In het lied F-pupillen, zaterdagochtend beschrijft Jurrian van Dongen de sfeer in de kleedkamer van voetbaljochies. De trainer, ongetwijfeld de vader van een van de spelertjes, spreekt zijn pupillen streng, maar bemoedigend toe na een teleurstellende eerste helft. Van Dongen weet die sfeer perfect te raken. Hij heeft geen kinderen en is nog nooit in de voetbalkleedkamer op zaterdagochtend geweest. Van Dongen is een schrijver die zich uitstekend kan inleven in welke situatie dan ook. Dat maakt hem tot een van de beste tekstdichters van dit moment.

Het lied over de jonge voetballertjes is door Harry Bannink op muziek gezet en Edwin Rutten zong het in 1998 in Het Klokhuis. Van Dongen schrijft al een kwart eeuw voor dat educatieve jeugdprogramma van de NPO, waarvoor hij niet bepaald lichte onderwerpen als kussen op het eerste klassenfeest, jaloezie, de dood, godsdienst, het koningshuis en kanker op een bijna volwassen manier voor kinderen heeft behandeld:

Het lijkt een beetje op een bloem die in je groeit
Vreemd om je dat voor te moeten stellen
Hoe daar een aantal van m’n eigen cellen
Alles in de war stuurt en verknoeit

Veel theaterbezoekers – ook al hebben ze kinderen en kijken ze weleens met hun kroost mee naar Het Klokhuis – weten waarschijnlijk alleen dat Van Dongen teksten heeft geschreven voor kleinkunstenaars en cabaretiers als Karin Bloemen, Jenny Arean, Paul de Leeuw en Alex Klaasen. Voor die theatergangers is het een verrassing en een groot genot om de bundel Gewoon opnieuw door te nemen, die voor de helft bestaat uit teksten voor Het Klokhuis. De bundel werd deze week in De Kleine Komedie feestelijk en muzikaal gepresenteerd door Het Amsterdams Kleinkunst Festival, met medewerking van een deel van de afnemers van de teksten van Van Dongen.

Brigitte Kaandorp presenteerde de avond met haar gebruikelijke vrolijke chaos. Ze vreesde dat deze hommage misschien zou kunnen overkomen als de afronding van de carrière van Jurrian van Dongen, en dat er dan dus sprake zou zijn van een begrafenis zonder lijk. Maar die omschrijving ging volgens Kaandorp meer op voor wat er in Engeland de afgelopen week is gebeurd. Daar is zo lang met het lichaam van de Queen gezeuld, dat het waarschijnlijk al was ontbonden voordat ze goed en wel werd begraven.

Mooi, de toon van de avond was gezet!

Jenny Arean opende het bal met het spetterende liefdeslied Halleluja, amen, op muziek gezet door Martin van Dijk. En gelukkig kwam Arean nog een keer terug met het lied De mooie dingen. In dat nummer, waarin Van Dongen eigenlijk zijn artistieke opdracht verwoordt, zien we een vader die met zijn dochter door de stad wandelt en langs een standbeeld van Theo Thijssen komt. Als het kind vraagt wie dat is, vertelt de vader vol bewondering alles wat hij weet van de schrijver van Kees de jongen. En dan snapt de vader dat het in het leven om twee dingen gaat: de liefde te herkennen en onderweg de mooie dingen aan te wijzen. Door die simpele ingeving voelt de vader zich herboren, want ‘Hij mag haar Callas laten horen. En da Vinci en De Niro laten zien.’

Het lied, dat op muziek is gezet door Rutger Laan, werd door Jenny Arean uitgevoerd in de theatervoorstelling Het Verschil uit 2006. Het prachtige nummer, vol melancholie en levenswijsheid, is niet alleen inhoudelijk ijzersterk, maar het zit ook rijmtechnisch knap in elkaar. Als klap op de vuurpijl maakt Van Dongen in het slotcouplet ook nog een sympathieke buiging naar een van de grootste liedtekstdichters die Nederland heeft gekend:

Zo krijgt een standbeeld z’n betekenis
Kon hij Thijssen maar een dankbrief schrijven
Of er in een liedje aan herinnerd blijven…
Jammer dat Willem Wilmink er niet meer is.

