De communicatie van de leiding en de Raad van Toezicht (RvT) van Oostpool met hun poging tot afhandeling van de #MeToo-situatie rondom hun artistiek leider is rampzalig. Wat een train wreck!

Allereerst is dit rapport slechts in bijzonder summiere samenvatting in te zien door derden, en is er nauwelijks transparantie in de totstandkoming ervan. Ten tweede is er geen belangenorganisatie of externe blik bij het proces uitgenodigd. Ten derde lijkt Oostpool – wellicht met het oog op de subsidiebeslissingen die volgende week bekend worden – wel erg haast te hebben om het onderzoek af te ronden en hun interpretatie te communiceren. Kortom: deze gang van zaken lijkt me in niemands belang. Dit is niet goed voor de beklaagde noch voor de slachtoffers. En dit is slecht nieuws voor de ontwikkeling en de sfeer rondom #MeToo in onze sector. De kern is zorgen voor duidelijkheid en die is er nu niet. Wat er precies gebeurd is blijft schimmig en dus ettert de wond door. Daar is niemand bij gebaat.

Maar de grootste misser die de leiding en RvT van Oostpool bovenop het slordige proces begaan, is hun onhartelijkheid. De toezichthouders tonen een totaal gebrek aan zorg voor wie ze eufemistisch ‘melders’ noemen in hun perstekst.

Onhartelijk is het om de slachtoffers, die bij de RvT van Oostpool bij naam en gezicht bekend zijn, te schofferen door uitkomsten niet apart en met zorg voor hen naar buiten te brengen. Over zorg en hulpverlening voor de slachtoffers wordt in de persuitingen niet gerept. Alsof hun welzijn er niet toe lijkt te doen.

De uitkomsten en de communicatie hierover zijn in essentie allemaal op de organisatie zelf gericht. Een communicatieongeluk waartegen ook hun inmiddels zeer kwetsbaar geworden artistiek leider beschermd had moeten worden. Nu staat deze zeer harteloze reactie mede op zijn conto. Niet alleen is hij nu de enige die uitgebreid aan het woord komt, maar door zijn woorden geeft de artistiek leider de slachtoffers een trap na door hun aantijgingen glashard neer te zetten als een simpel misverstand.

Dus dan heb je als voormalig (zeer jonge) werknemer, stagiair, acteur of dramaturg de moed om voor jezelf op te komen, en dan is dit de zorgvuldigheid waarmee deze voor jou zo precaire zaak door de directie en RvT van Oostpool wordt opgepakt. Wow.

Er zijn alleen verliezers hier.

Hoe weten we als sector dat stagiairs, acteurs en andere peers bij Oostpool vanaf nu veilig zijn?
Dat weten we niet.

De leiding van Oostpool lijkt vooral aan de eigen kortetermijnbelangen te hebben gedacht. Terwijl leidinggevenden in dit soort precaire situaties volgens mij vooral de taak hebben om te zorgen voor rust en welzijn voor alle betrokkenen op de langere duur.

Ik hoorde Brene Brown laatst zeggen: ‘Pain that is not worked through will be transmitted.’
Dat is wat bij Oostpool is gebeurd: de pijn is niet daadwerkelijk in de ogen gekeken, laat staan doorwerkt. Men heeft vooral aan damage control gedaan. En dus mag dit boek zeker nog niet dicht.

Zolang onze sector niet volwassen, emotioneel intelligent en met werkelijke zorg voor elkaar dit soort pijnlijke zaken weet op te lossen is onze sector geen veilige werkplek. Die veiligheid komt er paradoxaal genoeg alleen als we dapper durven om elkaar en onze werkprocessen te bevragen.

Wie begint met verantwoordelijkheid nemen?

Ik schrijf deze tekst als steun aan eenieder die durfde en durft op te staan tegen alle vormen van machtsmisbruik. Voor ieder die die verantwoordelijkheid durfde te nemen. Die mensen tonen zelfrespect en het zijn juist deze mensen die helpen bouwen aan een gezonde en veilige sector. Zij verdienen niet alleen alle steun en zorg vanuit machthebbers als de RvT van Oostpool, maar eigenlijk vanuit eenieder die werkzaam is in de podiumkunstensector. Steun en zorg die ik, toen ik ook ooit in een dergelijke situatie zat, heel graag had gehad.

Wat is de pijnlijke conclusie?

Als dit het voorbeeld is hoe er in de sector wordt omgegaan met dit soort situaties, dan is verschoning van #MeToo ver uit zicht. Eventuele toekomstige slachtoffers in andere situaties zullen zich door deze gang van zaken niet geroepen voelen melding te maken. En dat is een hele vreselijke conclusie. We zijn het aan elkaars welzijn en aan toekomstige generaties verplicht het hier niet bij te laten zitten.

Laten we nadat we de kant van Oostpool hebben gehoord op zoek gaan naar op zijn minst een second opinion. Een echt onafhankelijke (en ditmaal graag meerstemmige) blik, van een commissie met gezag, kan ervoor zorgen dat het vertrouwen in onze sector niet verder beschadigd raakt. Want het wantrouwen is door het onhandige en schimmige proces verder gegroeid en de ‘meldende’ klokkenluiders zijn verder benadeeld.

De vier briefschrijvers verdienen meer dan een onhartelijke communicatiestrategie die op zijn best lijkt op een onzorgvuldige haastklus en op zijn slechtst een schandalige doofpot.

Ik hoop en duim van harte dat onze sector van deze niet geslaagde afhandeling leert om gezamenlijk (wellicht met koepelorganisaties en vakbonden) tot goede onderzoeks-, communicatie- en zorgprotocollen te komen voor toekomstige #MeToo-situaties in de podiumkunsten.

Gable Roelofsen is werkzaam in de brede podiumkunsten en schreef deze tekst op eigen titel.
foto Hans Broekhuizen

Worstel je met een ervaring van (seksuele) intimidatie, machtsmisbruik, agressie of geweld in de sector? Neem contact op met de vertrouwenspersonen van Mores.online, het meldpunt voor ongewenste omgangsvormen in podiumkunsten-, televisie- en filmsector.