Kijk per regio naar mogelijke versoepelingen van de anderhalvemetermaatregel bij voorstellingen. Dat staat in een advies van de Raad voor Cultuur aan minister Van Engelshoven (OCW). Daarin stelt de Raad tevens dat het extra steunpakket voor de sector niet alleen naar gesubsidieerde instellingen moet gaan, maar juist ook naar de makers, freelancers en vrije producenten.

De raad wijst erop dat bij ons omringende landen, zoals Duitsland, Oostenrijk en vorige week ook België, de maatregelen voor samenkomsten in theaters al verzacht zijn. Zo konden de Salzburger Festspiele plaatsvinden met vollere zalen, door een schaakbordopstelling voor het publiek (stoelen om en om bezet), mondkapjes, identiteitscontroles en wekelijkse coronatests voor performers achter de schermen. De Raad ziet ‘geen reden waarom Nederland, met zijn goed uitgeruste kleine en grote zalen, hier zou achterblijven’.

Juist in regio’s waar het COVID-19-virus geen sterke verspreiding heeft, kan volgens de Raad geëxperimenteerd worden ‘met slimme versoepelingen in samenspraak met de veiligheidsregio’s’. Wanneer Nederlandse theaters weer vijftig tot zestig procent zaalbezetting mogen realiseren, kunnen ze net de kosten voor voorstellingen eruit halen. Met de huidige 25 tot 30 procent draaien ze nog forse verliezen.

Deze versoepelingen zouden volgens de Raad op zo kort mogelijke termijn gerealiseerd moeten worden. Daarnaast komt de Raad in november met uitgewerkte voorstellen voor de zogenoemde ‘Field Labs’, waarin geëxperimenteerd kan worden met nieuwe vormen en mogelijkheden om het publiek ‘op een veilige manier duurzaam van cultuur te laten genieten’. De minister maakte daar 5 miljoen euro voor vrij. Er wordt al veel geëxperimenteerd, maar de Raad wil dat de data beter gedeeld worden en meedenken over de nodige infrastructuur en betaalmodellen.

Daarnaast vraagt de Raad aandacht voor de groeiende kloof tussen gesubsidieerde en ongesubsidieerde cultuur. De Raad wil ‘dat het tweede steunpakket ten goede komt aan de gehele culturele sector, niet alleen de rijksgesubsidieerde instellingen maar ook het ongesubsidieerde deel van de sector en de vele freelancers.’ Voor die laatste groep pleit de raad ook voor meer inkomensveiligheid. De huidige generieke steunmaatregelen van het kabinet sluiten vaak niet aan bij hun specifieke werkpraktijk. De huidige Tozo (Tijdelijke overbruggingsregeling zelfstandig ondernemers) bijvoorbeeld vult inkomsten van freelancers slechts aan tot het sociaal minimum, terwijl hun vaste lasten doorlopen. Uit het veld klinkt de roep om bijverdiensten naast de Tozo mogelijk te maken, zodat freelancers in de tussentijd niet stil hoeven te zitten.

Foto: Het Nationale Theater, Bas de Brouwer