Festival SPRING is afgelast. Voor de mei-editie van Theatermaker sprak Moos van den Broek festivaldirecteur Rainer Hofmann. Zij spraken elkaar vorige week, vóór de afgelasting. Dat artikel is nu door de feiten ingehaald. We publiceren het nu hier, om een beeld te geven van de hectische periode vorige week die ook voor veel andere instellingen herkenbaar zal zijn. Daarna geeft Hofmann een update naar aanleiding van de nieuwe situatie.

Het is 19 maart 2020. Alle medewerkers van het SPRING Performing Arts Festival zijn thuis aan het werk. Vooralsnog gaat het festival door, maar dat kan elk moment veranderen en is afhankelijk van de richtlijnen. De realiteit van het moment is hectisch. Meestal worden vliegtickets vroeg geboekt om kosten te sparen, nu wordt het zo lang mogelijk vooruitgeschoven. Liever geen onnodige kosten maken! Continu leeft de vraag welke onderdelen van de publiciteitscampagne uitgesteld kunnen worden. Maar de brochures van SPRING zijn al geprint en liggen op kantoor. Wanneer het festival doorgaat, zal het een korte en intensieve campagne hebben.

‘Er is volop humor binnen het team’, aldus een montere Rainer Hofmann, die momenteel al zijn vergadering organiseert via Zoom. Hij heeft net een gesprek achter de rug met de HKU master scenografie. Of er genoeg studenten zijn om het festivalhart te ontwerpen is onduidelijk. Een deel van de internationale studentengroep is naar huis. Maar half maart zijn er nog geen voorstellingen afgelast. Wel heeft Dood Paard de première van het locatieproject HONGER uitgesteld. Wat dat betekent voor hun voorstellingen in Utrecht is nog niet bekend.

Theatertreffen in Berlijn heeft al laten weten het festival dit jaar af te gelasten. Wiener Festwochen heeft nog niet besloten en ook de doorgang van Kunstenfestivaldesarts en Operadagen Rotterdam is nog niet duidelijk op dit moment. Er is druk verkeer onder de internationale festivals. Ze delen tournees van internationale gezelschappen en moeten afstemmen wat wel en niet mogelijk is. Hofmann: ‘Mogen kunstenaars reizen of zit het vervoer op slot in hun land? Worden visa teruggetrokken? We zijn de situatie met elkaar in kaart aan het brengen. Haken festivals af dan heeft dat ook consequenties voor een tournee. Oplossingen, zoals het uitstellen van tournees, moeten samen bedacht worden. Dat vraagt veel overleg. Er ligt plots een heel ander accent in het werk.’

Binnen het aanbod in het festival zijn er maar een of twee gezelschappen structureel ondersteund, alle andere worden op projectbasis gesubsidieerd. Ook het festival zelf moet op zijn tellen passen. Als het niet doorgaat, komt het zijn subsidie-eisen niet na. Hofmann: ‘Ik ga ervan uit dat de Nederlandse overheid coulant is, maar we hebben ook bijdragen van particuliere fondsen. Er lopen zelfs nog drie aanvragen. Wie ondersteunt nu een festival waarvan je niet zeker weet of het doorgaat?’

Ondertussen kan Hofmann extra kosten niet zomaar verhalen op de programmering. Het festival wil zijn kunstenaars en freelancers graag betalen, maar zal zelf veel inkomsten mislopen, denk aan kaartverkoop en particuliere steun. Veel kosten zijn al gemaakt en contracten zijn getekend. Hofmann: ‘Wat je ziet is hoe kwetsbaar onze sector is met het grote aantal freelancers, en hoe afhankelijk wij zijn van particuliere fondsen. Veel festivals zijn in 2013 door die fondsen gered na de overheidsbezuinigingen, dat werkt nog steeds door. Op overheidssteun kun je leunen, dat geldt evenwel niet voor bijdragen van particuliere fondsen. Hun steun is belangrijk, maar is niet structureel. Wij zijn een festival dat jaarlijks ongeveer vijftien aanvragen indient, terwijl een partnerfestivals als het Zürcher Theater Spektakel er misschien drie doet. Natuurlijk, hun publieksinkomsten zijn omvangrijker en het vindt plaats op een groot terrein, maar toch. Het geeft te denken.’

