De spelers van regisseur Jessie L’Herminez gaan straks niet op. Als gevolg van de coronamaatregelen is de ‘première’ van Starring#23: Sarah’s Partijtje/A sad hurrah, de nieuwste jongerenproductie van Toneelschuur Producties, uitgesteld. In plaats van recensies te publiceren, laat Theaterkrant de komende weken dagelijks een theatermaker aan het woord die op die dag in première zou gaan. Jessie L’Herminez schrijft een brief aan haar veertien spelers tussen 13 en 22 jaar. 

Lieve Julliet, Roxy, Brecht, Luisa, Daan, Bloem, Yara, Esmée, Marije, Zenna, Max, Maarten, Chinique en Lola,

Tijdens ons repetitieproces schreven jullie, naast al het huiswerk dat jullie voor school moesten maken, veel brieven voor mij. Dat was een van de manieren waarop wij materiaal verzamelden. Jullie schreven aan Sarah K., jezelf of aan iemand die je dierbaar is en waar jij je zorgen over maakte.

Nooit schreef ik er een. Ik had de eer om te mogen luisteren naar en te genieten van jullie hersenkronkels. Dit leek mij het geschikte moment alsnog een brief te schrijven om mijn dank te betuigen. Het liefst had ik hem in de vorm van een ‘toitoitoi’ aan jullie gegeven, maar helaas gaat onze première er (nog) niet komen. Dus bij dezen een brief ter voorlopig afscheid van jullie en om andere mensen een glimp te geven van wat zij en wij nu moeten missen.

In de afgelopen drie maanden hebben wij voor een groot gedeelte een voorstelling gecreëerd over het thema ‘zelfdoding’ in de vorm van een herdenkingsdienst. Een dienst ter herdenking van Sarah K. Een fictief personage gebaseerd op een toneelschrijfster die daadwerkelijk bestond in het Engeland van de jaren ’90. Helaas, nog voor jullie geboren werden, besloot zij al een eind aan haar leven te maken.

Op de dag van de auditie vertelde ik dat het begon met het idee iets te willen doen met haar teksten en de teksten van A.A. Milne, de schrijver van Winnie de Poeh. Die combinatie benoemen zorgde vaak voor onbegrip, maar de levenswijsheden van Poeh en zijn vrienden konden volgens mij iets toevoegen aan, of soms zelfs overeenkomen met, die van Sarah. Ook kon het verhaal en de fantasie van de dieren in het Honderd Bunderbos voor een zacht dekentje verlichting zorgen van dit toch zware onderwerp.

We spraken namelijk over zelfmoord, want daar gaat onze voorstelling met name over: over het spreken over dit taboe. Wij wilden het doorbreken. De schaamte voorbij en het recht in de ogen kijken, voorbij de romantiek, voorbij de mystiek door middel van een zeer praktisch ritueel in de poging het te bezweren. Het was een opluchting te horen dat jullie hier volledig achter stonden. (Jullie hebben geen idee hoe spannend de voorbereidingen waren!)

Blijkbaar vonden jullie het ook noodzakelijk dit onder jongeren bespreekbaar te maken en ruimte te geven aan de donkere, mindere perfecte, twijfelachtige, onzekere, moeilijkere kant van het leven. Dat ook het niet willen zijn, er mag zijn op een bepaalde manier. Volgens jullie was dat lastig door onder andere sociale media. De druk van het moeten voldoen aan verwachtingen van buitenaf, onstilbare verlangens, de zinloosheid en de hardheid van bestaan, herkenden jullie allemaal, ieder op zijn eigen manier. En dat is precies wat Sarah K. dreef. Zij deed wat ik in eerste instantie niet durfde: zij schreef over depressie en zelfdoding zonder het in te bedden.

Jullie waren zo dapper! Om te beginnen al om auditie te komen doen. Om schaamteloos alle dieren uit het Honderd Bunderbos na te spelen. Te zingen terwijl ik er een potje van maakte als dirigent. Choreografieën te bedenken op muziek uit de jaren ‘80. Onderzoek doen naar iemand die al dood is, waar met name Engelse teksten over te vinden zijn en die soms nogal ongrijpbaar poëtisch of onverklaarbaar grof schreef. Jullie hebben de dood als personage gespeeld, het leven als personage gespeeld, een video gemonteerd die vervolgens weer is weggegooid, een heel decor ontworpen waar maar één ding van overbleef. Jullie waren altijd oké met alle darlings die werden gekilled en hebben acht uur per week concentratie opgebracht. Jullie hebben alles gegeven. Je hart op tafel gelegd.

