Er worden op monitoren nog van die zwart-wit-filmpjes vertoond waarop Pina Bausch danst en waar tijdens haar wilde bewegen witte spookachtige zwiepende schaduwen achterblijven op de zwarte achtergronden. Heerlijk. Zichtbaar oude herinneringen. De Berlijnse tentoonstelling Pina Bausch und das Tanztheater, over het werk van Pina Bausch, is een heerlijk verdwaallabyrinth. En als je er eenmaal aan het dwalen bent geslagen, wil je niet meer terug. Het dwalen is verslavend.

Toen aan de danser Lutz Förster van Tanztheater Wuppertal (U weet misschien nog wel, die blonde reus die in de productie Nelken een doventolkversie in beweging stileerde van de evergreen The Man I Love) wát hij bij Pina Bausch heeft geleerd, was zijn antwoord: Geduld! Förster: ‘Pina had een ongelofelijk groot geduld. Ik heb nog nooit iemand meegemaakt die zo niet opgewonden kon zijn. Maakt niet uit onder welke omstandigheden. Ze sprak ook intuïtief zacht, maar ook bewust, zodat de mensen dicht bij haar kwamen. Ze gaf haar mensen tijd om te groeien, iets uit te proberen. Ze was heel precies. Ook haar kritiek uitte ze zonder opwinding, wel heel standvastig. Pina was altijd zeer geconcentreerd op wat ze op dat moment aan het maken was. Dat was bewonderenswaardig. Mijn moeder zei altijd: geduld en Lutz, dat zijn twee dingen die niet bij elkaar passen. Geduld heb ik pas bij Pina echt geleerd.’ Deze tentoonstelling, de eerste grote expositie die ooit over het werk van Pina Bausch is georganiseerd, gaat ook heel erg over geduld.

Waar zijn we?

Martin Gropius Bau is een palazzo dat eind negentiende eeuw aan de rand van het centrum van Berlijn is neergezet, op een plek waaromheen later geschiedenis zou worden geschreven. Het amusement van de Potsdamer Platz in de gay twenties lag op roepafstand van hier. De konijnen die om de Muur hipten in het niemandsland van de DDR konden het gebouw in de verte zien liggen. En Checkpoint Charlie was (en is) letterlijk om de hoek. Martin Gropius Bau, dat is vernoemd naar een oudoom van Bauhaus-architect Walter Gropius, is destijds opgetrokken in de stijl van de Italiaanse renaissance. Daar is door de slag om Berlijn in 1945 een hoop grandeur van weggeschoten, maar het met een glazen koepel overdekte binnenhof heeft nog altijd een feestelijk soort van luister. Belangwekkende tentoonstellingen zijn in het recente verleden in dit gebouw georganiseerd, zoals de Pruissen-expositie in 1981 en Berlin-Moskau-Berlin in 2003. Nu is Martin Gropius Bau voornamelijk gereserveerd voor tijdelijke exposities. Zoals op dit moment (nog t/m 9 januari 2017) een grote overzichtstentoonstelling over het werk van danspionier en choreograaf Pina Bausch (1940-2009). De eerste keer eigenlijk, sinds haar plotselinge overlijden, zeven jaar terug. Het is een heerlijke tentoonstelling.

De Lichtburg
Centraal in de expositie, gelokaliseerd in de overdekte binnenplaats van het museum, is een reconstructie van de Lichtburg, een oude bioscoopzaal in Wuppertal, waar sinds 1977 bijna alle stukken van het Tanztheater van Pina Bausch zijn ontwikkeld, ontstaan, gerepeteerd en in reprise genomen. De gecapitonneerde deuren en wanden zijn nagemaakt, verder is er een groot filmdoek, en staan er kledingrekken en meubilair en ligt er een ruime dansvloer. Hier worden warming ups voor de tentoonstelling verzorgd voor schoolklassen en andere groepen bezoekers, als opmaat voor al dan niet georganiseerde rondleidingen. De reconstructie van de Lichtburg is ook de plek voor workshops, lezingen, filmvertoningen en openbare repetities met dansers van het Tanztheater Wuppertal.

