Theatermaker Emke Idema gaat vanavond niet op. Als gevolg van de coronamaatregelen is haar gezelschapsspel voor volwassenen, getiteld Forest, tot nader order uitgesteld. In plaats van recensies te publiceren laat Theaterkrant makers aan het woord die rond deze tijd in première zou gaan. Idema: ‘Ik lag er even helemaal af. Ik zat in totale paniek op de bank.’

Vervang ‘de boom’ in haar nieuwe project Forest door ‘het virus’ en het fictieve gezelschapsspel van theatermaker Emke Idema (39) wordt opeens bizar echt. Alsof Idema voorspellende gaven had, toen ze ruim anderhalf jaar geleden begon met het ontwikkelen van een gedachtenexperiment tot een mix van gezelschapsspel en hoorspel. Forest (2020) zou een volgende stap worden in haar eigenzinnige oeuvre van ‘maatschappelijke speeltuinen’: levensgrote bordspellen voor volwassenen, gespeeld in theaters en op festivals. Toeschouwers leunen niet afwachtend achterover, maar nemen actief deel door oprecht en ludiek mee te zoeken naar antwoorden op psychosociale vragen en politieke issues zoals ‘hoe betrappen we onszelf en elkaar op vooroordelen?’ (Stranger, 2012) en ‘wat betekent gastvrijheid tegenover vrienden, onbekenden of asielzoekers?’ (RuleTM, 2014).

Noem haar projecten ontmoetingsplekken, miniatuursamenlevingen of ideeënspeeltuinen; ze komen in de kern neer op het doorgronden van gedrag, het doorbreken van denkpatronen en het bevragen van spirituele idealen. Idema, die na haar performanceopleiding aan de Toneelacademie Maastricht een postdoctorale master volgde aan DasArts, gebruikt voor haar speltheater ingrediënten uit performance, beeldende kunst en spelsimulaties alsook ideeën uit sociologische, politieke en psychologische wetenschappen.

En nu had ze dus een fictieve situatie uitgedacht waarin een samenleving dreigt in te storten nadat bomen zo gemuteerd zijn dat ze een bedreiging vormen voor de mensheid. ‘In Forest zijn bomen in staat om bij gevaar hun huidmondjes te sluiten en geen zuurstof meer af te geven aan de lucht’, licht Idema toe via Skype. ‘Wanneer ze bijvoorbeeld worden beschadigd of gekapt houden ze letterlijk hun adem in. Via hun wortelnetwerk geven ze signalen van onraad door aan andere bomen. Die stoppen hun stofwisseling ook, waardoor de atmosfeer steeds ijler wordt.’ In Forest reageert de mensheid op deze dreiging door bomen heilig te verklaren en de doodstraf uit te vaardigen op bomenkap. Elke ronde groeit het bos.

Deelnemers (10 per spel, 5 groepjes van 2) krijgen menselijke hulpbronnen als speelkaarten toebedeeld. Ze moeten samenwerken om te zorgen dat minimaal twee groepjes genoeg energie overhouden om het einde van het spel te halen. Idema: ‘Mensen kunnen met oplossingen komen, elkaar helpen maar ook besluiten te parasiteren op anderen. Of ze kunnen stilvallen of hun lichaam proberen aan te passen. Het gaat mij om de omgang met de gevolgen van een dreigende natuur. Wat doe je wanneer wortels ondergronds doorgroeien en riolen verstoppen? Hoe verdeel je de schaarse buitenruimte om te sporten? Hoe bezweer je de angst voor oprukkende bomen? Over voorgestelde oplossingen wordt ook weer gestemd.’

Voor al het speltheater van Idema geldt: je moet het doen en ervaren om het te snappen en op waarde te schatten. ‘Ik heb publiek nodig om mijn concept fijn te slijpen.’ Vanavond zou een eerste try-out plaatsvinden in het Amsterdamse Bos. De hele maand mei zou Idema met haar team van twee dramaturgen, een vormgever, een sounddesigner en een productieleider reacties van deelnemers verwerken. Zodat tijdens het komende Oerol festival Forest in het Hoornse bos in première had kunnen gaan.

