Zij is de Perle Noire, de Zwarte Parel van de Franse liedkunst. Beroemd werd ze als energieke, zwarte danseres in bananenrok. Joséphine Baker (1906-1975) was ‘wild’, ‘exotisch’, ‘erotiserend’ en ook activist voor burgerrechten en verzetsheld. Ze leefde in het hart van het Parijse interbellum, een witte wereld van de jaren twintig en dertig. Maar wie is ze werkelijk? In haar brieven vraagt ze zich dat vertwijfeld af. Ze beseft ook dat haar lichaam haar instrument is waarvoor ze ‘moet zorgen’. 

Sinds 2015 werken de Amerikaanse regisseur Peter Sellars en de Amerikaanse sopraan Julia Bullock de Amerikaanse sopraan Julia Bullock aan een opera gewijd aan Baker. De tekst is van de Jamaicaans-Amerikaanse Claudia Rankine en de muziek van de hand van de Amerikaanse jazzcomponist Tyshawn Sorey. In maart 2023 gaat de opera in première bij het Opera Forward Festival.  Reden voor De Nationale Opera om in samenwerking met de Black Achievement Month een avond aan Joséphine Baker te wijden. De hele oktobermaand staat bij Nationale Opera & Ballet in het teken van interessante evenementen die vallen onder de noemer Celebrating Diversity. Presentator is Sosha Duysker.

Tijdens de avond zou er een paneldiscussie zijn met Sellars, Bullock en Sorey, voor velen toch een unieke reden erheen te gaan. ‘Samen met de makers duiken we in het werk en blikken we (-) vooruit’, luidde de aankondiging in het speciale magazine van deze maand. Maar het liep anders. De live paneldiscussie ontbrak, Sorey was verhinderd en met Sellars en Bullock was er een livestream, die lang niet goed was te verstaan.

Sellars, slechts heel kort aan het woord, noemt Baker een ‘ongelooflijk fenomeen’, symbool van de zwarte beweging. Perle Noire wordt geen traditionele opera of een biopic, maar eerder een meditatie voor Joséphine, uitgevoerd in een Operatic Space. Dat blijkt lastig te definiëren. Bullock noemt de uitvoering een ‘weerstand tegen het labelen van Baker als exotische danseres’, het gaat veel meer om ‘menselijkheid’. De levende figuren die in de ruimte rondlopen ‘getuigen en delen’. Het wordt een abstracte uitvoering, zonder projecties van historisch beeldmateriaal.

Live is toch altijd het beste, dat blijkt uit de prachtige voordracht van schrijver en dichter Claudia Rankine. Ze las teksten en brieffragmenten van Baker voor, waaruit blijkt dat ze twijfelde aan de rol die ze speelde in de roaring twenties. Aanvankelijk vond Rankine het geen goed idee om van Bakers leven een opera te maken, daarom drong ze erop aan een ode aan haar leven te maken en met behulp van meditaties een andere zijde te belichten.

Wat ze voorlas aan teksten die ze aan Sellars stuurde, was prachtig: ritmisch, beeldend. Langzaam tekent zich een dramatische lijn af: Baker werd in 1906 in Missouri geboren, ze danste op straat om al bedelend geld te verdienen en op haar vijftiende trad ze op in het vaudevilletheater van Memphis. In 1925 vertrok ze naar Parijs, waar ze optrad in de Follies Bergère en Olympia, soms zelfs met een jachtluipaard aan haar zijde. Maar door haar verblijf in Parijs miste ze de onstuimige opkomst van blues en jazz, de zwarte Amerikaanse muziek bij uitstek.

Blueszangeres Valerie Jane vertelt bevlogen de ontstaansgeschiedenis van de blues met grootheden als Muddy Waters en Bessie Smith. Maar Baker kreeg nooit aansluiting bij de muziek van haar roots en zong Franse chansons gecomponeerd en geschreven door Franse artiesten. Dat biedt een boeiend perspectief. Om te laten horen hoe de blues van Baker had kunnen klinken, brengt Valerie Jane een bluesversie van het beroemdste chanson van Baker, C’est Lui, begeleid door Bas van Lier (piano), Tobias Nijboer (contrabas) en Michael Varekamp (trompet). Dat werd een beslist hoogtepunt. We horen de geschiedenis van de blues terug in deze uitvoering, waarin het chanson langzaam transformeert tot blues. Of deze blues in de uiteindelijke opera Perle Noire zal terugkeren, is nog de vraag; in elk geval was deze ode door Jane en haar begeleiders aan Joséphine Baker indrukwekkend.

Foto: Stephanie Berger