Onder de titel Licht en Kleur schreef Marijke Philips een muzikaal theaterstuk over schilder Vincent van Gogh (1853-1890). Haar musical is tot dusver niet opgevoerd. Daarom is het een goed initiatief van kunstenaarssociëteit De Kring aan het Amsterdamse Leidseplein om Philips daar een lezing te laten verzorgen van haar tekst, begeleid door gezongen nummers in muzikaal arrangement door Paul Stoppelman en Nico van der Linden. Gisteravond vond de leespremière plaats tussen half vijf en zeven in de zaal annex dansvloer achter de sociëteit. Er bestaat de hoop dat een producent de musical alsnog gaat uitbrengen.

Marijke Philips is niet de eerste die een theaterstuk wijdt aan Van Gogh. In maart 2003 ging het toneelstuk Van Gogh in première van schrijver en essayist Bas Heijne bij Het Toneel Speelt met een prachtige cast van onder andere Hans Croiset, Betty Schuurman, Daniël Boissevain en Chris Nietvelt.

In de openingsscène van Philips staat links de kist van Van Gogh op de speelvloer, zoals ze uitlegt, misschien beschilderd met zonnebloemen. Philips leest zowel de regieaanwijzingen als dat ze de tekst leest, soms zelfs acteert. Het is aan de toeschouwers de beelden erbij te bedenken, de acteurs en actrices, het decor. Dat slaagt wonderwel: Philips’ tekst en dramatiek zijn beeldend genoeg.

Ze volgt de gekwelde schilder door zijn leven met zijn grote liefde voor nicht Kee Vos en daarna zijn liaison met de prostituee Christine (‘Sien’) Hoornik die, naar zij zegt, een kind van hem heeft gekregen. De voorstelling wikkelt zijn levenslijn af, waarin broer Theo van Gogh een cruciale rol speelt. Philips benadrukt een andere kant van Van Gogh dan de gangbare, zoals vooral te beluisteren valt in het opvallend vrolijke en levenslustige lied Licht en Kleur dat als leidraad door de vertelling loopt. Haar inzet is dan ook eerder een feelgood-musical dan een stuk waarin de gekwelde Van Gogh op de voorgrond staat. Intieme scènes tussen Van Gogh en zijn broer of Van Gogh en zijn liefdes wisselt ze vaardig en bekwaam af met groots gemonteerde scènes, zoals de dansavond in het bordeel waar een danslied overgaat in de zwoel-erotische cancan.

Philips laat Van Gogh zeggen dat het het ‘licht’ is waarmee de wereld ooit begon. Dat is een mooie uitdrukking. Als Van Gogh in zijn latere leven verbitterd raakt omdat hij nooit een schilderij verkocht, in tegenstelling tot zijn succesvolle kunstbroeder Paul Gaguin, dan geeft zij hem de overtuiging: ‘Je komt nooit binnen in een gesloten circuit.’ Dat is een rake typering. Van Gogh levert zijn leven lang een strijd: met zijn strenge vader die dominee is, met kunstvriend Gauguin die leeft op het geld van zijn broer en met zijn calvinistische verleden. Niet in het laatst worstelt hij met zijn geloof. In artistiek opzicht is het boeiend te horen hoe fel,hij zich verzet tegen een uitwas van het impressionisme, namelijk het pointillisme. Philips maakt dat duidelijk aan de hand van een stoel die Van Gogh schilderde: die is strak omlijnd met donkere lijnen, die ‘zweeft niet’, die ‘staat’.

De lezing eindigt niet met Van Goghs dood: er is nog een scène waarin de veilingmeester van Christie’s voor het recordbedrag van destijds honderd miljoen gulden het schilderij Zonnebloemen verkoopt aan een Japanse bieder: het schilderij zal Nederland verlaten. ‘Wist Vincent dat maar’, verzuchten zijn familieleden, en van hen vooral broer Theo, die altijd in hem geloofde. De liedjes, die afgespeeld werden vanaf een cd, zijn aanstekelijk en melodieus; er zit zelfs een echte kraker tussen: ‘Geef me nog een pakkerd.’

Philips heeft een bijzondere staat van dienst, van nieuwslezeres tot zangeres. Ze speelde bij het cabaret van Wim Sonneveld en schreef teksten voor Conny Vandenbos, Ria Valk en Zangeres zonder Naam. Het zou terecht zijn als het muzikaal theaterstuk Licht en Kleur een uitvoering krijgt: deze uiterst sobere, eerste lezing roept die verwachtingen op.

Foto: auteur Marijke Philips