Nu theaters na twee onrustige coronajaren de deuren weer hebben geopend, kunnen we voorzichtig vooruitkijken. Dat doen we in Zorg & hoop na corona met uiteenlopende theaterwerkers voor en achter de schermen. Vandaag: Floor van Hees, productieleider bij Het Nationale Theater in Den Haag.

Zorg: ‘Corona is nog niet weg en we zullen binnen de sector, zeker binnen een productieproces, nog lang kampen met de gevolgen.’
‘De landelijke versoepelingen zijn inmiddels doorgevoerd en dat gaat de maatschappij veel meer ruimte en perspectief bieden. Maar voor ons binnen de theatersector zijn de zorgen nog zeer zeker niet weg. We worden nog dagelijks met het virus geconfronteerd, is het niet door een besmetting in een ploeg, dan is het de angst of voorzichtigheid die men in de afgelopen twee jaar heeft ontwikkeld. Er hoeft namelijk maar één persoon besmet te raken en het productieproces vertraagt. Dat zorgde er een paar weken terug bijvoorbeeld voor dat de perspremière van OustFaust een week uitgesteld werd.

‘Ik heb veel zorgen omtrent de gezondheid van mijn collega’s; als ze besmet raken, hoe ziek worden ze? Hoe ziet de lichamelijke of mentale nasleep van een besmetting eruit? Dat zijn zaken die ik als productieleider niet wil en ook niet kán onderschatten.

‘Ondanks mijn optimistische persoonlijkheid, moet ik vooral realistisch en soms sceptisch blijven. Zorgen probeer ik, zo ver ik kan, weg te nemen door bijvoorbeeld te blijven testen zodat iedereen op tijd thuis kan blijven als nodig en zich op die manier ook veilig kan voelen bij HNT. Misschien moet ik daar in de toekomst ook mijn begroting op aanpassen.’

Hoop: ‘De sector heeft in de afgelopen jaren geleerd om meer stil te staan bij eenieders veiligheid.’
‘Niet alleen wegens corona, maar ook door de #metoo-beweging ben ik mij als productieleider meer bewust geworden van de kwetsbaarheid van een individu en van het belang om die kwetsbaarheid in acht te nemen. Ik ben veel meer bezig of iedereen zich veilig voelt op de werkvloer en of de verzoeken die daar worden gedaan niet in conflict komen te staan met de ervaren veiligheid van collega’s.

‘Dat veiligheidsgevoel heeft veel meer ruimte gekregen binnen een productieproces en ik maak daar zelf ook bewust de ruimte voor. Als acteurs in een klein broekje op scène moeten, dan zorg ik dat ik dat vooraf met hen bespreek, maar ook dat ik vervolgens bij de doorpas zit en hen dan nogmaals de vraag stel of het broekje groter moet. Het is heel belangrijk dat de individuele ervaring van veiligheid serieus wordt genomen, dat komt het collectief weer ten goede. Dat geldt natuurlijk net zo goed voor corona en de gezondheidszorgen daaromheen.

‘Het gaat daarbij niet meer alleen om de spelers, maar om het hele team. Van de acteurs en de bouwploeg tot en met de stagiaire kap en grime, iedereen krijgt eenzelfde soort zorg. Ik ben een constant aanspreekpunt om te zorgen dat iedereen zich veilig genoeg voelt om zich te uiten. Ik vind dat een goede ontwikkeling.’

Foto: Bo Derks