Het LAK Theater (voluit Leids Academisch Kunstcentrum) houdt per 2013 op te bestaan. Met het oog op bezuinigingen kondigde de Universiteit Leiden in 2008 aan te stoppen met de exploitatie van het theater. Het aanbieden van voorstellingen zou geen kerntaak zijn van de academische instelling. Er wordt naarstig gezocht naar een manier om het theater te laten voortbestaan. Maar nu een fusie met Stadspodia Leiden, waarin de Leidse Schouwburg en Stadsgehoorzaal zijn opgegaan, van de baan is, verdwijnt het theater definitief.

Jaren van reddingspogingen gaan aan het einde van het LAKtheater vooraf. Dit begon met gesprekken tussen het theater, de universiteit en de gemeente Leiden in 2009. Hierbij werd afgesproken dat de universiteit het gebouw bleef beheren. De gemeente zou de programmering en organisatie financieren. Even leek het LAKtheater gered, maar de onderhandelingen liepen toch nog stuk. De universiteit eiste handhaving van de personeelscontracten (volgens de universitaire CAO), waar de gemeente niet mee kon instemmen.

Op verzoek van Jan-Jaap de Haan (wethouder Cultuur, Werk en Inkomen in Leiden), ging het theater in september 2011 in gesprek met Stadspodia. Het beoogde resultaat was een fusie, waarbij Stadspodia de organisatie van het theater zou overnemen. Doordat de zaal in handen bleef van de universiteit, was gebruik voor Stadpodia gratis. Ook bood de gemeente weer aan om de programmering en organisatie te financieren. Maar ook dit scenario sneuvelde. Stadspodia kampte met tegenvallende inkomsten en durfde het niet aan om het LAK onder haar hoede te nemen. De personeelscontracten, die de universiteit overgenomen wilde zien door Stadspodia, bleken weer een struikelblok in de onderhandelingen.

Het LAKtheater maakt het huidige seizoen af maar programmeert vanaf 2013 geen voorstellingen meer. Stadspodia neemt mogelijk, ter compensatie, een aantal vlakkevloervoorstellingen in zijn eigen programmering op. De voormalige theaterzaal wordt, als het aan de Universiteit Leiden ligt, een collegezaal voor de faculteit Geesteswetenschappen.