Het hogeschoolwerk van Jurrian van Dongen kan niet alleen naast Wilmink worden geplaatst, maar hij past in de traditie van de gehele Nederlandse tekstdichters-elite met onder anderen Jan Boerstoel, Ivo de Wijs en Annie M.G. Schmidt. Het zijn schrijvers, die net zo makkelijk voor kinderen als voor volwassenen kunnen dichten. Zeer terecht is dan ook de prijs voor het beste kinderlied van het seizoen vernoemd naar Willem Wilmink en het beste theaterlied wordt beloond met de Annie M.G. Schmidtprijs, maar die namen zouden ook kunnen worden omgedraaid.

Jurrian van Dongen heeft beide prijzen al op zak. Het opgewekte cowboyliedje Give me some skin, dit jaar de winnaar van de Willem Wilminkprijs (muziek: Jan en Keez Groenteman), werd smakelijk gezongen door het Klokhuis-cowboytrio Jesse Mensah, Maarten Heijmans en Rop Verheijen. De laatste, de man van Van Dongen, zorgde voor een fijn emotioneel moment met het liefdeslied Dat weet je toch. Ook de optredens van Paul de Leeuw, Alex Klaasen, Annick Boer en Joy Wielkens waren een feestje.

Ofschoon Van Dongen nog geen vijftig is, en van wie wij dus nog een hoop schoons kunnen verwachten, is al deels in zijn opvolging voorzien. Jan Beuving heeft les van Van Dongen gehad op de Koningstheateracademie in Den Bosch en heeft inmiddels zijn sporen verdiend als belangrijke tekstdichter. Beuving schreef niet alleen een bevlogen inleiding voor de verzamelbundel, maar eerde zijn grote voorbeeld op de hommage-avond met een lofdicht, geënt op het lied Ze zeggen dat ze Nero nog gevoed heeft, waarin het moederschap een historische lading krijgt. In de tekst van Beuving krijgt ook de dichter Van Dongen eeuwigheidswaarde:

Ze zeggen dat hij nog een grot beklad heeft
Dat-ie de stenen tafelen heeft gegraveerd
Alle Grieken gaf hij les
Hij heeft Aristofanes
Hele stukken van De Wolken gesouffleerd
Zoveel meesterwerken als hij heeft geschreven
Zoveel leerlingen heeft hij voorzien van raad
Hij nam Shakespeare op zijn knie
En zei: ‘to be or not to be,
Kleine William, dát is waar het om gaat’

Wat Van Dongen voor Beuving is, dat is George Groot weer voor Van Dongen, die vertelde dat hij als 15-jarig jochie in Dronten al eens contact had gehad met Groot, die daar samen met Jenny Arean in de Meerpaal speelde. Groot gaf de jongeman het zetje, dat hij nodig had. Daarom kregen Groot en Arean het ‘eerste exemplaar’ van de bundel uitgereikt, wat weer goed was voor een mooi sonnet van George Groot, waarin hij herinneringen ophaalt aan de soms stroeve schrijflessen die hij heeft gegeven op de Kleinkunstacademie, met de slotstrofe:

En dan, in deze Wüste een oase
Een jongen leest zijn lied voor, ach en dan
Elk woord is een juweel, geen holle frase
Een mooi idee, en prachtig rijm, het kan
En…het is af, docent dus in extase
Wie is die jongen? Tuurlijk, Jurrian

Jurrian van Dongen: Gewoon opnieuw. Honderd liedteksten voor televisie en theater wordt uitgegeven door Uitgeverij International Theatre & Film Books, € 19,50

Foto Hommage: Anne van Zantwijk