Mensen zeiden sarcastisch tegen mij: ‘gezellig dat je dat gaat doen met jongeren’. Zij hebben onderschat wat jongeren al hebben gezien en meegemaakt in het leven. Natuurlijk hadden jullie ervan gehoord, erover nagedacht of het van dichtbij meegemaakt. Alsof jullie blind zijn voor de realiteit die je krijgt te zien als je opgroeit. En zonder dat dit jullie omlaag trekt. Nee juist de veerkracht in allen van jullie is zo bewonderingswaardig. En de openheid en de oordeelloosheid waarmee jullie naar de wereld kijken.

Het was bijzonder hoe jullie zo open herinneringen, gedachtes en verhalen deelden, bijvoorbeeld van mensen in jullie omgeving die eens een poging tot zelfdoding hadden gedaan. Soms schrik ik ervan hoeveel je al kan hebben gezien als jong mens. Toch waren er ook een aantal die er nog nooit bij stil hadden gestaan. Dat was mooi. Want we zochten naar meerstemmigheid.

Ik wil deze tekst van een van jullie graag alvast delen:

Blijven lachen is heel veel makkelijker dan uitleggen wat ik voel.
Je zou willen dat iemand je aankijkt, knuffelt en zegt: “ik weet dat je niet oké bent”.
Maar mensen zien het niet.
Misschien laat mijn lach het echt mooi lijken
De nachten zijn langer
De woorden zijn stil
Mijn hoofd is vol
“Je bent nog veel te jong om depressief te zijn” is wat ze zeggen
Maar ik ben moe, moe van het proberen.
Een depressie is leven in een lichaam dat probeert te overleven terwijl je hoofd niet meer wil.
Soms voelt het alsof je wil verdwijnen maar eigenlijk wil je gevonden worden.

Een samenzijn bleek de sterkste tegenhanger van zoiets eenzaams als een zelfgekozen dood. Een vangnet, een verbinding met de ander en het nu. Dat gingen wij proberen te creëren met onze dienst. Zodat men kon rouwen, kon reflecteren en bezweren. Wij projecteerden onze eigen gedachtes, vragen en herinneringen over depressie en zelfmoord op dit personage Sarah K. om er zelf iets uit te halen. Dat moest samen.

Ja, soms waren de repetities heftig, maar bovenal heel erg leuk. Ik wil jullie bedanken. Dank voor jullie vragen, zoals: ‘kunnen we nu even iets vrolijks doen?’ na een zwaarder gesprek. Dank voor de lol en het spelplezier. Dank voor de slappe lach, nadat ik jullie de aanwijzing gaf: ‘Nu zeggen jullie allemaal tegelijkertijd de tekst: ik wil dood!’ Duisternis bestaat bij de gratie van licht, dus daar ontbrak het ons nooit aan! Dank voor het zo lief zijn voor elkaar. Dank voor de troost. Dank voor het vertrouwen. Dank dat elke repetitie op zich weer een rituele samenkomst mocht zijn.

De realiteit dringt zich op en vraagt ons mee te bewegen met moeilijke onnavolgbare, onbegrijpelijke, soms mooie, maar ook pijnlijke wendingen die het leven soms neemt. De realiteit, de onvoorspelbaarheid en de onontkoombaarheid ervan, zal het theater altijd blijven inhalen. Het theater zal ook even moet rouwen omdat het live samenzijn, ons grootste medicijn, er tijdelijk niet mag zijn.

Toch was dit proces niet voor niets.  Al ons verzamelde materiaal is door de trechter gegaan en ik zie duidelijk voor me hoe het zou kunnen gaan worden. Volgend jaar, een jaar later, een jaar wijzer, een jaar ouder, zullen we opnieuw naar ons gekozen materiaal kijken. Naar het script dat er nu ligt en maken wij samen deze voorstelling af met de aandacht die het verdient.

Succes met geen eindexamen doen, met niet op reis of op vakantie gaan, met op de lip van je ouders zitten, met je vrienden niet meer zien. Hopelijk kunnen jullie veel spelen, zingen, schrijven en dansen thuis en zijn de zorgen niet te groot. Als het even niet meezit, geef dan extra veel knuffels aan je pluche en echte huisdieren of zing ‘Hey Brother’ van Avicii voor jezelf.

Mocht de verveling dan toch toeslaan in dit mooie lenteweer herinner je dan de wijze woorden van Christopher Robin:

CR:
Wat ik het allerliefst doe is Niets.

Poeh:
Hoe doe je Niets?

CR:
Nou, net als je weggaat om het te doen, dan roepen ze: “Wat ga je doen, Christopher Robin?” en dat je dan zegt: ‘Oh, niets,’ en dan ga je weg en het doen.

Poeh:
Oh ja

CR:
Wat we nu doen is een soort van niets.

Poeh:
Oh ja

CR:
Het betekent gewoon meegaan en luisteren naar alle dingen die je niet kunt horen, zonder dat het je dwars zit.

Poeh:
Oh!

 Veel liefs. Tot volgend jaar.

Jessie

Foto: Heleen Vink