Directeur Gabbi Mesters verlaat per 1 februari 2025 de Vereniging van Schouwburg- en Concertgebouwdirecties (VSCD). Na bijna zes jaar ruilt ze deze functie in voor een plek als directeur-bestuurder van het Fonds Cultuurparticipatie (FCP), waar ze 1 maart start. (meer…)
Op pompende muziek betreden zeven dansers het podium. Ze zwaaien hun handen in hoog tempo heen en weer langs beide oren. Armen vallen en kruipen langs lichamen liefkozend weer omhoog. Eén danseres duwt haar rolstoel weg. Zij zakt op de grond en nestelt zich achter een vrouw die op haar zij ligt. Hun lichamen vormen zich naar elkaar. Lepeltje lepeltje op het podium. Dan komen ze langzaam overeind. De voorste vrouw in witte onesie ondersteunt de ander, zodat zij kan staan. Haar knieën iets gebogen.
De dans van Marc Vlemmix Dance levert prachtige beelden op over elkaar opvangen, ondersteunen, dragen, en gedragen worden. Het is een sterke opening van Podium voor impact, een congres over cultuurparticipatie en -educatie voor en door verschilmakers. Op 20 januari 2025 organiseerde het Fonds Cultuurparticipatie deze inspiratiedag rondom vragen als: Hoe kan je als organisatie jouw impact duiden? Hoe zorgt de culturele sector voor verandering in gedrag, omstandigheden of systemen? En hoe laten verschilmakers maatschappelijke impact zien?
Marc Vlemmix staat zelf ook op het podium. Dansend op glimmend zwarte hakken van wel vijftien centimeter hoog. Doe het maar eens na. Met een lijf dat aangetast is door Parkinson. Impact maak je door te doen, zo wordt al snel duidelijk. En niet alleen voor jezelf, maar samen met anderen. Net zoals Vlemmix zijn eigen dansgezelschap oprichtte met dansers van wie de motoriek is verstoord door neurologische ziekten als Parkinson en multiple sclerose (MS) of reumatische gewrichtsontstekingen. Daarbij gaat hij nog een stap verder en onderzoekt samen met danseres en onderzoeker Tamar Shahinian hoe de specifieke bewegingen van zijn lijf, een nieuwe danstaal kunnen vormen.
Impact-talks
Na de openingsdans werd de vloer gegeven aan drie sprekers. Tineke Abma, bijzonder hoogleraar Kunst en Zorg, stond voor een foto van haar vader in een appelboomgaard. Ze vertelde hoe zijn wereld steeds kleiner werd nadat Alzheimer was vastgesteld. Totdat hij meegenomen werd naar een Shantykoor. Hij vergat steeds meer, behalve dat hij op donderdag ging zingen.
Abma werkte mee aan de nationale agenda van de Arts in Health-beweging, die vorig voorjaar een white paper uitbracht met tal van voorbeelden hoe kunst een positief effect heeft op de mentale en fysieke gezondheid van mensen. Eén van de belangrijkste doelen is om initiatieven op dit gebied vast onderdeel te laten worden van de gezondheidszorg en het sociaal domein. Nu zijn het te vaak nog incidentele projecten, die daardoor van een minder duurzame betekenis zijn.
De tweede spreker, Pallas Achterberg, challenge officer bij Alliander, stelde vervolgens dat in de huidige tijd grote verhalen kleine verhalen worden. We verkeren op dit moment in tal van transities die als crisissen worden geduid en ook als zodanig worden gezien, zoals de klimaatcrisis, energiecrisis en internetcrisis. Deze grote verhalen boezemen ons angst in omdat we het niet meer kunnen overzien. Daarom hoort de aandacht nu uit te gaan naar de kleine verhalen. Persoonlijke anekdotes en ervaringen die we begrijpen en betekenisvol zijn. En het is aan kunstenaars om dit soort verhalen te vertellen en ervaringen te creëren, meent Pallas.
