Koen van Dijk, voormalig artistiek directeur van muziektheaterlaboratrium M-Lab, schrijft, regisseert en vertaalt musicals. In een reeks columns geeft hij de komende weken een introductie op zijn geliefde genre. Vandaag: Over de ‘I Want-song’.

Over de ‘I Want-song. Een vast element in een musical. Wat is het, waarom is het, wie zingt het en maak er thuis zelf één, zonder lijm of schroeven.

In de meeste musicals zit vrij snel een solo. Het is het tweede of derde lied van de voorstelling en het is de eerste solo van de voorstelling (want de opening is vrijwel altijd voor het ensemble). Zo kunnen we ‘inzoomen’ op die hoofdpersoon. Soms is het aan het begin van een musical nog niet helemaal duidelijk wie de hoofdpersoon is (misschien zijn er meerdere verhaallijnen), maar deze eerste solo zet de ‘boog’ van de voorstelling mooi neer: dit is de hoofdpersoon en dit is wat hij/zij wil bereiken.

Deze solo noemen we de ‘I Want-song’.

Vanaf dit moment kan het publiek gaan meeleven: gaat het dit personage lukken om het doel te bereiken? En de finale van de musical zal laten zien dat het gelukt is. En dan is het publiek blij en opgelucht. De inspanning is niet voor niets geweest…

Vooral in Disney-musicals is die song meestal snel te herkennen. Ik heb in het verleden een paar (Disney-)filmmusicals vertaald, dus ik heb het kunnen bestuderen. Voorbeelden van ‘I Want-songs’: ’Dat is mijn wens’ uit De Kleine Zeemeermin, ‘Naar buiten’ uit De Klokkenluider, ‘Just around the river bend’ uit Pocahontas, ‘There must be more than this provincial life’ uit Beauty and the Beast, ‘One jump ahead, reprise’ uit Aladdin.

Maar ook in andere musicals is deze song duidelijk aan te wijzen. Klassieke voorbeelden: ‘Wouldn’t it be loverly’ uit My Fair Lady, ‘If I were a rich man’ uit Anatevka, ‘Something’s Coming’ uit West Side Story. Voorbeelden van nu: In Hamilton vind je ‘My Shot’, in Wicked zit de ‘I Want-song’ verstopt in The Wizard and I en in Dear Evan Hansen is het ‘Waving Through a Window’.

Soms hebben meerdere hoofdpersonages een ‘I Want-song’. Een aparte ‘I Want-song’ voor de mannelijke én voor de vrouwelijke hoofdpersoon. In Into the Woods wordt met dit principe fantastisch de draak gestoken door álle rollen van betekenis deze eer te geven. Ze zingen allemaal in de opening: Ik wens…’. En we merken in de tweede akte wat deze wensen voor gevolgen hebben voor de wensen van de andere personages.

(Enig nadeel van deze fantastische opening is wel, dat het daardoor onduidelijk blijft welk personage nu centraal staat. Wie is de werkelijke hoofdrol in Into the Woods? Tip: het is niet de heks.)

Nogmaals: de ‘I Want-song’ laat ons als publiek meeleven met de ‘reis van de held’. Dit is natuurlijk pure manipulatie van de schrijvers. Neem bijvoorbeeld De Klokkenluider van de Notre Dame. Daarin zingt Quasimodo zijn lied ‘Naar buiten’. Dát is zijn grootste wens, blijkbaar. ‘Naar buiten’ is een hele goede en mooie ‘I Want-song’, want DIE wens kan worden vervuld in de finale.

Quasimodo zingt NIET: ‘Zo lelijk, God, wat ben ik lelijk’, terwijl dat toch een veel groter probleem is. Zijn uiterlijk zal niet gaan veranderen. Maar aan het eind van de film mag Quasimodo, lelijk als altijd, wel naar buiten.

Waarom is het toch niet saai en voorspelbaar om een ‘I Want-song’ te gebruiken? Omdat, en nu wordt het interessant, er een verschil bestaat tussen ‘I Want’ en ‘I Need’. Het personage kan wel aangeven wat het zou WILLEN dat er gebeurt, maar het heeft geen inzicht in wat het werkelijk NODIG heeft. Dus de lijn die uitgezet wordt, wordt niet rechtstreeks gevolgd. Er is een omweg nodig. Hopelijk een interessante omweg, dan is het ook een interessante musical. Het personage zal beloond worden maar niet op de manier waar het om vraagt.

Een heel grappig voorbeeld van wat ik hier bedoel zit in ‘Little Shop of Horrors’. De vrouwelijke hoofdrol Audrey zingt ‘Somewhere that’s green’. Zij beschrijft waar zij van droomt: een huis met een tuintje, bloemen en planten en een gazon om te maaien. De zin ‘Somewhere that’s green’ wordt een aantal keer herhaald.(Natuurlijk respecteer ik in de vertaling de functie van het lied. Dus mijn Nederlandse titel is ‘Omringd door groen’.)

Audrey krijgt uiteindelijk wat zij wenst maar op een totaal andere manier: ze wordt namelijk (spoiler!) opgegeten door een enorme vleesetende plant. Zij zal tot in de eeuwigheid IN die plant voortleven, ‘omringd door groen’. Want wat zij werkelijk nodig heeft (‘I need’) is de liefde van Seymour en met hem is ze nu voor eeuwig samen.

In mijn eigen musical Cyrano zat een ‘I want-song’ voor het titelpersonage. In eerste instantie had ik een solo geschreven voor Cyrano: ‘Dat ik haar bemin als mijn Julia, maakt van mij geen Romeo.’ Hij spreekt daarin uit dat hij zijn grote liefde Roxane nooit zal krijgen, want hij is niet goed genoeg voor haar.

Tijdens het werken aan ‘Cyrano’ merkte componist Ad van Dijk en ik dat wij de rol van Christian steeds belangrijker aan het maken waren, meer dan in het oorspronkelijke toneelstuk het geval was. Christian houdt ook van Roxane, maar hij is niet in staat haar een liefdesbrief te schrijven. Ook hij vindt zichzelf niet goed genoeg. De musical-bewerking concentreert zich op deze driehoek.

Het was Frank Sanders die na een lezing opmerkte: ‘Er zitten te veel soli voor Cyrano in de eerste akte, is er geen ruimte voor een duet Christian/Cyrano?’ De vraag van Frank was meteen de oplossing. Met heel weinig aanpassing werd de solo van Cyrano een ‘I Want-song’ voor beiden. Cyrano zingt: ‘Dat ik haar bemin als mijn Julia, maakt van mij geen Romeo’. Christian zingt: ‘Dat ik haar bemin als mijn Julia, maakt van mij geen Shakespeare’. Met grote dank aan Frank Sanders.

Foto: Wicked met Willemijn Verkaik, Roy Beusker