De culturele basisinfrastructuur (BIS) gaat plek bieden voor meer spelers en andere genres. Dat schrijft Minister Van Engelshoven in een brief aan de Tweede Kamer over het cultuurbeleid in de periode 2021-2024. Met de uitbreiding moet het culturele aanbod ‘een goede afspiegeling van de verschillende voorkeuren in de samenleving én van het culturele veld worden’. Daarnaast moeten instellingen de Fair Practice Code onderschrijven. In totaal gaat er vanaf 2021 44 miljoen euro extra subsidie naar de BIS.

In de basisinfrastructuur (BIS) zitten de culturele instellingen die een directe subsidie van het rijk ontvangen. In totaal is voor die structuur (incl. fondsen) straks 375,46 miljoen euro per jaar beschikbaar. De extra 44 miljoen komt uit de jaarlijkse 80 miljoen die het kabinet eerder beloofde vanaf 2020 in cultuur te gaan investeren.

In haar zogenaamde uitgangspuntenbrief kondigt de minister aan dat ze voor de podiumkunsten in de BIS vanaf 2021 jaarlijks 149,94 miljoen euro gaat uittrekken. Nieuw zijn vaste extra plekken voor podiumkunstenfestivals  (van 3 naar 7) en een uitbreiding van het aantal plekken voor jeugdpodiumkunsten (van 9 naar 15) zodat met name jeugddans kan worden opgenomen. Het aantal plekken voor theater (9; 20,04 miljoen euro), dans (4; 19,08 mln), en opera (3; 32,26 mln) blijft gelijk, en daarbij investeert zij in die laatste discipline 1,5 miljoen voor de Reisopera en Opera Zuid. In de muziek komt er ruimte in de BIS voor zeven muziekensembles. De minister gaat in de uitbreiding van de BIS veel minder ver dan de Raad voor Cultuur twee maanden geleden voorstelde.

Het Fonds Podiumkunsten – dat subsidie verleent aan kunstinstellingen buiten de BIS, maar ook gefinancierd wordt door het Rijk – moet vanaf 2021 fors bezuinigen. Het budget gaat van jaarlijks 62 miljoen naar 47, 27 miljoen. Dit komt deels omdat instellingen die worden overgeheveld van Fonds naar BIS hun budget (±7 miljoen) meenemen. Daarnaast worden de tijdelijke middelen om de zogenaamde B-categorie te ondersteunen niet structureel gemaakt. Volgens FPK-directeur Henriëtte Post betekent dit een halvering van het budget voor de meerjarige regeling van het Fonds tot ongeveer 15 miljoen euro. De fondsen keerden zich in een gezamenlijke reactie op de plannen van de Raad al tegen een uitbreiding van de BIS.

Nieuw is een instelling voor ‘beheer, behoud en ontsluiting sectorcollecties’ (half miljoen) en een ‘netwerk- of platformfunctie sectorcollecties’ (1 miljoen). Die zullen op het gebied van de podiumkunsten een aantal functies en verantwoordelijkheden van het voormalige Theaterinstituut en het Muziekcentrum Nederland overnemen.

De Minister wil tevens dat BIS-instellingen de komende periode de Fair Practice Code gaan onderschrijven. Ze zullen zich moeten houden aan afspraken die in de sector zijn gemaakt over eerlijk loon, zoals de CAO en honoreringsrichtlijnen. Daarnaast investeert het Rijk in maatregelen die de verdienmogelijkheden van de sector vergroten. Zo komt er een structurele voorziening voor ‘professionele ontwikkeling’. ‘Eerlijke beloning gaat vóór de kwantiteit van de productie of de werkgelegenheid in de sector’, schrijft de Minister.

Ten slotte komt er een apart programma om de cultuurdeelname van zoveel mogelijk groepen te bevorderen en zal er in de nieuwe cultuurperiode intensiever worden samengewerkt met de ‘stedelijke regio’s’. Er komt onder andere een matchingsregeling met regio’s om overal in Nederland culturele innovatie te stimuleren.

Minister Van Engelshoven is tot haar visie gekomen na het advies van de Raad voor Cultuur en vele gesprekken met makers, instellingen en bestuurders. Het voorstel van de Raad over regioclusters neemt de minister echter niet over, al komt er dus wel een matchingsregeling voor stedelijke regio’s die in cultuur willen investeren. Ook het idee van de Raad voor een onderscheid in ‘ketenvoorzieningen’ en ‘topinstellingen’ komt in de brief van de minister niet terug.

Op basis van de gepresenteerde uitgangspunten en criteria kunnen culturele instellingen straks hun aanvraag indienen voor subsidie voor de periode 2021-2024. Na advies van de Raad voor Cultuur over de plannen maakt minister Van Engelshoven op Prinsjesdag 2020 de subsidiebesluiten bekend.

Foto: Lepeltje Lepeltje – De Dansers, Bart Grietens