Het Fonds Podiumkunsten gaat straks ‘ontschotten’ en hanteert dan geen aparte meerjarige regelingen meer voor ensembles en voor gezelschappen. Ook de makers van jeugdaanbod gaan gewoon meelopen in een algemene aanvraagprocedure. Dat maakte het Fonds gisteren in Utrecht bekend bij de presentatie van zijn meerjarige subsidieregelingen voor de periode 2021 – 2024. 

Van 2021 tot 2024 mag het Fonds Podiumkunsten van cultuurminister Van Engelshoven nog ongeveer 20 miljoen euro per jaar verdelen aan producerende instellingen en 6 miljoen aan festivals. Dat bedrag is een stuk minder dan gehoopt. Het Fonds verliest onder meer de 8,6 miljoen euro waarmee het de afgelopen drie jaar 36 gezelschappen en ensembles op het laatste moment alsnog kon subsidiëren. Het Fonds verwacht dan ook straks flink overvraagd te gaan worden.

Mede vanwege het geslonken budget, heeft het Fonds volgens directeur Henriëtte Post ‘stevig ingegrepen in de systematiek van de meerjarige regelingen’. Er komen aanvraagcategorieën met vaste subsidiebedragen (negen bedragen van 75.000 tot 700.000 euro per jaar), met daaraan verbonden handvaten en eisen. Op die manier gaat het Fonds ‘verschillende meetlatten’ hanteren. Wie meer subsidie vraagt, moet aan meer eisen voldoen; zowel qua beoordeling als qua prestaties.

Tegelijkertijd komt op de ‘prestatie-eisen’ minder nadruk te liggen. De koppeling tussen subsidiehoogte en prestaties wordt een stuk minder streng, waardoor gezelschappen en ensembles meer bewegingsvrijheid krijgen. Directeur Post noemt de vernieuwde regeling dan ook niet langer een ‘activiteitensubsidie’, maar weer een ‘instellingssubsidie’.

Met een ‘ontschotting’ tussen de regelingen voor ensembles (muziek) en gezelschappen (theater, dans, mime) reageert het Fonds op de plannen van de Minister om substantieel meer ruimte te maken voor ensembles in de Culturele Basisinfrastructuur (BIS), waarbij ook een flink deel van het meerjarige muziek-budget meeverhuist. Met het resterende bedrag is het in de ogen van het Fonds niet langer mogelijk ‘een ‘uitgebalanceerde’ aparte muziek-regeling uit te voeren’. We schreven eerder op Theaterkrant dat met deze ontschotting het Fonds misschien minder bedeelde disciplines in de nieuwe BIS (zoals dans) straks in het Fonds wel iets meer zou kunnen voortrekken. Maar zo zal het niet gaan volgens Post. ‘Wél is onze opdracht nog steeds om ernaar te streven dat de uitkomsten van het Fonds Podiumkunsten complementair zijn aan de BIS en de vrije sector.’

Ook de meerjarige festivalregeling verandert. Het Fonds voegt zijn vier- en tweejarige regeling samen en beoordeelt de aanvragen niet meer centraal in Den Haag, maar ‘mét en in de regio’. Er komen vijf aparte ‘landsdeelcommissies’ (Noord, Oost, Midden, Zuid en West) om zo ‘meer recht te doen aan de lokale netwerken die bijdragen aan een bloeiend makersklimaat’.

Het Fonds heeft nog geen besluit genomen over de 1 miljoen die de minister vanaf 2021 jaarlijks uittrekt om te besteden aan arbeidsvoorwaarden. Wel deelde Post gisteren mee dat het bedrag voor ‘de volle breedte van de podiumkunsten’ bedoeld is. Eerder leek het budget uitsluitend bestemd voor muziekensembles.

Ten slotte verwacht het Fonds van alle aanvragers dat ze de Governance Code Cultuur, de Fair Practice Code en de Code Diversiteit & Inclusie onderschrijven. Anders worden ze niet in behandeling genomen. Aanvragen kan tot en met 2 maart. Op 3 augustus maakt Fonds zijn besluiten bekend.