Geen knipbeurt op het podium van de Koninklijke Schouwburg vandaag, op een steenworp afstand van het Binnenhof koos Het Nationale Theater voor een serie openbare repetities als protest tegen de manier waarop de cultuursector in coronatijd wordt behandeld. 

Even lijkt het lokale gezag er toch nog een stokje voor te steken als een kwartier voor aanvang twee BOA’s met porto’s hun opwachting maken in de hal van het theater. Directeur theater Cees Debets moet zich legitimeren, waarna de twee weer verdwijnen. ‘We zijn gewaarschuwd! Maar wat fijn dat u er bent! We gaan u laten zien wat we aan het doen zijn’, roept Debets de 180 wachtenden toe, die spontaan applaudisseren. Onder hen ook kleinkunstenaar Karel de Rooij. ‘Ik begeleid nogal wat jongelui, zzp’ers en daar zie ik gewoon gezinnen naar de knoppen gaan. We repeteren wel, maar ze zitten moedeloos te repeteren, en dat is waar ik in de meer dan 55 jaar in dit vak, ik ben nu 75, nog nooit zoveel pijn aan heb gehad.’ 

Het Nationale Theater voert vandaag wel actie, maar laat de kappersbenodigdheden toch maar achterwege. In Den Haag geen Kapsalon Theater. Cees Debets: ‘Dat vinden we een geweldige actie, maar wij voelen ons daar niet helemaal senang bij. We protesteren tegen het feit dat we niet als theater open mogen, dat vinden wij niet uit te leggen, dus gaan we ons niet verkleden als massagesalon of als sportschool of als kapsalon. We hebben hier drie prachtige zalen en die willen we gebruiken waarvoor ze bestemd zijn. Om te spélen.’

Voor het brandscherm in de zaal staat Dennis Rudge in een wilde, veelkleurige uitdossing. Tegenspeler Paul R. Kooij is bijna net zo bont aangekleed, weggerend zijn ze uit hun repetitie in het Theater aan het Spui, iets verderop. Ze laten een passage horen uit Oma is een Avatar in de regie van Eva Line de Boer. Wat heerlijk overigens om weer in een theaterzaal te kunnen zitten. Zeker als de teksten de essentie van deze tijd lijken samen te vatten. ‘Het leven moet je bij de kladden pakken. Zo’n leven dat zich voortsleept, zo’n half leven, wat heeft dat nou voor zin?’ 29 januari is de première, ‘als het goed is’ voegt de regisseur er als vanzelf aan toe. Ze was meteen te porren voor deze openbare bijeenkomst. ‘Zo klaar als een klontje, dit is zo belangrijk. We moeten bij het theater stilstaan voordat we het moeten gedenken’.

Släpstick zou hier de première hebben gehad; aanstaand weekend zou Opera Today hier staan vanwege een groot project in het kader van het Bachjaar; gaat niet door, Huub Stapel zou hier volgende week staan; allemaal memorabele voorstellingen die we allemaal niet gaan beleven’, vat Cees Debets in zijn toespraak het vluchtige van theater samen. 

‘Pak uw telefoon allemaal, maak zo veel mogelijk foto’s! Dat zeg ik anders nooit! Laat de wereld zien dat we hiernaar snakken!’ Artistiek leider Eric de Vroedt heeft de repetities voor Leedvermaak, achter het brandscherm met plezier onderbroken om ons welkom te heten. Vol goede moed is hij voor de première op 19 maart ‘een marathon zoals u van ons gewend bent, vanaf half zeven en om kwart over elf mag u naar huis!’

Een magisch moment als het brandscherm zich langzaam verheft en een duistere ruimte zichtbaar wordt. Jaap Spijkers, Hein van der Heijden, Malou Gorter en Rick Paul van Mulligen laten zich regisseren door Eric de Vroedt. We krijgen een flard repetitie  (‘Ja ja, dit kan nog wel wat gebruiken’) en een hele gespeelde scène, maar niet te lang, ‘de politie staat al voor de deur’.

Gelukkig is er nog tijd voor een stukje repetitie van OustFaust, de bewerking van Goethe door Tom Lanoye. Romana Vrede als Faust en Joris Smit als zijn assistent Strauss, met als regisseur oud artistiek leider Theu Boermans ‘ook iemand, die elke dag aan den lijve ondervindt waar die pandemie toe leidt’, introduceert Cees Debets hem bij het publiek ‘want Theu, jij moet volgens mij ongelofelijk vaak Soldaat van Oranje opstarten om vervolgens weer te annuleren.’ Boermans beaamt dat. ‘Dit is hartstikke spannend’ vat Romana Vrede haar gevoel bij deze openbare repetitie samen, Smit speelt met mondkapje, wat bij zijn rol past maar toch nog een extra coronadimensie toevoegt. De concentratie is ook hier groot. Mooi hoe Boermans af en toe met een enkel woord zijn acteurs stuurt of souffleert. ‘Ooit zal ik verstaan wat essentieel is!’ vang ik op in de tekst van Smit, ook weer zo’n zin die de middag samenvat. ‘We moeten ophouden want de BOA’s zijn er’ zegt Boermans na een kwartier, waarna Debets de actie nog even samenvat: ‘We wilden geen klaagzang, we wilden het theater vieren met elkaar en volgens mij is dat gelukt.’

Ook voor de acteurs van het Nationale Theater een bijzondere belevenis, deze middag. Joris Smit: ‘Ik ben gelijk weer als een vis in het water. Een half uur geleden zat ik nog met mijn tekst te worstelen, van ‘O God, ik moet zo weer voor de mensen. Moet dit?’ Maar toen we gingen spelen kwam er een soort rust en ook bij Romana. Moet dit? Ja dit moet, het mag…even’. 

Met als getuige in elk geval één cultuurwoordvoerder, Lucille Werner van het CDA: ‘Het is zo fantastisch om weer in een theater te zijn, geweldig dat we dit konden zien, al is het maar heel kort. Het allerbelangrijkste is dat we de cultuursector perspectief gaan bieden dat ze weten waar ze aan toe zijn. Dat perspectief moet er heel snel komen.’ Het is half twee, buiten staan de BOA’s weer, of we het pand willen verlaten.

Foto: Jassir Jonis