Op 1 januari 2013 houdt Productiehuis Brabant op te bestaan. De organisatie ziet zichzelf daartoe gedwongen doordat de rijkssubsidie voor productiehuizen in het nieuwe cultuurbestel wegvalt. De zeven medewerkers, onder wie artistiek leider Pietjan Dusee, verliezen hun baan. 

Met dit nieuws wil het huis een einde maken aan de misverstanden die heersen over een eventuele fusie met Het Zuidelijk Toneel, aldus zakelijk leider Eric Japenga. Wel zal een deel van het theatergedeelte bij Het Zuidelijk Toneel worden ondergebracht en zal Japenga er in een nieuwe functie aan de slag gaan, maar van een fusie is geen sprake.

De organisatie betreurt de opheffing en spreekt grote zorgen uit over de drastisch afgenomen ruimte voor talentontwikkeling als gevolg van de bezuinigingen, met name voor de regio Brabant. Productiehuis Brabant heeft de afgelopen vijftien jaar vanuit de Verkadefabriek in Den Bosch jonge makers op weg geholpen en produceerde jaarlijks een tiental producties die in binnen- en buitenland te zien waren. Ook is het productiehuis grondlegger van Festival Cement.

Dit najaar neemt het huis afscheid met twee theatervoorstellingen waarin de kunst van het verlies centraal staat. Karin Netten regisseert Klandizie, een klassiek verhaal over de kleine man die ten onder gaat in de grote wereld en niet in staat is het tij te keren. Anna van der Kruis, Eva Schram, Jan Sobrie en Michiel Van Cauwelaert maken Een dieptriest tochtje over een jong koppel dat moet omgaan met de dood. Ook presenteert het huis nog eenmaal zijn dansprogramma Ruige mest [verse dans] in de eigen studio’s en zal Laure Dever in december zes korte filmpjes vertonen onder de titel Yes it (never) hurts to smile in de DE Studio in Antwerpen. De laatste editie van het eigen magazine Huisvlijt verschijnt 21 december en zal in het teken staan van ‘het einde’.

(Stormval XAPMC – Peerke Malschaert/Productiehuis Brabant, foto: Joep Lennarts)