De Amsterdamse wethouder van cultuur Kajsa Ollongren heeft beloofd met een financiële oplossing te komen voor de Uitmarkt. Ze wil het voortbestaan van de komende edities van het seizoensopeningsfestival niet in gevaar brengen. ‘Ik denk dat het Amsterdams Fonds voor de Kunst goede redenen heeft om het verzoek af te wijzen. Maar tegelijkertijd kan niemand, ik ook niet, zich voorstellen dat er géén Uitmarkt meer is,’ zei de wethouder  tegen AT5 op de eerste dag van de Uitmarkt 2016.

Het festival zit in zwaar weer na de subsidiebesluiten van het Amsterdams Fonds voor de Kunst begin deze maand. Het oordeel van het fonds over de Stichting Uitmarkt was negatief en de instelling raakt haar subsidie van bijna 124.000 euro kwijt.

De opmerkingen van Ollongren zijn buitengewoon opmerkelijk, omdat juist zij als wethouder besloot om de kunstsubsidiebesluiten op grotere afstand van de politiek te zetten. De gemeente houdt zeggenschap over een eigen zogenaamde basisinfrastructuur van topinstellingen, maar het gros van de vierjarige subsidies wordt met ingang van de komende periode verdeeld door het Amsterdams Fonds voor de Kunst. De Uitmarkt is geen onderdeel van de Amsterdamse Basisinfrastructuur.

In een interview anderhalf jaar geleden, bij de invoering van de nieuwe systematiek, zei Ollongren in NRC: ‘We moeten af van discussies om twee voor twaalf in de gemeenteraad of er toch niet een paar duizend euro naar die ene instelling moet om die overeind te houden, terwijl er bij een ander dan weer de kaasschaaf overheen moet.’ Nu zij zelf de eerste is die toch weer ingrijpt in subsidiebesluiten wordt verwacht dat ook andere afgewezen instellingen, zoals De Nieuw Amsterdam, ITs Festival en Maatschappij Discordia zich alsnog tot de gemeenteraad gaan wenden.