De laatste spreker, John Johnston, hoofd van de internationale Master Artist Educator (iMAE) aan ArtEZ en Unesco-leerstoelhouder ‘Issues Based Arts Education, Intercultural Dialogue and Social Cohesion‘ draaide deze boodschap op zijn beurt weer om. Hij komt uit Ierland en werkt in zijn geboortestad Dublin nog steeds aan het depolariseren van groepen in de samenleving. Zijn verhaal illustreerde dat als je ieders kleine verhalen op een nieuwe manier samenbrengt, er een groter gezamenlijk verhaal ontstaat waardoor je over beperkingen en grenzen heen kan kijken. Daarom is het belangrijk om tijd door te brengen met mensen en met hen (in plaats van over hen) nieuw werk te maken, vanuit empathie.
Als voorbeeld noemde hij een project waarbij twee groepen jongeren met verschillende politieke achtergronden een schilderij maakten, naar aanleiding van de moord op een jongen. Eerst illustreerden zij hun eigen wereld met daarbij passende symbolen. Daarna spraken ze over onderwerpen die ze allebei waarderen. De beelden die opkwamen schilderden ze over de eerste laag van het schilderij heen. Zo ontstond een nieuw kunstwerk, met gedeelde waarden, die meerdere verhalen uit de wijk samenbrengen.
Van ochtendritueel tot zout in Bonaire
Hierna verdeelde de groep zich over verschillende routes. Ik voegde me bij twee fondsmedewerkers die zich voor de gelegenheid in een kanariegele tuinbroek hadden gestoken. Bij het gele programma kwamen twee projecten aan bod rondom arbeidsbemiddeling. Zowel platform Ruimtekoers als gezelschap Introdans, beide uit Arnhem, vertelden over projecten waarin ze samenwerkten met mensen die momenteel een afstand tot de arbeidsmarkt hebben.
Ruimtekoers, een bureau voor ‘social design & participatie’, ging in op hun methodiek, met veel handige schema’s die stappen verbeelden in een complex proces. Impact is niet de successen die ze boeken, zo zegt Ruimtekoers, maar de waardevolle inzichten die ze ophalen uit evaluaties en gesprekken met betrokken beleidsmakers, theatermakers en deelnemers: ‘de gewone mens’, op basis waarvan ze de volgende stap zetten.
Bij Introdans stampdansten we op de maat van de muziek denkbeeldig onderweg naar kantoor. Als warming-up voor je eigen choreografie. Actief deelnemen aan cultuur voelt altijd wat dubbel. Het is hoogst ongemakkelijk om voor de hele groep een dans op te voeren van je ochtendritueel, gevat in drie keer vier tellen. Toch is het zo dat je ‘het’ moet voelen. Want wat impact precies is wordt duidelijk als je het meemaakt.
Intussen onderzocht Boekmanstichting op welke manier culturele organisaties hun impact in kaart brengen. Zij benutten hun half uur op het congres om vragen aan het publiek te stellen. Wat versta je onder impact? Welke middelen zet je organisatie in om impact te meten? Gebeurt dat kwalitatief of kwantitatief? Met vragenlijsten of observaties, of?
Mijn route eindigde met een positief gestemde doener die onze groep zout van a naar b liet transporteren, zoals de vrouwen in het oude Bonaire deden, zonder ervoor betaald te worden. En zo doken we zonder al te veel ophef een donkere geschiedenis in. Op een appelgroene post-it beantwoordden de aanwezigen de grote vraag: hoe genezen we van een collectief probleem?
De suggesties belandden op een tafel, er werd niets mee gedaan. Het is ook een onmogelijke opgave. Want hoe begin je en met wie? Lauriane Ammerlaan, voorzitter van stichting BONAI (Bonaire Archaeological Institute) in Bonaire die al sinds haar veertiende hiermee bezig is, richt zich op het verbeelden van kleine verhalen over de verschillende rollen in de samenleving. Gewoon door iets voor verschillende groepen te organiseren. Want impact maak je door te doen, door te luisteren en een volgende stap te zetten. Samen met anderen. Zo zegt ook Ammerlaan.
Aan het einde van de dag schudden De Vuilnismannen ons wakker. Zij durfden het aan om iedereen in de theaterzaal een emmer en twee houten drumsticks te geven. En kregen het voor elkaar dat wij allemaal, een paar honderd zakelijk leiders, artistiek leiders, fondsenwervers en anderen, op commando ritmisch drumden op de klanken van ‘vandaag was een feestje.’
Foto’s: Liza Wolters