De Raad voor Cultuur overhandigt vanmiddag het adviesrapport Meedoen is de kunst, over voorzieningen voor actieve cultuurparticipatie aan minister Bussemaker van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en Arno Brok, burgemeester van Dordrecht en secretaris van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG). De raad stelt vijf aanbevelingen en vier toekomstperspectieven centraal, die als kompas kunnen dienen waarmee gemeenten hun culturele infrastructuur kunnen inrichten.

Het rapport is samengesteld op verzoek van de minister en de VNG. In het advies staan voorstellen voor een toekomstbestendig stelsel van voorzieningen voor actieve cultuurparticipatie. De raad constateert dat de kunstsector zich, als gevolg van de bezuinigingen bij gemeenten en provincies, in een overgangsfase bevindt waardoor kwaliteit en continuïteit onder druk staan.

De raad formuleert in zijn rapport een vijftal aanbevelingen die de Nederlandse gemeenten ter harte kunnen nemen. Allereerst wordt het belang genoemd van het voorzien in goede basisvoorzieningen: locatie, programma, promotie, vindbaarheid en toegankelijkheid. De raad adviseert deze vijf speerpunten terug te laten komen in het cultuurbeleid, zodat de toegankelijkheid, spreiding, kwaliteit en diversiteit van het cultuuraanbod blijven gewaarborgd.

Vervolgens benoemt de raad het belang om in het cultuurbeleid onderscheid te maken tussen behoeften en mogelijkheden voor jeugd, volwassenen en ouderen. Ook het stimuleren van experimenten wordt aanbevolen. Bovendien lijkt het de raad zinvol een ontwikkelingsperspectief voor vrije tijd te ontwikkelen, vergelijkbaar met leerlijnen in het cultuuronderwijs.

Ten slotte ziet de raad graag dat gemeenten een atlas voor actieve cultuurparticipatie samenstellen: een systematische verzameling van deelname- en activiteitengegevens op regionaal niveau. Volgens de raad zorgt een dergelijke atlas voor transparantie, omdat dit laat zien hoe de bovengenoemde basisvoorzieningen in gemeenten en regio’s vorm krijgen.

Behalve deze adviezen schetst de raad in zijn rapport vier toekomstperspectieven voor de culturele inrichting van gemeenten, waarbij hij vier mogelijke modellen schetst: de creatieve, de talentvolle, de sociale en de vitale gemeente. In de creatieve gemeente staat kunst en cultuur centraal als belangrijke maatschappelijke en economische factor, in de talentvolle gemeente ligt de focus op jeugd en talentontwikkeling, in de sociale gemeente worden kwetsbare bevolkingsgroepen met behulp van cultuurparticipatie bij de gemeenschap betrokken en in de vitale gemeente wordt een beroep gedaan op het eigen initiatief van de inwoners, al dan niet in groepsverband.

Minister Bussemaker heeft de Raad voor Cultuur in de zomer van 2013 gevraagd om een advies over de inrichting van cultuurparticipatie. Ze hoopt dat het advies een rol kan spelen bij de aankomende gemeenteraadsverkiezingen en de collegevorming erna. Het is nog de vraag in hoeverre de gemeenten in staat zijn de algemeen geformuleerde adviezen en toekomstperspectieven om te zetten naar een actief en concreet geformuleerd cultureel beleidsplan.

(Foto: Arno Brok)