De Tweede Kamer moet met Prinsjesdag de 10 miljoen die incidenteel in 2016 zijn ingezet, structureel maken voor de periode 2017-2020 en een deel ervan inzetten ten behoeve van het brede middenveld. Dat stelt de Nederlandse Associatie voor Podiumkunsten (NAPK) in een persbericht als reactie op de subsidiebesluiten van het Fonds Podiumkunsten. Op de lange termijn wil het NAPK dat ‘ministerie, politiek, Raad voor Cultuur, Fonds Podiumkunsten, gemeenten en het veld gaan kijken naar een nieuwe structuur die beter recht doet aan dat wat de Nederlandse podiumkunsten vermogen.’

De subsidieadviezen van het Fonds Podiumkunsten maken volgens de associatie duidelijk ‘dat het huidige bestel geen goede borging biedt aan een ervaren middenveld dat in continuïteit opereert en een relevante schakelpositie tussen BIS en `nieuwe’ podiumkunstproducenten inneemt’. Aan de kwaliteit van de aanvragen ligt het volgens het NAPK niet. Ze kregen vrijwel allemaal een positief subsidieadvies maar worden niet gehonoreerd vanwege ontoereikend budget.

Verder heeft het NAPK gemengde gevoelens bij de prioriteit die het Fonds Podiumkunsten aan pluriformiteit geeft, ten opzichte van verhoging van de normbedragen. Hierdoor komen minder instellingen onder de zaaglijn, maar het is niet bevorderlijk voor goed werkgeverschap en arbeidsvoorwaarden. ‘De werkgevers die nu subsidie toegekend hebben gekregen, zullen in veel gevallen ook (weer) zeer scherpe keuzes moeten maken, wat een gezond werkklimaat in dit deel van de sector niet bevordert. Dat is schadelijk voor de professionaliteit van de podiumkunstensector. De SER en de Raad voor Cultuur hebben eerder dit jaar in een rapport hierover grote zorgen geuit.’