In de prachtige galerijen om de binnenplaats heen wordt middels documenten, programmaboekjes, affiches, foto’s en eindeloze reeksen monitoren met uniek beeldmateriaal, de geschiedenis van Pina Bausch als individuele danser en als choreograaf herverteld. Vanaf haar studie aan de Folkswangschule in Essen en bij onder meer Martha Graham in New York, via de samenwerking met Kurt Jooss, onder andere aan de reconstructie van het beroemde werk Der grüne Tisch, een anti-oorlogsballet dat in 1932 in Parijs in wereldpremière ging, en waarin Pina Bausch in 1966 in een herleving van deze choreografie meedanste, naar de beginjaren en de hoogtijdagen van Bausch’ dansgezelschap. Alles is nauwgezet gedocumenteerd, tot en met de eerste choreografische experimenten op muziek van Bartók en Purcell, en de eerste avonturen met het jonge ensemble in Wuppertal.

Irritatie
Achter de Lichtburg en de rijk gevulde galerijen is nog een langgerekte vleugel van het museum gereserveerd voor een thematisch exposé over het onderzoekswerk van Pina Bausch en haar troep. Op zoek naar niet zozeer hoe mensen bewegen, maar veel meer naar wat hen beweegt, zoals het beroemde motto van de choreograaf luidt. In een achttal zalen is ruimte gemaakt voor allerlei aspecten van het werk: de rol van de vormgeving, de ontwikkeling van de dansers en het ensemble, de kostuums, de coproducties, de vragen van Pina aan haar dansers, de publieksirritaties over het nooit ‘af’ zijn van de voorstellingen. Op monitoren en grote schermen volgen we een aantal cruciale momenten in het werk aan afzonderlijke voorstellingen. Zoals Walzer, dat in 1982 in het Holland Festival in première ging in Carré. Dat werd een spannende try-out, door de VPRO-televisie intrigerend live in beeld gebracht, inclusief de slaande deuren van woest wegstuivende bezoekers, die de dansers toebeten: ‘Maar dans dan toch eindelijk eens!’

Ook de stilte en de stilstand in het permanente experiment krijgt de nodige aandacht. Een complete zaal is bijvoorbeeld ingericht rondom een voorstelling die door velen indertijd als mislukt werd beschouwd, een spannend project dat in 1980 werd gemaakt als een samenwerking van Schauspielhaus Bochum, de Shakespeare-Gesellschaft met Tanztheater Wuppertal, op basis van een regieaanwijzing van Shakespeare in Macbeth, waaraan ook de titel van de productie werd ontleend: Er nimmt sie an der Hand und führt sie in das Schloss. Die anderen folgen. Er gebeurde aanvankelijk zo weinig in die voorstelling, dat het Bochumse publiek woedend werd en de voorstelling geen schijn van kans leek te bieden. Waarop Jo Ann Endicott (Sydney 1950), Mitarbeiterin en danseres van het eerste uur, woest uitviel naar de toeschouwers: ‘Als jullie het niet interesseert, ga dan naar huis, kijk van mijn part televisie, maar laat ons hier rustig ons werk doen’. Waarna ze het podium afrende, na een paar minuten terugkeerde, en tegen het publiek zei: ‘Hilft mir fort!’. Pina Bausch was trots op haar. Zijzelf zou zoiets nooit gedurfd hebben.

Ik heb op de tentoonstelling Pina Bausch und das Tanztheater ruim drie uur rondgedwaald, kwam ogen en oren te kort. Mocht U derhalve in de kerstvakantie of daarna in Berlijn zijn, van dans in het algemeen en van Pina Bausch in het bijzonder houden, ga vooral even langs. En verder: laten we maar hopen dat er ergens in de komende jaren een mooi Vlaams-Nederlands coproductie-initiatief zal ontstaan, om deze tentoonstelling naar ‘de Nederlanden’ te halen, naar Antwerpen, Brussel, Gent of Amsterdam.

Pina Bausch und das TanztheaterBundeskunsthalle im Martin Gropius Bau, Berlijn, t/m 9 januari 2017, 10-19 uur, dinsdag gesloten en ook dicht op 24 en 31 december.