De Duitse choreograaf Marco Goecke heeft gisteren de Jiří Kylián Ring ontvangen. Hij ontving de onderscheiding voor inspiratie en vernieuwing binnen de danswereld tijdens de opening van het Holland Dance Festival, in aanwezigheid van Hunne Koninklijke Hoogheden Prinses Beatrix, Prins Constantijn en Prinses Laurentien der Nederlanden.

Het Holland Dance Festival en de Nederlandse Dansdagen stelden de Ring in 2006 samen in uit bewondering voor Jiři Kyliáns meesterschap. Aan Kylián werd gevraagd de ring op termijn door te geven aan een kunstenaar, die net als hij een inspirator en vernieuwer is binnen de danswereld.

Marco Goecke (1972) begon in 1988 aan de balletacademie van de Heinz Bosl-stichting in München en vervolgde zijn studie aan het Koninklijk Conservatorium in Den Haag, waar hij in 1995 zijn diploma behaalde. Vervolgens werkt hij bij de Duitse Staatsopera Berlijn, het Theater Hagen en het Stuttgarter Ballet. In 2008 werd hij huischoreograaf bij het Scapino Ballet in Rotterdam. Ook voor Nederlands Dans Theater creëerde de choreograaf verschillende werken voor zowel NDT 1 als NDT 2. Sinds 2019 is Goecke artistiek leider van StaatsBallet Hannover.

De Ring bestaat eigenlijk uit een set van 14 ringen, voor iedere letter van de prijs een. Winnaars mogen een passende ring uitzoeken en deze ook houden wanneer ze de prijs doorgeven. Voor de lege plek op de ringmaatstok wordt een nieuwe ring gemaakt. Aan de prijs is ook ‘een financiële stimulans’ van vijfduizend euro van de Kylián Foundation verbonden.

Naast Jiři Kylián zelf, zijn eerdere winnaars onder anderen Alexandra Radius & Han Ebbelaar, Janine Dijkmeijer, Ingrid Wolff en Michael Schumacher. Marian Sarstädt, winnaar in 2020, reikte de ring gisteren uit aan Marco Goecke na afloop van de NDT 1-voorstelling Traces left within, waarin tevens Goeckes nieuwe werk I love you, ghosts in wereldpremière ging. Later op het Holland Dance Festival is Swan Lakes te zien, waarin Goecke samen met drie andere hedendaagse choreografen ieder hun eigen visie op het ‘ballet der balletten’ toont.

Foto: Sjoerd Derine