Het Britse duo Kwame Asafo-Adjei en Catrina Nisbett heeft gisteren tijdens de finale van de Rotterdam International Duet Choreography Competition de XL Production Award van 100 duizend euro gewonnen. Ze ontvingen de prijs voor hun duet Family Honour. De wedstrijd grossiert in genereuze prijzen, met dank aan de Stichting Droom en Daad en de betrokken dansgezelschappen. De finale liet weer eens zien hoe ingewikkeld het is om van kunst een wedstrijd te maken. Zeker bij dans is het een kwestie van hoe je kijkt en waar je de nadruk op legt.

Scapinodansers Maya Roest en Mischa van Leeuwen hebben een competitie opgezet voor dansduetten, want die was er nog niet. Van de 304 inzendingen uit 44 landen op video koos de ‘prejury’ er zestien voor het podium. Daaruit selecteerde de jury zes RIDCC-finalisten: drie liefdesduetten, een stukje minimal dance, twee organismen ‘op quasi-cellulair niveau’ en een vader-dochterkwestie.

Generatiestrijd en zeemeerminnen
Dat eerste stuk, Family Honour, opende de finale-avond. Vader en dochter zitten tegenover elkaar aan de keukentafel. ‘Not in my house’, zegt pa, en hij haalt ook God er nog bij. Dat klinkt allesbehalve dansant, maar het Britse duo Kwame Asafo-Adjei (ook de choreograaf) en Catrina Nisbett maken er een sterk gestileerd gevecht van – eerst met snelle armen en handen, later ook los van de tafel. De generatiestrijd loopt hoog op. Family Honour laat weer zien hoe urban dansstijlen en moderne theaterdans elkaar kunnen bevruchten.

In Mermaids gaan choreograaf Dereck Cayla en Victor Callens, beiden uit Frankrijk, terug naar onze diepste origine. Uiteindelijk komen we uit zee – we horen meeuwen en de rozerode draderige T-shirts van de dansers doen denken aan wier en aangespoeld materiaal. Die benadering leidt tot een heel ander soort bewegingsmateriaal, met veel gezamenlijk wiebelen en schuifelen, waarin verbazing over het ontdekken van de mogelijkheden van de wereld steeds doorklinkt.

The Gyre van Angela Rabaglio (Zwitserland) Micaël Florentz (Frankrijk) is een minimaal stuk dat uitgaat van lopen. Met stapjes draaien ze om elkaar heen, met kleine veranderingen in hun bewegingen; een flink deel van het stuk speelt zich af op de vierkante meter. Knap dat ze dat spannend weten te houden.

Traditionele liefdesduetten
De andere drie stukken kun je typeren als liefdesduetten van het meer traditionele soort. Bij de Britse mannen Rhys Dennis & Waddah Sinada komt er wat competitie bij, maar centraal staan gelijkwaardigheid en interactie, met strijklicht als balsem voor geprononceerde spieren.

De meerwaarde van op elkaar ingespeelde dansers kwam nog sterker naar voren in Grayscale van het Russisch-Nederlandse dansers- en choreografenduo Anastasia Belyaeva en Justin de Jager​. Ze maken in het kleine kwartiertje dat hun stuk duurt de indruk dat ze werkelijk op elkaar betrokken zijn en een hechte band hebben. Maramu van Mattheus Paul van Rossum (Nederland) en Rebecca Laufer (USA/Israël) was daar een wat minder intense variant van, met een onverwacht einde: net nadat er een nieuw stuk muziek klinkt, is het stuk ineens afgelopen.

Gevarieerd materiaal dus, gemaakt en uitgevoerd op een veelbelovend niveau – maak daar maar eens een keuze uit. De enige gemeenschappelijke factor die ik kon ontdekken, was schemering. Dans lijkt in onze tijd een kunstvorm die het daglicht niet kan verdragen.

Kunst als wedstrijd
Voordat er één stap dans was gezet, had de toeschouwer die ook bij het gesprek vooraf was, al vijftien keer gehoord dat de eerste prijs, de XL Production Award, met 100 duizend euro de allerallergrootste dansprijs ter wereld is. Dat maakte een nogal patserige indruk, en het is ook een beetje gênant in een tijd waarin veel kunstenaars op een houtje bijten. Dat laat onverlet hoe mooi het is dat de stichting Droom en Daad, opgericht om het kapitaal van de havenfamilie Van der Vorm culturele doelen te laten dienen, zo ruimhartig in de bus blaast. Droom en daad heeft in de paar jaar dat de stichting nu bestaat een wezenlijke impuls gegeven aan het culturele leven in Rotterdam.

De finale kwam moeizaam op gang door de ampele en vaak koketterige aankondigingen van danser/acteur/tv-presentator Jan Kooijman en het interview dat dansbobo en jurylid Samuel Wuersten had met guest of honour Cathy Marston. Hoe goed ze ook gebekt is en hoe prachtig haar carrière ook is, met vragen als ‘Hoe zou een wereld zonder dans eruitzien?’ schiet niemand wat op. Wat was haar rol eigenlijk in de competitie? Het is opvallend met hoe weinig ritmegevoel mensen uit de danswereld zo’n programma in elkaar zetten. Na een half uur konden de dansers eindelijk het podium op.

Heel terecht wees juryvoorzitter Jan Zoet op het problematische van kunst als wedstrijd. Als iedereen honderd meter rent, kun je goed bepalen wie de snelste is. Bij jurysporten als kunstrijden en dressuur zijn de uitgangspunten nog ongeveer gelijk, maar hoe kies je van nieuw gemaakte dans welk stuk het beste is, zeker met originaliteit als een belangrijke eis?

Prijswinnaars
Toen Zoet zei dat dans volgens de jury ook nog iets moest zeggen over de wereld van nu, was duidelijk dat de hoofdprijs van een ton alleen nog kon gaan naar Family Honour. Asafo-Adjei en Nisbett gaan de komende tijd ook met Maas Theater en Dans en Club Guy & Roni in zee. Vier andere voorstellingen vielen in de prijzen: de makers van Ruins en The Gyre kunnen aan het werk bij Conny Janssen Danst en Dansateliers. Coma van de Spanjaard Diego Sinniger de Salas kreeg twee ontwikkelingsprijzen: bij Scapino en de dansopleiding van Codarts. Dat die voorstelling de finale niet haalde, laat weer zien dat jureren allerminst een exacte wetenschap is. De prejuryleden die ik sprak verbaasden zich over de selectie van finalestukken.

Uiteindelijk bleef de romantiek niet helemaal met lege handen achter: de publieksprijs (bekostigd door de toeschouwers zelf) ging naar Anastasia Belyaeva en Justin de Jager.

Foto: Family Honour