De Belgische regisseur, dramaturg en docent Pol Dehert is afgelopen weekend op 72-jarige leeftijd plots overleden. Dehert was onder andere artistiek leider van ARCA in Gent en De Voorziening in Groningen, voordat hij opleidingshoofd werd van de afdeling Drama van het gerenommeerde Brusselse opleidingsinstituut RITCS.

Dehert studeerde zelf in 1974 af aan het RITCS (toen nog RITs), een opleiding die volgens hem in die tijd niet veel had voorgesteld. Hij ging na zijn afstuderen op zoek naar meer theoretische verdieping bij opleidingen in Straatsburg en Londen, en liep in Oost-Berlijn stage bij onder meer het Deutsches Theater met Mathias Langhoff en de Volksbühne met Peter Palitzsch.

Na enkele bekroonde kunstfilms in Parijs (een triptiek over Art Nouveau, Fernand Knopf, Symbolisten en Decadenten) en voorstellingen bij de Toneelraad Rotterdam en FACT, in samenwerking met onder meer Gerardjan Rijnders en Karst Woudstra, regisseerde hij in 1980 zijn eerste voorstelling (De training van de kampioen voor de koers) bij ARCA in Gent. In 1982 nam hij samen met acteur Herman Gillis de artistiek leiding van het gezelschap op zich. Gillis werd regisseur-acteur en Dehert meer regisseur-dramaturg. Om zich heen verzamelden ze een ensemble van acteurs met onder anderen Bert Van Tichelen, Marc Steemans, Mark Verstraete, Carmen Jonckheere, Netty Vangheel en Jappe Claes.

In 1986 namen Dehert en Gillis samen de artistieke leiding over van De Voorziening, de voorloper van het huidige Noord Nederlands Toneel in Groningen. Ze werden daarmee een belangrijk onderdeel van de zogenoemde Vlaamse golf. Gillis haakte na twee jaar af, Dehert bleef tot 1990 in Groningen. Toen ging hij regisseren bij Theater teater in zijn geboorteplaats Mechelen.

Daarna koos hij voor de pedagogie en werd in 1995 opleidingshoofd en voltijds docent aan de theaterafdeling van het RITCS. Op de site van de opleiding beschrijft vriend en collega Karel Vanhaesebrouck hoe Dehert als ’tedere anarchist’ vele generaties spelers en regisseurs begeleidde en op die manier zijn stempel drukte op het Vlaamse podiumkunstenlandschap.

Het artistieke onderzoek werd op de opleiding een belangrijke pijler, met onder meer projecten over het komische en het populaire, performance, outsiderkunst en subversiviteit. In 2016 rondde hij een doctoraat in de kunsten af met ‘Baroque Bodies’, een collectief project op de grens van kunstpraktijk, onderzoek en pedagogie, met als uitgangspunt leven en werk van zijn levenslange fascinatie John Wilmot, Second Earl of Rochester. Dat onderzoek resulteerde niet alleen in festivals in de Beursschouwburg en de Brakke Grond, maar vond ook zijn neerslag in het boek  The World of a/the Monkey. Een anatomie van de barokke theatraliteit. 

Ook na zijn pensioen bleef Dehert als gastdocent aan de theateropleiding van het RITCS lesgeven en tot aan zijn dood werkte hij onder meer aan een uitgebreide studie over de opkomst en ondergang van het populaire, met als voorlopige werktitel  What remains.

‘Door zijn tomeloze energie, zijn grenzeloze eruditie en zijn tegendraadse, avontuurlijke geest’ was Dehert volgens Vanhaesebrouck een cruciale inspiratiebron voor een lange lijst kunstenaars en denkers.

Foto: Luc Peeters, Keoon-Antwerpen