Als iets is verzonnen, betekent dat dan automatisch dat het niet bestaat? Als iets in je fantasie bestaat, is dat dan echt? En kan je gevangen gehouden worden door je eigen ideeën? Wezenlijke vragen krijgen de achtplussers op de KinderParade voorgeschoteld, in de filosofische whodunnit Chef KAnin van de zAAk A. Even verderop doorkruist een groep kinderen als kersverse antropologen het festivalterrein, terwijl ze verschillende types gedrag van de Paradebezoekers onderscheiden.

Afgelopen weekend streek de Parade neer bij de tweede halte, in het sfeervolle Westbroekpark in Den Haag. Daar was het woensdagmiddag gezellig druk op de KinderParade. Wat vanaf negen uur ’s avonds de arena voor dans en stille verleiding is – de beruchte Silent Disco-kooi – is overdag verzamelplek voor De Dwarsliggers van Gina Beuk en Semna Segal. Het zesplus-publiek krijg een stoomcursus culturele antropologie. Alles in de wereld kun je onderverdelen in lijnen en bollen, ook mensen. Lijnen zijn doelbewust, daadkrachtig en dragen hippe zonnebrillen. Ze kijken vaak op hun telefoon. Bollen zijn grillig, twijfelend, ze staan vaak lang te drentelen bij het programmabord van de Parade en drinken als het even kan rode wijn.

De theorie wordt meteen getoetst op het terrein. De cursusleidster in kwestie neemt het publiek mee het veld op, wat leidt tot een aantal curieuze ontmoetingen met uitgesproken lijnen en bollen. Het aardige van de opzet is dat je ook aan alle toevallige festivalbezoekers de theorie gaat testen, en dat je vaak meteen bij iemand weet in welke categorie je diegene zou onderverdelen. Gelukkig blijkt gaandeweg dat de onderverdeling niet zo rechtlijnig is en dat iedereen voortdurend in transitie is. Lijnen worden bollen en andersom, en als omstanders kunnen we elkaar een beetje helpen, een beetje bijsturen.

In Chef KAnin van het filosofisch jeugdtheatergezelschap de zAAk A van Annelies Appelhof moet het jonge publiek ook meteen aan het werk. Ditmaal als collega-rechercheurs in een belangwekkende politiezaak, onder leiding van rechercheur Appelhof en haar (musicerende) sidekick Aristo Mijnals. Wat begint met de mysterieuze verdwijning van de populaire Zweedse kinderboekenschrijver Astrid Andersson, mondt uit in een boeiend gedachte-experiment over de (bevrijdende én verstikkende) kracht van gedachten en ideeën.

Er volgen ondervragingen van verschillende mogelijk betrokkenen – haar zus, uitgever en grootste fan – en daarna wordt steeds met het publiek (de collega’s) gereflecteerd op hun verhaal: hoe waarachtig vonden we het, zou deze persoon liegen of de waarheid spreken? Deze intermezzo’s worden losjes geleid door Appelhof, die uitstekend in staat is de reacties van de kinderen in een breder, filosofisch perspectief te plaatsen, waarin de grens tussen waarheid en leugen, feiten en fictie en de kracht van ideeën wordt bevraagd.

Het is jammer dat de spelers zich in de scènes daaromheen zo nu en dan wat overschreeuwen en dat de afwikkeling van dit boeiende spiegelpaleis nogal abrupt en gejaagd is, maar dat doet niet af aan het feit dat de zAAk A (in regie van Lara van Hoof) een zeer prikkelende, filosofisch getinte jeugdkrimi heeft neergezet.

Ook het dierenuniversum van Toon Tellegen is natuurlijk per definitie filosofisch van aard. In de vertelvoorstelling De Mier, de Eekhoorn en de Axolotl (4+) van WOLF’QADEMY STUDIOS zijn steeds drie wisselende verhalen uit Tellegens bundel Misschien wisten zij alles (2001) te horen. De verhalen worden met aanstekelijk plezier en veel energie gebracht, al ontnemen de zeer groot uitgemeten, groteske vertolkingen van de verschillende dieren meestal het zicht op Tellegens heldere prozakleinoodjes waarin zich – juist in alle soberheid – zulke herkenbare vraagstukken en emoties uittekenen, en wat zijn werk zo aantrekkelijk maakt voor jong en oud.

Gezien: KinderParade, 6 juli 2022, Westbroekpark Den Haag. Foto: De Parade