Theatermaker, choreograaf, schrijver en docent Carla van Driel is 13 februari op 61-jarige leeftijd overleden. Als vaste regisseur van Jeugdtheater Hofplein heeft ze talloze jongeren kennis laten maken met opera en dans. 

Na opleidingen aan het Koninklijk Instituut voor Ballet in Vlaanderen en de Rotterdamse Dansacademie was Van Driel (1959) actief als freelance danseres en choreograaf en opende ze een eigen balletschool in Henrik Ido Ambacht. Daarnaast recenseerde ze voor het Rotterdams Dagblad en de Haagsche Courant.

In 1987 werd Van Driel docent bij het nog piepjonge Jeugdtheater Hofplein. Met oprichters Louis en Christine Lemaire, kostuumontwerpster Marian Hoefnagels, componist Ton Scherpenzeel en schrijver Bruun Kuijt formuleerde ze daar het streven van het jeugdtheater: het maken van laagdrempelige voorstellingen, voor en door kinderen en jongeren, met hoge artistieke kwaliteit.

Weinigen konden voorzien dat er opera-zingende tieners op het toneel zouden staan, maar dat was precies wat Van Driel voor ogen had: opera toegankelijk maken voor jongeren en hen aanmoedigen om uit hun comfort-zone te stappen. In 1996 bewerkte ze Die Zauberflöte tot De Droom van Mozart en kreeg ze jongens met hanenkammen zover om vijfstemmig Mozart te zingen. Om vervolgens van ouders te horen dat Mozarts Requiem thuis werd grijsgedraaid.

De Droom van Mozart was het begin van een operatraditie die twintig jaar zou duren. Onder leiding van Van Driel leerde volgende generaties opera waarderen in klassiekers als Turandot (1998 en 2008), Carmen (2002 en 2010), Aida (2004) en Don Giovanni (2007) en nieuwe bewerkingen als Jungle Boek (2012) en Aladdin (2013). Het niveau groeide gestaag en een vaste kern van opera-Hofpleiners begon zich te vormen. Voor velen was het een eerste stap naar een professionele carrière.

Met de uitbreiding naar kleinere zalen in de Pieter de Hoochweg vond Van Driel een nieuwe uitdaging: het maken van intiemere dansvoorstellingen met een kleinere groep. Ook hier werd geen klassieker gemeden. In De Notenkraker (2005), Le Sacre du Printemps (2007) en Het Zwanenmeer (2007) liet Van Driel haar dansers kennismaken met dansrepertoire en gaven ze er een nieuwe draai aan. Menig danser zou ze niet loslaten (of zij haar niet) en nam ze mee in voorstellingen als Over Soul en Liefde (2009), een ode aan de muziek van James Brown, of de professionele voorstelling Mozart Beweegt (2012), waarin ze terugging naar de componist waar het allemaal mee begon.

In de vele getuigenissen van oud-leerlingen komt steeds een zin terug: Carla zag mij. Ze zag waar haar leerlingen mee worstelden en wat ze in huis hadden, ook al wisten ze dat zelf nog niet. Op de protesten van onzekere pubers volgde het gevleugelde ‘Niet zeggen dat je het niet kan, je kan het nog niet’. Met die strenge maar bemoedigende woorden heeft Carla het vuurtje aangewakkerd in generaties acteurs, dansers, operazangers, musicalsterren, dramaturgen, docenten, componisten, vormgevers, technici en theatermakers die het Nederlandse theaterveld rijk is.

Maar bovenal geloofde ze in de filosofie die in drie decennia Jeugdtheater Hofplein onveranderd is gebleven: een iets mooiere wereld maken waarin de verpleegkundigen ook kunnen dansen en de loodgieters een aria kunnen zingen. Velen van hen kwamen – met of zonder kinderen – regelmatig terug naar haar theater: nog even ‘de nieuwe van Carla’ zien. En daarna herinneringen ophalen in de foyer.