De sterk stijgende vastgoedprijzen in Amsterdam zorgen indirect voor druk op culturele instellingen. Vastgoedbeleid van de gemeente moet in dienst staan van cultuurbeleid en niet andersom. Dit stelt de Amsterdamse Kunstraad in een (ongevraagd) advies aan de gemeenteraad. Directe aanleiding voor het advies zijn de problemen van het Pianola Museum. De gemeente wil het pand waar het ongesubsidieerde museum in huist verkopen, maar de huurverhoging die de nieuwe eigenaar zou doorvoeren zou het einde betekenen, stelde museumdirecteur Yvo Verschoor in Trouw.

Het is een van de voorbeelden van de vergaande consequenties die het vastgoedbeleid van de gemeente heeft op het cultuurbeleid. De snel stijgende vastgoedprijzen in de stad zetten de situatie verder onder druk. De Kunstraad heeft drie aanbevelingen voor de gemeente Amsterdam: de gemeente moet gemeentelijke panden in de binnenstad waarin artistieke en kunstzinnige activiteiten plaatsvinden behouden in plaats van afstoten, culturele huurders compenseren voor  kostprijsdekkende huurverhogingen, en incidenteel budget beschikbaar stellen voor nieuwe initiatieven in gemeentelijke panden en achterstallig onderhoud.

Sinds de invoering van de Spelregels Vastgoed in 2015 zijn alle cultuurpanden in Amsterdam ondergebracht bij de gemeentelijke afdeling Vastgoed. Tijdens de gemeenteraad van afgelopen donderdag kwamen veel vragen naar boven over de consequenties van de Spelregels Vastgoed op het kunst- en cultuurbeleid dat de stad voert. Uitvoering van de regels vergt volgens de Kunstraad, naast het budget voor het kunstenplan, een forse verhoging van het cultuurbudget.

De raad verwijt het gemeentebestuur dat zijn betrokkenheid bij de culturele infrastructuur niet verder zou reiken dan de 154 instellingen die deel uitmaken van het huidige kunstenplan (2017-2020). Ook in haar theatervastgoed heeft de gemeente de afgelopen periode flink gesnoeid: onder meer Felix Meritis en het Compagnietheater werden verkocht, maar dat leidde niet tot problemen, omdat de koper in beide gevallen de liefdadige Amergroep was.

Behoud culturele panden
Het gemeentebestuur heeft besloten naast de eigen huisvesting alleen nog vastgoed te behouden dat bestemd is voor een specifiek beleidsdoel, zoals cultuur. Ander, commercieel verhuurd, vastgoed wordt afgestoten – tenzij een andere beleidsafdeling ze claimt en daarmee de financiële verantwoordelijkheid neemt, de afdeling Kunst en Cultuur in dit geval. Lopende huurschulden of achterstallig onderhoud zouden dan op de rekening van de desbetreffende afdeling komen.

Volgens de Kunstraad zou de gemeente moeten vaststellen welke culturele beleidsdoelen de afdeling Vastgoed moet dienen, in plaats van andersom. Met het oog op de culturele en maatschappelijke functies van de panden in de binnenstad, adviseert de raad gemeentelijke panden waarin culturele activiteiten plaatsvinden niet af te stoten, maar elders op de gemeentelijke begroting compensatie te vinden voor de huurders.

Compensatie culturele huurders
Ten gevolge van de Wet Markt en Overheid berekent de gemeente rente, afschrijvingen en planmatig onderhoud door aan huurders. In totaal vormen die kosten de kostprijs. De overgang van een culturele beleidshuur naar een kostprijsdekkende huur moet budgettair neutraal gebeuren, adviseert de raad. Alle culturele huurders (niet alleen de kunstenplaninstellingen) moeten gecompenseerd worden. De daaruit voortvloeiende stijging van het cultuurbudget zal in een coalitieakkoord moeten worden geregeld.

Uitvoering achterstallig onderhoud
Ten slotte adviseert de Kunstraad dat, vóórdat die kostprijsdekkende huur kan worden ingevoerd, groot achterstallig onderhoud moet worden verricht. Dat mag niet ten laste komen van de subsidie uit het kunstenplan of de begroting voor Kunst en Cultuur.

‘Het faciliteren van vastgoed aan kunstenaars en culturele instellingen behoort tot het beleidsinstrumentarium van het cultuurbeleid, net zozeer als het verstrekken van subsidie een beleidsinstrument is’, schrijft de raad in zijn advies.