Howard van Dodemont gaat vandaag niet op. Normaal gezien regisseert hij acteurs of staat hij zelf op de planken, maar met de komst van de coronacrisis zag hij zijn agenda leegstromen. Nu werkt Van Dodemont als verpleger op een coronacohort en studeert hij voor zijn BIG-registratie. Uit noodzaak, weliswaar. ‘Ik ben geen verpleegkundige, ik ben acteur.’

Ooit rolde Van Dodemont ‘per ongeluk’ de verpleging in omdat hij van zijn ouders niet naar de toneelschool mocht. Via een omweg langs een studie Theaterwetenschap kwam hij toch in het theater terecht als acteur en regisseur. De afgelopen jaren speelde hij onder meer in De Tweeling en Soldaat van Oranje.

Inmiddels werkt Van Dodemont zo’n twee tot vier dagen per week op een coronacohort met een capaciteit van 21 patiënten. Hij verzorgt hen, dient zuurstof toe, deelt medicijnen uit en legt zijn patiënten in de watten zodat ze met voldoende zelfvertrouwen weer naar huis kunnen. Natuurlijk zijn er ook bij die uitbehandeld zijn en sterven. Voor hen maakt Van Dodemont de laatste periode zo aangenaam mogelijk.

Zijn ervaringen op de verpleegafdeling inspireerden Van Dodemont tot het schrijven van het lied ‘Deken’, dat hij maakte met componist Bas Bons. Daarin beschrijft Van Dodemont het oudere echtpaar dat hij verzorgde, waarvan de man aan de gevolgen van corona overleed. ‘Het was ontroerend, schrijnend dat twee geliefden na zestig jaar samenzijn zo van elkaar wegglijden. Daar kan je niets meer aan doen. Een paar seconden lang realiseerde ik me dat. Op zo’n moment lijkt de tijd even stil te staan. En vervolgens moet je weer door. Dat soort kleine momenten vind ik mooi om zichtbaar te maken in een liedtekst, door de tijd even te vertragen en stil te staan bij wat er gebeurt.’

Verder staan Van Dodemonts uitvoerende theateractiviteiten grotendeels on hold. Waar mogelijk wordt gezocht naar manieren om ze online voort te zetten. ‘Ik blijf doorgaan, dit is gewoon mijn vak. Ik ben geen verpleegkundige, ik ben acteur. Wij uitvoerenden en makers hebben te dealen met wat er is en moeten onderzoeken wat mogelijk is op die anderhalve meter. Wij hebben het vermogen om steeds opnieuw te denken en dingen te vermaken. Dat is geen kunstje maar iets dat theatermakers blijkbaar in zich hebben.’

Zo ook Van Dodemont. De uitvoeringen van zijn voorstelling De zittenblijver, die een jaar geleden in première ging, zijn geannuleerd. Maar de acteur werkt alweer aan het tweede deel van wat een drieluik moet gaan worden, al kan hij in de huidige situatie geen uitvoeringen plannen. ‘Normaal gezien heb ik de neiging om ideeën meteen uit te voeren. Dat kan nu niet. Het voordeel daarvan is wel dat ze de tijd hebben om te rijpen.’

Met het Amersfoortse improvisatietheatergezelschap De Stad Speelt maakt Van Dodemont plannen voor na de quarantaine. ‘We zijn nu online dingen aan het maken en aan het bedenken hoe die uiteindelijk naar het podium vertaald kunnen worden. En met De Federatie, een organisatie van acteurs die trainingen geeft aan het bedrijfsleven, kijken we hoe we dat op een andere manier kunnen doen. Dat stopt niet met de lockdown.’

Wel maakt de acteur zich grote zorgen om de theaterbranche. ‘Wordt het belang ervan gezien?’, vraagt hij zich af. ‘Ik ben er niet helemaal gerust op. Veel acteurs in de vrije sector zijn overgeleverd aan de onzekerheid van het niet weten of ze nog aan de slag kunnen. Dat komt deels door de kaalslag in de culturele sector die de afgelopen decennia heeft plaatsgevonden. Je kan stellen dat de huidige crisis het ondernemerschap van theatermakers bevordert, maar we tonen al jarenlang ontzettend veel ondernemerschap temidden van alle bezuinigingen. Of dat vanuit de politiek en de maatschappij gezien en erkend wordt als waardevol voor de samenleving is de vraag. Theater is ooit begonnen vanuit het volk en de democratie. Het zou fijn zijn als die weer wat meer bij elkaar kwamen’.

Toch blijft Van Dodemont optimistisch: ‘Er is niet één waarheid, en ik kijk liever vanuit de benadering die mij de meeste energie, creativiteit en innerlijk leiderschap oplevert. Iedereen buitelt over elkaar heen om ons de slechtste scenario’s voor te schotelen. Ik zet de televisie vaak liever uit tegenwoordig.’

Foto: De zittenblijver