: Algemene Rekenkamer, Den Haag