Op Terschelling won ze vorig jaar met dit concept de Joop Mulder Plak (10.165 euro), een stimuleringsprijs voor kunstenaars die verrassend werk ontwikkelen in het Terschellinger landschap. Forest, zo had Idema bedacht, vindt in een natuurgebied plaats. ‘Je moet groen zien en vogels horen fluiten. In het houten spelbord met 60 boompionnen is ook plek voor geluidsboxjes die een hoorspel produceren. Ik wil dat deelnemers voelen dat ze net als andere levende wezens dieren in de natuur zijn.’

Tja, aan die voorwaarde van fluitende vogels wordt nu tijdens de coronacrisis ruimschoots voldaan. We horen ze volop. Maar de restrictieve maatregelen trekken ook een streep door de laatste uitvoeringsfase van Forest, tot groot verdriet van Idema, die met dit project twee tot drie jaar vooruit had gekund: ‘We hebben anderhalf jaar geïnvesteerd. De structuur staat. Het team en de begroting zijn rond. Ik zie een inkomen verdampen waarvan ik anderhalf jaar had moeten leven.’

Idema kwam in een soort rouwproces terecht, zegt ze eerlijk over die eerste shock: ‘Ik lag er even helemaal af. Ik zat in totale paniek op de bank.’ Ze weet uit ervaring hoe dat voelt – rond 2014 had ze een zware burn-out, mede als gevolg van het almaar doorbuffelen in het onzekere bestaan van een zzp-er. Maar daardoor heeft ze ook geleerd dat ze juist nu goed moet luisteren naar haar reacties, gedrag en reflexen. ‘Gek genoeg kan ik de huidige crisis weer goed gebruiken voor de laatste fase van Forest. Ik observeer hoe mensen reageren op deze virusdreiging uit de natuur. Wat gebeurt er met de publieke ruimte waar mensen samenkomen? Waar ontstaan fundamentele gebreken, wat blijken essentiële behoeftes, hoe manifesteert zich de angst voor eenzaamheid en waar wordt sociale ongelijkheid zichtbaar?’

Voor haarzelf weet ze wat ze het meeste mist: ‘Een knuffel. Ik woon alleen, heb geen levenspartner. En vóór de coronarestricties zat ik al drie weken vrijwillig in isolement om het script van Forest af te krijgen. Ik liep dus al voor op het gevoel van afzondering.’

Daarom is Idema gaan schrijven over alle mogelijke fysieke sensaties. Omhelzingen, massages, aanrakingen, begroetingen, troostgebaren. ‘Ik ben nu een omhelzingspakket aan het samenstellen, dat je kunt sturen naar iemand die dat nodig heeft. Iemand zoals ik eigenlijk. Die krijgt dan iedere dag een aanraakverhaal om te lezen en te beluisteren.’

Tegelijk probeert ze een coronaproof-versie van Forest geprogrammeerd te krijgen bij theaters, musea en andere organisaties die zoeken naar een alternatieve programmering. ‘De deelnemersgroepen zijn klein. De bankjes voor teams van twee personen vervang ik door krukjes met anderhalve meter afstand.’

Haar dagen komt ze wel door met schrijven; Idema is inmiddels uit de ‘bank-fase’. Ze beseft hoe bijzonder het is dat we nu echt voelen hoe het is de controle uit handen te moeten geven. ‘We zijn afhankelijk van de ecosystemen waarin we leven.’ En ja, tegelwijsheden zijn ook waar: ‘Leef bij de dag.’ En: ‘Je kunt pas echt veranderen als je een crisis doormaakt.’

Idema kan inmiddels glimlachen om het onvoorziene profetische karakter van haar Forest: ‘Dat noemen we toch de voelsprieten van de kunstenaar?’

Foto: José Schuringa