De Amsterdamse kunstraad staat positief tegenover het intensiveren van de samenwerking tussen Toneelgroep Amsterdam (TA) en de Stadsschouwburg Amsterdam (SSBA) in één theaterhuis. Op verzoek van wethouder Kunst en Cultuur Kajsa Ollongren heeft de kunstraad advies uitgebracht over hun voorgenomen vergaande samenwerking. 

De Amsterdamse kunstraad (AKr) ziet op diverse vlakken meerwaarde ontstaan wanneer TA en SSBA hechter gaan samenwerken. Zo kan TA profiteren van de kennis en kunde van de educatie-afdeling van SSBA en kan Ivo van Hove de internationale programmering van SSBA met zijn internationale netwerk nog sterker en interessanter maken.

Voorwaarden
De AKr vindt het wel belangrijk dat de gelijkwaardigheid van beide partners en de verhouding van het theater met de stad geborgd wordt. In dat licht adviseert de raad het gemeentebestuur in overleg te treden met beide instellingen om in dit proces in elk geval twee voorwaarden in te bouwen.

Als eerste zou het budget van SSBA, waarmee een programmering wordt gerealiseerd die sterk op de stad is gericht, voor dit doel behouden moeten blijven. Daarom adviseert de kunstraad dat de subsidiestromen van de twee instellingen gescheiden blijven. Door afzonderlijke subsidieaanvragen in te dienen, blijft een transparante verantwoording over de besteding ook in de toekomst mogelijk. De werkwijze van Nationale Opera & Ballet, een fusie van Het Nationale Ballet, de Nederlandse Opera en Het Muziektheater, kan als voorbeeld dienen.

De tweede voorwaarde heeft betrekking op de organisatiestructuur. Een stapeling van directiefuncties moet worden voorkomen, zoals eerder in Den Haag en Rotterdam met een fusie tussen huisgezelschap en schouwburg wel gebeurd is. De kunstraad adviseert voor het evenwicht tussen beide entiteiten in het nieuwe geheel een tweekoppige directie aan te stellen: een artistiek directeur, en een algemeen en zakelijk directeur. De laatste moet een zwaargewicht zijn die extern wordt geworven.