‘Wijs één BIS-gezelschap aan waar het produceren van nieuwe Nederlandse toneelstukken prioriteit is’, daartoe riep toneelschrijver Nathan Vecht vanmiddag op in zijn Staat van de Toneeltekst op het Nederlands Theater Festival. Hij ziet in de kleine zalen een rijk aanbod van nieuwe Nederlandse theaterteksten. Maar de kansen bij de grote gezelschappen zijn schaars.

In zijn lezing op de Middag van de Toneeltekst, georganiseerd door de Tekstsmederij, zei Vecht dat er jaarlijks meer dan vijftig nieuwe Nederlandse teksten in première gaan, maar dat dat voornamelijk producties voor de kleine zaal zijn. En ‘als er een toneelschrijver bij betrokken is, voegt deze zich – zowel in vorm, inhoud als werkwijze – naar de wensen van de opdrachtgever.’ In de grote zaal en voor eigen initiatieven van schrijvers zijn minder mogelijkheden.

Vecht deed in zijn speech een suggestie voor een schrijvershuis ‘waar tijd en geduld bestaat’, ‘knowhow over toneelschrijven kan worden opgebouwd en doorgegeven’, ‘schrijvers de stap kunnen maken van de kleine naar de grote zaal’, ‘waar de student dramaschrijven een kijkje in de keuken krijgt’,’waar je als schrijver een route kan volgen naar de grote zaal’ en  ‘nieuw Nederlands repertoire kan ontstaan’.

Eén schrijvershuis moet volgens Vecht toch lukken. ‘Er zullen zeven BIS-gezelschappen overblijven waar de koers van regisseurs en theatermakers centraal zal blijven staan. Het lijkt me een kleine stap voor ons theaterlandschap, maar het zou een sprong voorwaarts zijn voor het toneelschrijven.’

De toespraak van Vecht had de vorm van brieven aan jonge, aanstormende collega’s. Daarin adviseerde hij ze ook elke kans met beide handen aan te grijpen, je tijd niet te verdoen met het bepleiten van je bestaansrecht, maar onontkoombaar, onvermijdelijk en onmisbaar werk te maken en vooral veel geduld te hebben.

Lees hier de hele Staat van de Theatertekst 2018.

Collegaschrijver Stijn Devillé was vrijdag in Antwerpen aan de beurt. In zijn Vlaamse Staat van de Theatertekst ‘Een Lemniscaat van schrijven & spreken’ hekelde hij onder meer een gemis aan repertoire-opbouw, literaire toneelkritiek, onafhankelijke toneelschrijvers en diversiteit. ‘Niet alleen is er nood aan diversere stemmen bij de auteurs, maar ook bij de personages.’ Kijk hier voor de hele Vlaamse Staat van de Theatertekst.