Voor een daadwerkelijke doorvoering van een fair practice beleid in het kunstenveld, zal het rijk ook extra budget vrij moeten maken. Dat schrijven de initiatiefnemers van de morele CAO in een brief aan de minister en de Tweede Kamer. Ze reageren daarmee op de plannen van de minister om hun fair practice code straks als subsidievoorwaarde in te stellen.

De Fair Pratice Code ontstond enkele jaren geleden op initiatief van kunstenaars en kunstwerkers uit het veld zelf, die een gezamenlijke verantwoordelijkheid voor een gezond en werkbaar kunstenveld wilden aanjagen. Het initiatief werd meteen breed omarmd en onderschreven door wethouders, politici, kunstinstellingen en kunstenaars. Minister Van Engelshoven wil de code in het nieuwe kunstenplan als harde subsidievoorwaarde instellen: geen fair practice, geen subsidie.

De initiatiefnemers van fair practice laten nu weten ‘buitengewoon verheugd’ te zijn dat dit onderwerp zo hoog op de agenda staat. Al benadrukken ze daarover ook niet al te verbaasd te zijn. ‘De afgelopen jaren is via verschillende wegen duidelijk geworden dat de bezuinigingen uit 2013 grote gevolgen hebben gehad voor de inkomenspositie en bestaanszekerheid van kunstenaars en andere kunstwerkers.’

Door van de fair practice code een subsidievoorwaarde te maken, wil de minister instellingen ertoe bewegen straks eerlijke honoraria voor kunstenaars te waarborgen. De initiatiefnemers wijzen erop dat die wil er al lang was, dat blijkt volgens hen onder andere uit het feit dat er nu een code ligt. Dat de sector het nog niet daadwerkelijk waarmaakt, komt vooral door structurele tekorten. ‘Als we Fair Practice willen implementeren, dan zijn er structureel extra middelen nodig’, schrijven de initiatiefnemers.

Die extra middelen maakt de Minister nauwelijks vrij. Voor Fair Pay maken de plannen netto 3,8 miljoen extra beschikbaar, verspreid over alle kunstdisciplines (2 miljoen daarvan gaat naar musici), terwijl uit onderzoek van SiRM in opdracht van Kunsten ‘92 blijkt dat er op dit gebied voor de gehele sector jaarlijks een bedrag van minimaal 25,4 miljoen nodig is. Bij de podiumkunsten wil de Minister zelfs 8,66 miljoen van het budget bij de meerjarige instellingen weghalen. ‘Juist daar waar de uitholling de afgelopen jaren zo voelbaar werd en waar de Fair Practice Code zo nodig was en geïnitieerd werd.’

De initiatiefnemers vrezen dat de plannen niet alleen zullen leiden tot een verdere kaalslag, maar ook tot onevenredige concurrentie en wantrouwen. ‘Zulke ontwikkelingen staan diametraal tegenover de waarden van fair practice. De bezuinigingen uit 2013 worden op deze manier alleen maar verlegd en wederom (of nog steeds) is de kunstenaar er de dupe van. Terwijl de minister het tegenovergestelde beoogt te bereiken.’

Daarom roepen zij de minister en de Tweede Kamer op extra budget vrij te maken om daadwerkelijk fair practice beleid door te voeren. ‘De code is een belangrijke sleutel om de toekomst van de Nederlandse kunstsector te garanderen. De overheid heeft nu de kans om het evenwicht te herstellen in de culturele en creatieve sector. Als dit niet wordt gedaan, zullen de investeringen die reeds zijn gedaan door de overheid en de sector in de afgelopen jaren niet optimaal renderen. Het is dus nu of nooit.’

De brief werd ondertekend door Anne Breure (artistiek directeur Veem Huis voor Performance), Yvonne Grootenboer (zelfstandig curator, producent beeldende kunst), Anoek Nuyens (theatermaker Frascati), Rune Peitersen (kunstenaar, Platform BK), Dorine Schoon (muzikant, Platform voor Freelance Musici), Michelle Schulkens (Platform BK, projectmedewerker Stroom Den Haag) en Tobias Kokkelmans (dramaturg Operadagen Rotterdam).

Foto: Eerste versie van de Fair Practice Code wordt aangeboden aan demissionair minister Bussemaker, tijdens een bijeenkomst in Veem House for Performance.