De laatste jaren is Hofmann zijn festival aan het uitbreiden. Naast de voorjaarseditie is er nu ook de bescheiden najaarseditie in samenwerking met de Stadsschouwburg Utrecht: SPRING in Autumn. Er wordt nu voor de zekerheid onderzocht of de najaarseditie uitgebreid kan worden, maar het is nog niet duidelijk of er podia beschikbaar zijn in Utrecht. Ook dat wordt momenteel in kaart gebracht. ‘Voor onze coproducties is het fijn als zij alsnog in het najaar hun Nederlandse première kunnen hebben in Utrecht in plaats van volgend voorjaar.’

Hofmann: ‘Met SPRING in Autumn hebben we de ambitie om het publiek van SPRING en de Stadsschouwburg meer samen te brengen. We programmeren de najaarseditie ook samen. Dat is een interessante uitwisseling, niet alleen artistiek maar ook productioneel. Stadsschouwburg Utrecht werkt heel anders dan wij. Er staan vierhonderd producties per jaar, terwijl ons festival zich beperkt tot twintig.’

‘In de eerste editie van SPRING in Autumn in 2017 konden we zien dat de helft van de tickets tijdens de najaarseditie door nieuwe bezoekers werd gekocht, dat is interessant. Het is een langetermijntraject. Hoe het uiteindelijk doorwerkt, weten we nog niet. Komen onze bezoekers ook naar de reguliere seizoensprogrammering van de Stadschouwburg en andersom? In elk geval proberen we de nieuwsgierigheid te prikkelen bij de bezoeker. Voor een schouwburg is het ook een risico, er ligt veel druk op de inkomsten. Maar we hebben goede ervaringen met makers als Milo Rau en Nicole Beutler, wier voorstellingen bij SPRING stonden en later in de grote zaal van de Stadsschouwburg.’

In de samenwerking merkt Hofmann dat theaters ver vooruit boeken, ook een theater als Kikker. Er is niet veel ruimte om te schuiven. Dat zal ook effect hebben op voorstellingen die momenteel niet worden afgemaakt of tournees die worden afgebroken. Het hele seizoen is al volgeboekt. Hofmann: ‘Het is een systeem, iedereen moet zijn data prikken om subsidie te ontvangen. Je kunt je er niet gemakkelijk aan onttrekken en je kunt ook niet goed op situaties reageren. In Duitsland plannen de meeste stadtheaters hun agenda daarom slechts enkele maanden vooruit. Dat geeft meer flexibiliteit om op de actualiteit te kunnen reageren.’

Meer ‘SPRING- programmering’ in Stadsschouwburg Utrecht, roept dat geen vragen op over de noodzaak van het festival zelf? Hofmann: ‘Wij hebben een belangrijke functie in het introduceren van nieuwe namen en er zijn altijd nieuwe ontwikkelingen waar we de aandacht op vestigen. En een festivalpubliek is meestal avontuurlijker.’

Inhoudelijk ziet Hofmann twee nieuwe bewegingen in het internationale veld. Een richting laat steeds meer vormen van documentair theater zien zoals in het werk van Milo Rau en de Braziliaanse Christiane Jatahy bijvoorbeeld, die met haar openingsvoorstelling The Lingering Now persoonlijke verhalen van vluchtelingen koppelt aan de Odyssee van Homerus.

‘En wat ik ook zie is dat veel kunstenaars reflecteren op de nieuwe technologieën. Neem Francesca Lazzeri, in haar nieuwe voorstelling My shadow used to have a density onderzoekt ze onze relatie met de smartphone. Of Genevieve Murphy, die in I don’t want to be an individual all on my own vragen stelt over empathie op afstand in tijden van social media. Meer en meer jonge kunstenaars houden zich met die materie bezig.’

Artistieke ontwikkelingen zijn ook cultuurgebonden. Hofmann ziet hoe in sommige landen de heftigheid van de politiek haar weerslag vindt in voorstellingen. ‘Hoe nationalistischer een land is, hoe heftiger de kunst. Ik kom net terug uit Brazilië. De dagelijkse realiteit van racisme, nationalisme en het politiegeweld tegen minderheden roept een enorme agressie op in voorstellingen. Men is hard ten aanzien van het eigen lichaam en het geluid in voorstellingen is over the top.’

Hofmann ervaart een duidelijke urgentie in het Braziliaanse werk. In een liberale democratie zoals de onze is die urgentie veel diffuser. ‘Wij leven in een puddingmaatschappij. Neil Postman schreef er al in de jaren tachtig een aardig boek over: We amuse ourselves to death. Soft powers zijn veel moeilijker te vatten. Er is geen duidelijke vijand. Wie wat bepaalt is niet duidelijk, economie en politiek zijn met elkaar verweven.’

