Tijdens het samenstellen van de programmering van Festival Cement dit jaar kwamen een aantal artistiek-inhoudelijke lijnen naar voren. Een daarvan is een lijn waarin de makers zich verbinden met wat er mis is in de wereld van vandaag. Reden voor het festival om op vrijdag 23 maart een meet-up rond het thema ‘wereldverbeteraars’ te organiseren.

Die meet-up, twee dagen na de gemeenteraadsverkiezingen, is gegoten in de vorm van een ‘town hall’, een gemeenteraad in een fictieve stad, waarin het publiek wordt gevraagd te stemmen over vier voorstellen voor een betere stad. Wat opviel bij het aanbieden van de voorstellen, was dat het element van dwang meermaals werd genoemd. De urgentie de wereld te veranderen is groot. Moderator Wouter Hillaert, de man achter kritisch cultuurplatform rekto:verso en de Vlaamse burgerbeweging Hart Boven Hard, stelde de initiatiefnemers voor aan het publiek.

Regisseur Sanne Nouws, die op Festival Cement met de voorstelling Het beste idee voor iedereen in première ging, bracht het voorstel in om het Esperanto voor alle inwoners verplicht te stellen als tweede taal. Alle overheids- en verdere publieke communicatie zou in het Esperanto moeten worden gevoerd. Nouws ziet deze taal als ideaal instrument voor gelijkwaardigheid, omdat het niemands moedertaal is. Iedereen moet hem zich eigen maken: ‘De vraag wie zich moet aanpassen aan wie, wordt irrelevant. Identiteitspolitiek wordt overbodig.’ Volgens Nouws is meertaligheid goed voor de wendbaarheid van het brein en het empathisch vermogen. Haar plan omvatte ook maatregelen om die meertaligheid af te dwingen. Wie de taal niet kent, wordt verbannen uit de stad, totdat de banneling wel Esperanto spreekt.

Silke Huysmans en Hannes Dereere zijn de makers van een meerstemmige performance rond de oorzaak en nasleep van een enorme mijnramp: Mining Stories, drie keer te zien tijdens deze editie van Festival Cement. Zij kwamen met een tweeledig voorstel. Ten eerste wilden zij het collectieve geheugen aanpassen door in de geschiedschrijving de perspectieven op te nemen van hen die daarin tot nu toe zijn vergeten, genegeerd of weggestreept: ‘We willen monumenten voor gestorven vissen’,  aldus Dereere en Huysmans. Ten tweede wilden zij een klimaatrechtssysteem toepassen: wanneer bedrijven, instanties en bestuurders voor de rechter ter verantwoording kunnen worden geroepen en straf riskeren, zullen ze veel sneller geneigd zijn het milieu te sparen. Ook hier is sprake van een element van dwang via de rechtsgang.

De derde beurt was aan het duo Lips&Knobel, naast eigenzinnige scenografen ook de makers van de installatie A Little Upset, waarmee ze vorig jaar de Cement Troffel wonnen. De installatie is de hele week in de grote hal van festivalhart de Verkadefabriek te zien. In een dubbel-act brachten zij hun statement, het enige dat expliciet verwoordde geen regels te willen opleggen: ‘We willen een revolutie’, sprak Lips. ‘We willen geen revolutie’, aldus Knobel. Ze riepen op tot een revolte van binnenuit, waarbij ieder individu zichzelf en de wereld voortdurend bevraagt. Dat leidt tot een gefragmenteerde revolutie, die ook al begonnen is, aldus het duo. Want wanneer iedereen begrip heeft voor iedereen verliezen we onszelf, maar het andere uiterste is de overwinning van het ego. Daartussenin in beweging blijven, met oog voor de ander, maakt van ons fluïde mensen in een fluïde stad.

Het voorstel van Sachli Gholamalizad tenslotte, de enige maker die geen werk presenteerde tijdens Cement, maar bekend van geëngageerd werk als (Not) My Paradise en A Reason To Talk, greep ook naar een verplichting om verandering af te dwingen. Zij riep op tot een verplichte inburgeringscursus voor de empathische mens. Niet alleen kinderen zouden dit eenjarige traject moeten doorlopen met veel speeluren, yoga, meditatie, psychologie en cultuur, ook alle volwassenen. De cursus leert mensen begrip voor elkaars bijzonderheden, in plaats van te denken in termen van minderheden, aanpassen en dominante cultuur. De focus op culturele ervaringen laat mensen kennismaken met de blik van de ander en de mogelijkheid te falen. ‘Het inzien van fouten leert ons onze conditie als mens te begrijpen’, aldus Gholamalizad.

Na de voorstellen en een informatieronde waarin het publiek de sprekers vragen mocht stellen, was het tijd om te stemmen. Met een flinke meerderheid won het idee van Gholamalizad voor een verplichte inburgeringscursus ‘Empathie voor iedereen’.

Het tweede deel van de middag werd ingeluid door Anoek Nuyens, die beeldend verslag deed van haar project Hulp en de inzichten die ze sinds het spelen daarvan voor NGO’s en bedrijven heeft opgedaan. Haar zoektocht naar een goede manier om het hulpfonds dat ze erfde van haar oudtante voort te zetten, heeft haar ten diepste verward. Wie is zij om de problemen van een heel continent te willen oplossen? Ze citeerde de Kameroense filosoof Agile Mbembe die zegt: ‘De paradox van onze tijd is dat we beseffen dat het zo niet langer kan, maar er niet in slagen te bepalen hoe we in actie moeten komen.’ Toch kwam Nuyens met een advies aan de vele jonge theatermakers en dramaturgen in de zaal: ‘Wat wij kunnen is op onze bijzondere manier verhalen vertellen. In onze taal, die zo tot de verbeelding spreekt. Wij kunnen werelden openbreken die we nog niet kennen en mensen zo diep raken dat ze in beweging komen.’ Ze riep hen op zichzelf niet te kwellen met het idee antwoorden te moeten geven op te grote vragen. Het vertellen van het verhaal, het stellen van de vraag op verschillende plekken, zoals in theaters en boardrooms, is de waardevolle bijdrage die juist het podiumkunstenveld te bieden heeft.

Hillaert vroeg ten slotte de makers van de vier voorstellen naar hun reactie op Nuyens conclusie en nodigde het publiek uit mee te praten. Een thema dat duidelijk naar voren kwam tijdens dit laatste half uur van de middag, was dat van het zoeken van verbinding; of dat nu in een presentatievorm is, zoals de opstelling van het publiek middenin de actie bij House of Nouws’ nieuwste voorstelling, of de manier waarop zowel Gholamalizad als Dereere en Huysmans met hun verhalen en documentaire aanpak mensen willen tonen die anders onzichtbaar zouden zijn gebleven en daarmee een bredere waaier aan perspectieven bieden. Of dat nu is door te spelen voor heel andere groepen dan een gangbaar theaterpubliek, zoals Nuyens deed, of door in een publieke ruimte je eigen vragen te verbeelden en ze even te delen met de voorbijganger, zoals de installatie van Lips&Knobel doet.

Als uitsmijter werd de makers gevraagd naar hun motto’s voor hoe het verder moet. Geheel in lijn met de sfeer deze middag was de reikwijdte breed, van een serieus citaat van Rebecca Solnit ‘Hope in the dark’ tot een eigenwijs ‘Beleef de lol van het spelen’.

Foto Het beste idee voor iedereen: Joost de Haas