De Raad voor Cultuur heeft vrijdag 13 juli het door staatssecretaris voor cultuur Zijlstra gevraagde aanvullende advies op Slagen in cultuur – Culturele basisinfrastructuur 2013-2016 uitgebracht. Daarin gaat de Raad onder andere in op bezwaarschriften die door een aantal podiumkunsteninstellingen werden ingediend.

De Raad voor Cultuur ziet in de reactie van het Ro Theater, Tryater, Kwatta en Het Zuidelijk Toneel, dat naar voren bracht dat de Raad zich in zijn beoordeling van de Theaterspektakels te veel heeft laten leiden door de zogenoemde ‘peer-achtergrond’, geen aanleiding om het eerder uitgebracht subsidieadvies bij te stellen.

Ook het bezwaar van het Nationale Toneel tegen afwijzing van de aanvraag voor NTJong, de voortzetting van Stella Den Haag, werd niet overgenomen. De Raad is van mening dat hij de concrete uitwerking van het beleid van NTJong niet kan beoordelen, zolang de naam van de persoon die de artistieke leiding op zich gaat nemen niet bekend is.

De Raad voor Cultuur erkent dat De Toneelmakerij wordt getroffen door een grote reductie van de rijkssubsidie. Hij vindt ook dat de instelling een bijzondere positie inneemt: zij is ontstaan uit een fusie van twee jeugdtheaterinstellingen en heeft daarmee gehoor gegeven aan de aanbeveling van de Raad om in Amsterdam een groot jeugdtheatergezelschap te laten ontstaan. Doordat de door de Raad geadviseerde differentiëring in het jeugdtheaterbestel niet in de subsidieregeling is overgenomen, wordt de instelling met circa 69 procent gekort. Maar de Raad was bij de beoordeling gebonden aan de subsidieregeling en de hoogte van de normbedragen die daarin zijn vastgesteld. Niettemin benadrukt de Raad het belang van het bestaan van jeugdtheatergezelschappen met een groter volume. Hij is daarom van mening dat er meer ruimte voor maatwerk nodig is in de subsidieregeling. Op basis van de uitgangspunten van het beleid kan de Raad zijn advies ten aanzien van De Toneelmakerij niet wijzigen.

Bij de dans handhaaft de Raad zijn advies over Danshuis Station Zuid, Introdans en het Internationaal Danstheater. Wat betreft Introdans vindt de Raad het niveau van de dansers hoog en heeft hij veel waardering voor het feit dat het de nadruk legt op investeren in jong Nederlands danstalent. Niettemin heeft de Raad op basis van het voorstellingsbezoek geconcludeerd dat het niveau bij de top van de Nederlandse dans in bepaalde opzichten hoger is. Ook ziet de Raad geen aanleiding om het subsidieadvies over Stichting Noord Nederlandse Dans bij te stellen.

Wat betreft Het Nationale Ballet is de Raad van mening dat de instelling een groter publiek, op grotere afstand van Amsterdam, kan en moet bereiken door meer reisvoorstellingen te spelen. De Raad waardeert het initiatief om met het initiatief Nxt meer in het land op te treden, maar de producties van Nxt worden gemaakt voor de vlakkevloertheaters, terwijl de Raad pleit voor een grotere landelijke spreiding van het voor Nederland unieke groot gemonteerde balletrepertoire.

Op het gebied van talentontwikkeling bij De Nederlandse Opera benadrukt de Raad opnieuw dat hij een intern opleidingstraject verwacht. De Raad adviseert om die reden de aanvraag te laten aanvullen met een uitgewerkt plan voor talentontwikkeling bij de instelling zelf en voor de coördinatie van talenontwikkeling in het land. De Raad ziet in de reactie van HNB en DNO geen aanleiding het subsidieadvies over Opera en Ballet Amsterdam bij te stellen. Evenmin zag hij zich genoodzaakt het subsidieadvies over Stichting Aurora Muziek en Opera bij te stellen.

De Raad adviseert de staatssecretaris om HGIS-middelen toe te kennen aan het Fonds Podiumkunsten. Als verdelingsgrondslag adviseert de Raad om middelen toe te kennen in dezelfde verhouding als de omvang van de budgetten die de verschillende fondsen op dit moment voor internationalisering inzetten. De Raad stelt voor om de HGIS-middelen voor cultuurfondsen toe te kennen voor een periode van twee jaar en daarna de inzet en verdeling van deze middelen opnieuw te bezien in het licht van een ambitieus, herijkt internationaal cultuurbeleid.