De overheid compenseert vanaf komend voorjaar door de overheid gefinancierde culturele instellingen. Met dit geld moeten de hogere kosten door inflatie en vooral de stijgende energierekening worden opgevangen. Dat maakte het kabinet gisteren bekend in de Najaarsnota die naar de Kamer is verstuurd. 

Dit is een uitzonderlijke maatregel, benadrukt het kabinet. De beslissing werd genomen omdat de daadwerkelijke inflatie in 2022 aanzienlijk hoger uitkwam dan aanvankelijk verwacht. Dit komt voornamelijk door de onverwacht hoge stijging van de energieprijzen.

In de Najaarsnota staat dat er ‘structureel ongeveer 400 miljoen euro extra’ uitgetrokken wordt voor (rijks)cultuur en de scholen samen. De aangekondigde indexatie geldt ook voor het Gemeente- en Provinciefonds, waaruit overheden onder meer lokale culturele instellingen kunnen financieren. Daar gaat het om 300 miljoen.

Het ministerie onderzoekt nog hoe dit geld het best uitgekeerd kan worden. Daarbij belooft het ook te kijken of er een regeling nodig is voor instellingen die meer dan gemiddeld te maken hebben met stijgende energielasten.

Op dit moment zijn er nog veel vragen over de concrete uitwerking van de regeling. Hoe wordt het geld verdeeld over de verschillende OCW-sectoren? Wordt het geld in het Gemeente- en Provinciefonds geoormerkt? Wat bedoelt de overheid met structurele compensatie? Brancheorganisaties bestuderen nog de uitwerking en verdeling. Hun oproep om ook instellingen te steunen die geen subsidie-relatie met de overheid hebben, lijkt in ieder geval geen gehoor hebben gekregen.

Foto: Bart Grietens, Licht van Het NUT