Sommige regelmatig terugkerende makers in het festival weten de complexiteit van de soft powers goed te vertalen in hun werk. Denk aan de nepbouwplaats Sic transit gloria mundi die Dries Verhoeven twee jaar geleden creëerde op de Neude, een interventie die hij compleet aankleedde met expositie en merchandising van het fictieve standbeeld dat geplaatst ging worden. En ook Julian Hetzel weet de doorgeslagen neoliberale Westerse cultuur goed op de hak te nemen. In Schuldfabrik speelt hij met ons gevoel van schuld, terwijl een zeepje gefabriceerd wordt van overtollig vet. In All Inclusive zet hij de ‘toeschouwer’ voortdurend op het verkeerde been in het kijken naar en beleven van kunst.

Een maker als Florentina Holzinger weet de soft powers vanuit een feministische blik goed naar haar hand te zetten en integreert spectaculaire en historisch beproefde concepten van entertainment. Hofmann: ‘Voor mij zijn dit de drie belangrijkste kunstenaars binnen het Nederlandse circuit. Ze beschrijven een maatschappij op de grens van neoliberalisme, populisme en politieke correctheid. Met spitsvondige eenvoud onderzoeken ze een alternatieve positie zonder te simplificeren en vinden vormen die zeer onderhoudend zijn. Ze gaan voorbij aan het zure commentaar.’

Hofmann: ‘Wat me ook bezighoudt is de slogan Cultuur is voor iedereen, die ik nu overal terug zie. Natuurlijk is cultuur voor iedereen. Maar in de gedachte schuilt ook een gevaar, het is een simplificatie. Kunst mag niet te elitair zijn of ingewikkeld. Maar het is een illusie te denken dat alles voor iedereen kan zijn, dan kom je uit bij voetbal. Marc von Henning uit Hamburg heeft een installatie ontwikkeld die mooi inspeelt op dit gegeven. This is for everyone staat in de nieuwe bibliotheek op de Neude, in het voormalig postkantoor. Die installatie maakt duidelijk dat een samenleving uit individuen bestaat en niet een anonieme massa is. Aan welke waarden verbinden we ons? Kunnen we individuen zijn en toch op gezamenlijke grond staan? Het is een vraag die me bezig houdt.’

SPRING Performing Arts produceert het werk van relatief jonge makers in Nederland, behalve van bijvoorbeeld Julian Hetzel ook van Samira Elagoz. Het is bovendien coproducent van een reeks internationaal opererende kunstenaars die zonder die internationale steun geen producties kunnen maken. ‘Het coproducentschap maakt dingen mogelijk. Het is tevens een keurmerk. Samen met collega-festivals kunnen we nieuwe namen introduceren in het veld. Marlene Freitas is een goed voorbeeld. Zij vond geen steun in haar eigen land maar had meer dan vijftien internationale coproducenten. Door te coproduceren creëren we kansen.’

‘Maar ook voor makers als Florentina Holzinger is het coproducentschap belangrijk. Het is een commitment, je weet dat je twintig keer kunt spelen. Voor makers als Florentina is het heel moeilijk om in Nederland subsidie te vinden, vanwege de beperkte speelbeurten. Al komt er veel meer budget uit Oostenrijk, wij moeten haar hier wel vasthouden. Makers als zij breken het veld open. Ik ben blij dat er op dit vlak in Nederland steeds meer wordt samengewerkt. Misschien kan dat nog meer na de coronacrisis.’

In een telefoongesprek op 28 maart noemt Hofmann het afgelasten van SPRING ‘het meest vervelende moment van mijn theaterloopbaan.’ Hij was op 23 maart met zijn Raad van Toezicht aan het vergaderen toen de persconferentie plaatsvond waarin het verbod op alle evenementen werd aangekondigd. ‘De volgende dag moest ik de medewerkers toespreken en de meesten ook direct laten gaan. Dan zit je in een Zoom-gesprek tegen 25 trieste gezichten aan te kijken. Het was een heel erg moment, maar het is ook goed dat er helderheid is.’

‘We proberen zo veel mogelijk voorstellingen uit te stellen, hetzij tot Spring in Autumn in september, hetzij tot de editie van volgend jaar. We willen in ieder geval voor Spring in Autumn alle medewerkers terughalen die we nu niet kunnen betalen. De programmering is enorm puzzelen, want de podia zijn al volgeboekt. Le Guess Who en Guadeamus willen graag samenwerken en Kikker en de Stadsschouwburg proberen een paar dagen vrij te maken. Zo proberen we de schade te beperken. Gelukkig is er een breed besef dat we moeten samenwerken om hieruit te komen.’