Het lokaal voelde klein nadat ze de tekst hadden gelezen die ik had uitgekozen. Terwijl de klas haar best deed me te voorzien van bruikbare feedback, spraken we met dichtgeknepen kelen. Kwam dit door mij? Ik taste wat in het duister tot een van de leerlingen de drang voelde om naar buiten te gaan. Ze was eerder weg dan dat ik haar kon vragen of ik iets voor haar kon doen. Van tevoren had ik wel gezegd wat het onderwerp van de tekst was, maar niet met het idee wat voor effect de inhoud zou kunnen hebben. Had ik dat dan anders aan moeten pakken? Had ik moeten zeggen: Lezen op eigen risico!!

Dezelfde avond zit ik op de bank in mijn kamer voor me uit te staren. Ik voel me bezwaard en enorm verantwoordelijk. Alsof ik van een ongevraagd soort macht heb geproefd. Is de gevoelswereld van lezers werkelijk mijn verantwoordelijkheid? Wanneer ik met mijn tutor bel, stelt ze me gerust. Ik heb het onderwerp aangekondigd en heb de klasgenote achteraf een berichtje gestuurd, meer kan ik niet doen. Er is immers geen vaste richtlijn.

Op een kunstopleiding – waar emotie en psyche ten grondslag staan van een groot deel van het vak, waar we maken om te raken, om aan het denken te zetten, om te ontregelen en te amuseren – is er geen vaste richtlijn voor het bespreken van gevoelige inhoud. Ik broed er even op en bevind me niet veel later in een eindeloze discussie van artikel naar artikel over Trigger Warnings. In de Verenigde Staten een onderwerp dat in 2014 flink oplaaide.

Het begon bij waarschuwingen op feministische blogs voor inhoud over seksueel geweld en waaide over naar alle hoeken van de media om uiteindelijk op universiteiten te belanden. Studenten eisten Trigger Warnings voor de verkrachtingen in Metamorfosis van Ovidius, voor (spoiler alert) de zelfmoord in The Great Gatsby van Fitzgerald en voor racisme in het werk van Chinua Achebe. De universiteit van Michigan stelde een lijst van maar liefst 20 gevoelige thema’s samen. Veel universiteiten in de VS hebben nu richtlijnen voor het omgaan met gevoelige inhoud.

Een paar weken later hoor ik een studiegenote aan over een afstudeervoorstelling. Ze is boos, want er was geen Trigger Warning voor het naakte lichaam dat voor haar neus een zetpil in zijn kontgat schoof. Je bent niet inclusief als je zonder waarschuwing bloot over het toneel loopt volgens haar (ik parafraseer). Voor mensen van bepaalde geloofsovertuigingen is naaktheid namelijk een directe belediging. Bovendien voelt sowieso niet iedereen zich comfortabel bij het zien van een van top tot teen bloot persoon. Mijn initiële reactie hierop is cynisch. Als je naar het theater gaat, bestaat er altijd een kans dat je naakt ziet. En als je naakt al aan moet kondigen, waar moet je dan allemaal nog meer voor waarschuwen? Bovendien zijn er in de wereld buiten de theaterzaal geen Trigger Warnings. Als je iets te ver doorloopt langs de Noordzee, kom je vroeg of laat wel een piemel tegen. En wat dan? Gillend wegrennen?

In de artikelen die ik lees, is dit een vaak terugkerend argument van de oppositie: Je hoort studenten niet af te schermen voor de wereld. Het is juist van groot belang dat je met hen praat over gevoelige, controversiële onderwerpen op een plek waar er ruimte is om hun gedachtegoed te vormen, uit te dagen en aan te sterken. Door ervoor te waarschuwen loop je het risico dat een student ervoor kiest zich er afzijdig van te houden. Volgens de handleiding van de Universiteit van Michigan zijn TW’s echter zeker niet bedoeld om studenten te vertroetelen of af te schermen tegen de boze buitenwereld: On the contrary, it treats them as adults who can and should attend to their own well being with all available information.

Daar heeft Michigan een punt. Wie ben ik om voor iemand anders te bepalen wat wel en niet gevoelig ligt, waar iemand tegen opgewassen zou moeten zijn? En waarom zou ik mordicus besluiten dat men hard, koud, sterk moet zijn. Dat hoort bij een paradigma dat met de aandacht voor mentale gezondheid lijkt te veranderen. Van streng zijn en doorbijten naar veiligheid en sensibiliteit voor elkaar.

Hoewel de meningen hierover erg uiteen lopen in de academische wereld (in de VS), vind ik er veel minder discussie over in de kunstsector. Terwijl dat juist de plek is waar doelbewust risico’s worden genomen omtrent het beïnvloeden van mensen en hun emoties. ‘Maken om te raken.’ Zou de kunstsector hier niet juist een koploper in moeten zijn? Uiteindelijk had ik liever mensen geraakt die ervoor kozen het risico te willen lopen geraakt te worden en de rest beschermd. Nu lag alle verantwoordelijkheid bij mij: Ik had het voorgeschoteld en dus voelde ik de plicht het op te lossen. Terwijl ik geen psycholoog ben. Ik ben slechts een mens die iets schrijft en hoopt daarin troost of wijsheid te bieden.

Een voorval dat me helder bijstaat waarin ik als toeschouwer ongewenst getriggerd raakte was bij het kijken van de film Promising Young Woman, van Emerald Fennell. Ik ging met drie vriendinnen. Wij waren allemaal getriggerd. De trailer presenteerde de film als een zwartgallige, geëngageerde comedy. Er zat een speels muziekje onder, sommige rollen werden gespeeld door bekende Amerikaanse komieken, alles was bekleed met vrolijke kleuren. Ik had niet verwacht dat het zo ver zou gaan. Na afloop was ik ontsteld en buitensporig boos. Hoe had de regisseuse het lef zoiets te presenteren?

Hoewel ik wist dat seksueel overschrijdend gedrag het onderwerp van de film zou zijn, wist ik niet in welke mate dit thema zich voor zou doen: Een vrouw die gedrogeerd wordt (uit wraak) en naast een onbekende man in een hotelkamer ontwaakt, suggesties van beelden waarin iemand verkracht wordt, moord op een personage dat tergend lang krampachtig haar vingers uitreikt terwijl ze naar adem snakt. Het had echt geen kwaad gekund om in de trailers en aan het begin van de film een melding te maken. Al is het om de toeschouwer een moment te geven zich mentaal voor te bereiden. Als er een trigger warning was geweest bij Promising Young Woman had ik tenminste een inschatting kunnen maken van of ik de inhoud op dat moment aankon. Bovendien had ik na afloop mijn kritiek op de film zelf beter kunnen scheiden van mijn onaangename, non-cathartische geraaktheid.

Als ik hier terugkijkend bij stilsta, realiseer ik dat deze herinnering voor mij doorslaggevend is. Liever raak ik gewenst dan dat ik ongewenst trigger. Mensen geven nu geen waarschuwingen, niet als statement tegen TW’s, maar omdat ze zich niet bewust zijn van de mogelijkheid te waarschuwen. Een richtlijn voor het bespreken van gevoelige inhoud (onder kunststudenten, regisseurs en publiek, schrijvers en redacteuren, onder de kunstwereld in het algemeen) moet ergens beginnen. Het geven van concrete, sensibele waarschuwingen lijkt me een goed begin.

Foto: Johanna Malm, Iris, Pupil, retina, etc. van Iggy Malmborg