Come together, right now’ is dit jaar het thema van Theaterfestival Boulevard in Den Bosch. Elf warme dagen en elf zwoele avonden staan er 120 programmaonderdelen gepland met gezamenlijkheid als overkoepelend thema. ‘Wat delen we: leven, liefde, dood en verlangen naar zorg’, aldus het festivalboekje.

Gelukkig kun je daar alle kanten mee op. Keimpe de Jong van Theater Artemis zoekt de gezamenlijkheid vooral in het contact met zijn publiek. Elmer [Merel Pauw] kiest in Nothing Ontploffing voor liefde en verlangen, thema’s die in de raps steeds terugkeren. Het contrast tussen beide voorstellingen kan niet groter zijn. Hun tenten staan naast elkaar op het mooie festivalterrein in het Zuiderpark. De Jong zit in de blauwe tent, Elmer/Pauw treedt tegelijkertijd op in de groene. ‘Er is airco’ staat er op bordjes voor de deur. Gelukkig maar want het is half acht en het kwik schommelt nog rond de dertig graden.

Keimpe de Jong (1957) heeft zijn sporen verdiend als componist en saxofonist en laat deze avond zien ook een uitstekend spreekstalmeester te zijn, die het publiek makkelijk aan het meezingen en meedeinen krijgt. Dat komt vooral door zijn swingende composities met vleugjes klezmer, latin en jazz. Van zijn teksten en decoropbouw moet hij het niet hebben. Hij heeft ‘omdat bijna al zijn vrienden in cafe De LockDown zitten’ een zevenkoppige band gemaakt van karton. De mannen heten allemaal Keimpe, hebben net als de bandleider een zuurstokroze pak aan en zijn met touwtjes aan elkaar verbonden zodat ze samen in beweging kunnen komen.

Alle poppen moeten eerst worden ‘aangezet’, waarbij het geknutselde kartonnen hoofd wordt weggehaald, De Jong zijn eigen hoofd door het gat steekt en zijn armen door de mouwen van het colbert van de pop. Dan speelt hij achtereenvolgens een stukje gitaar, toetsen, drie blaasinstrumenten en drums. Het duurt onnodig lang en gaat nogal knullig. Bij de kopersectie veert het publiek even op. Wat kan die De Jong toch lekker blazen! Maar zijn gitaar- en pianospel en de percussie kan hij beter achterwege laten.

Het decor en de opzet zijn al even oubollig als de liedjes. Het publiek is gemiddeld dik 50-plus, maar de voorstelling is ook bedoeld voor kinderen vanaf 6 jaar. De thematiek die hij kort aanstipt (de meeste liedjes hebben op lalala en tralala na weinig tekst) zal veel jonge kinderen echter geen snars boeien: Poetin, gas, oplopende rekeningen. ‘We moeten ons wapenen’, zingt hij. En daarna weer tralala en pompidom. Zijn Carnaval des animaux met rijmelarijtjes op namen van dieren spreekt kinderen misschien wat meer aan, maar ‘de fret blies de trompet’ en ‘de ganzen zaten te sjansen’, zijn teksten die groep 6 op een regenachtige middag bij elkaar sprokkelt. Dan is er nog een liedje over afval scheiden, waarbij hij het publiek zover weet te krijgen dat ze na de zin ‘afval scheiden is een vak’ in koor ‘effe in de goede bak’ zingen.

De sfeer zakt echter weer helemaal in als hij een liedje over de dood brengt. Misschien heeft hij het toegevoegd omdat het een van de thema’s is van deze editie van Boulevard, maar in deze jeugdvoorstelling misstaat het volledig. Ten slotte gaat hij weer het hele orkest langs om de orkestleden voor te stellen: Keimpe, Keimpe en Keimpe. Het is niet grappig en hij zorgt er zo voor dat een voorstelling van slechts dertig minuten toch langdradig wordt. Maar dan trekt hij zijn roze pak uit en geeft nog een solo ten beste op saxofoon. Heerlijke free jazz. Jammer dat hij kostbare minuten heeft verspild aan onhandig gefriemel met de poppen en flauwe rijmelarijtjes.

Voor de groene tent ernaast staan twee bordjes. ‘Hiphop’ staat er op het ene bordje en ‘Waarschuwing GROF taalgebruik’, op het andere. Vermoedelijk zijn hier per ongeluk al eens ouders met kinderen binnen gestapt, maar dan ben je bij Elmer echt aan het verkeerde adres. Ik neuk je vader zonder condoom is een van de raps waarmee Elmer goed scoort de laatste tijd op festivals. Niet echt een tekst voor een gezellige avond met je kroost. Dan kun je het toch beter een deurtje verderop zoeken. Maar als je echt wilt worden weggeblazen, dan moet je wel bij Elmer zijn. Echt alles aan de show is tot in de puntjes verzorgd: de strakke beats, het subtiele en soms intensieve lichtplan, de kleding, mimiek, moves, attributen. Aan alles zie je dat deze queer rapper ook een ervaren performer is.

Door de manier van kleden switcht Elmer tussen verschillende identiteiten. Maar of ze nu als vrouw staat te rappen of als man (in ouderwetse witte onderbroek met plasopening), steeds weer is het thema de moeizame (seksuele) verhouding tussen mensen. Hoewel Elmer zich als rapper en hiphopper afficheert lijkt deze performance een aanklacht tegen de grove manier waarop er vaak in de hiphopscene over vrouwen wordt gesproken. Zinnen als ‘stuk wild vlees in de vorm van een vrouw’, ‘Ik neem je mee, ik heb een probleem’ laten de worsteling zien met de verhouding tussen de seksen.

Later volgen twee nummers voor een geliefde. Ga vreemd heet het eerste nummer: ‘Ik ben niet je pompstation. Jij wilt neuken, ik niet. Stoot je ziel en zaligheid in haar… ik kan niet zijn wie je wilt dat ik ben.’ De teksten zijn hard en kwetsbaar tegelijkertijd, net als de podiumprésence van Elmer. De danspassen en mimiek doen fragiel aan en tegelijkertijd voel je dat elke move, elke blik goed doordacht is, waardoor Elmer tegelijkertijd een enorme kracht uitstraalt. Alle nummers zijn ook op Spotify te beluisteren, maar dit liveconcert is een totaalervaring die een groot publiek verdient.

Foto: Klaas Tops