Acteurs en theatermakers Ilay den Boer (1986), Walter Bart (1978) en Jeroen De Man (1980) hebben na een gezamenlijke inleiding ieder een Staat van het Theater uitgesproken bij de opening van het Nederlands Theater Festival 2012 in Stadsschouwburg Amsterdam.

In hun gezamenlijke inleiding kondigden zij een Ministaat van het Theater aan, op te stellen door 83 theatermakers tussen 25 en 40 jaar, die zij, na de namen een voor een te hebben opgenoemd, uitriepen tot de Nieuwe Nederlandse Golf.

Jeroen de Man van De Warme Winkel riep in zijn Staat het schrikbeeld op van een toekomst waarin Toneelgroep Hologramsterdam in reukloze multiplexen staat geprogrammeerd: ‘Ons theater heeft nood aan necrofiele pinguïns. Ik wil een lans breken voor de gek, de nar, de non-fittest.’ De Man vroeg theaters en gezelschappen jaarlijks een klein bedrag af te zonderen om dat als ‘wildcard-geld’ beschikbaar te stellen aan jong talent. Ook zou iedere theatermaker een jaar lang een maker in opleiding onder zijn hoede moeten nemen, als een vorm van verlengd mentorschap.

Ilay den Boer constateerde een kloof tussen theatermakers en samenleving. ‘Wij begrijpen de samenleving niet,’ zei hij. ‘Mijn opdracht is om de theater en samenleving dichter bij elkaar te brengen. Beleidsmakers moeten eerst de samenleving raadplegen, dan de theatermakers en daarna hun beleid formuleren. Zonder bang te zijn.’ De Boer pleitte voor een ‘heropvoeding van de hele Nederlandse samenleving’, een taak die tienatallen jaren in beslag gaat nemen. Ook vroeg hij om meer geld voor programmeurs, zodat zij beter in staat zijn het publiek naar de theaters te halen.

Walter Bart van de groep Wunderbaum kwam met een 36 punten tellend manifest, waarin de zinsneden ‘Jonge kunstenaars maken zich niet afhankelijk, maar zíjn afhankelijk’ en ‘Shakespeare is níet de weg uit de crisis’ werden herhaald. Dit manifest kreeg uit de volle zaal van de schouwburg grote bijval.

Voorafgaand aan de Staat van het Theater vond de uitreiking van de Erik Vos Prijs plaats. De keuze van de jury was gevallen op Alexandra Broeder. De prijs bestaat uit een geldbedrag van vijfduizend euro. De voorzitter van de Nederlandse Toneeljury, auteur Arthur Japin, leidde de opening van het festival in.

Foto: Coco Duivenvoorde