Ingrid van Engelshoven is vorige week beëdigd als minister van cultuur op het ministerie van OCW in Rutte III. Ze is een nieuw gezicht in de landelijke politiek. De voormalig partijvoorzitter van D66 is wel bekend in de gemeentepolitiek van Den Haag: ze was van 2010 tot begin dit jaar wethouder van onder meer onderwijs. Theaterkrant.nl belde een rondje in het culturele veld: wat is Van Engelshoven voor iemand en wat kunnen we de komende regeerperiode van haar verwachten?

Het kabinet is van plan om meer te investeren in cultuur. In het regeerakkoord staat dat de investeringen zullen oplopen van 25 miljoen euro in 2018, 50 miljoen euro in 2019 naar 80 miljoen euro in 2020 en 2021. We spraken diverse vertegenwoordigers van culturele instellingen die Van Engelshoven nog kennen van haar tijd als wethouder in Den Haag. Ook Kunsten ’92, de overkoepelende belangenorganisatie voor kunst, cultuur en erfgoed blikt kort vooruit op haar ministerschap. Een van de belangrijkste gedeelde conclusies: de nieuwe minister is een cultuurliefhebber.

Cees Debets van Het Nationale Theater:
Voor Cees Debets, directeur programmering van Het Nationale Theater (en voormalig directeur van Theater aan het Spui), is Van Engelshoven een bekend gezicht. ‘Ze was heel regelmatig te gast in Theater aan het Spui, ze volgde zowel het werk van jonge makers als de gevestigde namen.’ Van Engelshoven heeft in die zin echt een bijdrage geleverd aan het theater, meent Debets. ‘Als een politicus regelmatig te gast is, is dat ook voor het publiek weer van belang. Je doet ertoe, met elkaar. Toen zij afscheid nam als wethouder van onderwijs van de gemeente Den Haag om zich volledig te kunnen storten op de landelijke politiek, was haar afscheidsreceptie ook in Theater aan het Spui. Dat bevestigt de positie die zij toedicht aan onze theaters.’

Uit alles blijkt een enorme betrokkenheid met het veld, volgens Debets. Met name cultuureducatie, de link tussen onderwijs en cultuur, ligt haar zeer na aan het hart. ‘We hebben bijvoorbeeld een hele nauwe samenwerking opgezet met een grote binnenstadschool hier in Den Haag – De Johan de Witt Scholengroep – waar wij als Het Nationale Theater in een eigen theaterstudio lessen verzorgen.’

‘Iedereen heeft het over stelselherziening. Er is een groeimodel van 20 naar 80 miljoen, maar zijn we er daarmee? Haar grootste uitdaging wordt volgens mij het belang van cultuur weer binnen alle ministeries te laten ervaren.’

Henk Scholten van het Zuiderstrandtheater:
Ook Henk Scholten, directeur van het Zuiderstrandtheater, kent haar nog van haar tijd als wethouder. ‘We hebben haar hier in Den Haag meegemaakt als een wethouder die stond voor dingen en haar eigen opvattingen stevig verdedigde in de gemeenteraad. Maar aan de andere kant ook iemand die luistert en meningen en adviezen van buiten vraagt. Ze is geen regent-achtige politica.’

De minister draagt cultuur in de breedte een warm hart toe, volgens Scholten. ‘Ze is regelmatig als bezoeker bij zowel de podia als de musea. Dus we hebben in ieder geval een minister van cultuur die houdt van cultuur.’

Een van de belangrijkste agendapunten, ook richting het volgende Kunstenplan, wordt de relatie tussen wat het land moet doen en wat er bij de steden of de stedelijke regio’s komt te liggen, verwacht Scholten. ‘Ze heeft het voordeel dat in de komende jaren het budget voor cultuur gaat groeien. Ze is zeker niet iemand die cultuur alleen maar instrumenteel bekijkt, maar ook als betekenisvol in zichzelf ziet.’

Janine Dijkmeijer van het NDT:
Janine Dijkmeijer, directeur van het Nederlands Dans Theater, is ook enthousiast. ‘Ik vind haar fantastisch. Ze is heel rechtlijnig: dat wat ze zegt gaat ze ook doen. Ze is ook bereikbaar, je kan gewoon een normaal gesprek met haar voeren. Het is niet iemand die een rookgordijn voor zich heeft.’

Haar grootste uitdaging is wellicht dat ze ook nog moeder is, denkt Dijkmeijer. ‘De balans met het gezin en zo’n verantwoordelijke baan is altijd lastig.’ Dijkmeijer is in ieder geval blij dat er een vrouw op de functie zit. ‘Er zitten toch veel mannen op dat soort rollen. Ingrid van Engelshoven is een daadkrachtige vrouw. We gaan haar missen in Den Haag, in de stedelijke politiek dan.’

Marianne Versteegh van Kunsten ’92:
Marianne Versteegh, algemeen secretaris van Kunsten ’92, vermoedt dat de minister actief zal kijken waar de mogelijkheden en kansen liggen om de positie van de kunsten te versterken. ‘Afgelopen maandag heeft de minister bij de uitreiking van de Johannes Vermeer Prijs al meteen expliciet uitgesproken dat dit kabinet kunst en cultuur heel belangrijk vindt en er ook in wil investeren. Dat staat ook expliciet in het regeerakkoord. De vrees dat de kunst definitief ten onder zal gaan in het ministerie van OCW, zoals onlangs in NRC Handelsblad stond, deel ik toch niet.’

‘Het is wel belangrijk om er steeds alert op te zijn dat de kunsten als kern van de hele culturele en creatieve sector voldoende aandacht krijgen. Mede door de Fair Practice Code te helpen ontwikkelen, hopen wij dat er ook meer ruimte komt voor kunstenaars. Het is ook positief dat talentontwikkeling een aandachtspunt is in het regeerakkoord. Zeker gelet op de grote kortingen die op de productiehuizen en de talentontwikkelingstrajecten hebben plaatsgevonden.’