Hoe verder nu het ITS is weggevallen? Een groep studenten van de Toneelacademie Maastricht nam vorig jaar het heft in eigen handen met een eigen Festival Gemaakt, toen nog noodgedwongen online. Afgelopen weekend was de eerste live editie. Het ambitieuze festival presenteerde dertig afstudeerproducties van de Toneelacademie Maastricht, naast een aantal films en installaties. Er volgt nog een tournee langs verschillende steden. Theaterkrant doet verslag van het makersprogramma. Deel 1: vormexperimenten van de regie-opleiding.

Zwijgzaamheid
De eerste voorstelling die ik bezoek is Zaterdag, een voorstelling van Nanine Maria Kok afstuderend aan de regieopleiding. Op het ruime toneel van de Bordenhal is een eiland afgebakend met een wit zeil. Op dat eiland is een ruimte ingericht met objecten in drie kleuren; geel, groen en paars. Een tafel, stoelen, kasten, planten, bezems, geluidsboxen, een gereedschapskist; de entourage suggereert een werkruimte. Er zitten drie personages, de langste van hen is groen gekleed, de kleinste paars en de derde geel – respectievelijk heten ze Waldemar (Sjef van Schie), Rick (Thomas Claessens) en Louis (Tom de Ronde). Voor de vormgeving werkte Kok met Nine van Weert (kostuums) en Lonneke Orbons (scenografie).

In de dialoog die ontstaat tussen de mannen ontdekken we dat Louis niet meer spreekt. Alles doen de twee anderen eraan om hem aan het praten te krijgen en dat is lachwekkend. Snelle dialogen wisselen elkaar af, tot ze plotseling worden onderbroken door een lichtwissel en een freeze. Formeel verplaatsen de lichamen zich in de ruimte, waarna geleidelijk een speelser positiespel ontstaat. Naast de vervreemding in de vormgeving plaatst Kok dus nog een vervreemding. Spannend is dat onderzoek. Maar hoe doorbreek je het strakke conceptuele regime dat vervolgens ontstaat? Als één van de spelers vertrekt ontstaat een nieuwe situatie. Toch verandert er weinig, ook niet als alle spullen aan de kant gaan. Wat is de motivatie van Louis’ zwijgzaamheid? We komen er niet achter. Zaterdag roept vragen op over hoe wij communiceren en toont hoe wij projecteren op ‘de ander’ en hoe afhankelijk we eigenlijk zijn.

Belerende mond
Judith en de belerende mond die zei dat ze zelf haar mokergrote bek moest houden
; dat is nog eens een lange titel. Het zegt alvast veel over de ironie van waaruit dit werk start. Noah Janssen en Emma van den Elshout (regie-opleiding) deconstrueerden de opera Hertog Blauwbaardburcht van Béla Bartók. Niet met een orkest, maar met slechts één speler; Judith, de vrouw van Blauwbaard. Een wat onnozel, naïef personage (Lieke van der Vegt) in kleurig joggingpak probeert de logica te ontdekken van de geluiden die in de ruimte huizen, wat hebben ze te maken met de objecten die er staan en wat is haar eigen opdracht hier? Het is alsof we in een escape room zijn beland. Maar gaandeweg wordt de voorstelling grilliger en zien we hoe het personage slachtoffer wordt van de rol, die haar wordt opgelegd.

Twee toneelassistenten, quasi-onzichtbaar in zwart gekleed, blijken een grotere rol te hebben dan hun aanwezigheid eerst deed vermoeden. Een levensgrote mond spreekt de vrouw belerend toe en uit de keukenkast verschijnen handen die haar eerst vertroetelen maar daarna stevig in de greep houden. Een blowjob met een levensgroot uitgeknipte jongeman in cartoon is het omkeerpunt. Een game transformeert in een cartoon en een cartoon tot spookhuis. Vol ironie toont Judith….(ja die lange titel) een vrouw die geen uitweg meer vindt. Er is maar een oplossing: verdwijnen. Af en toe zingt Van der Vegt mee met de soundscape, nooit lang. Eén en ander mag nog aangescherpt worden, gevaarlijker en dwingender, maar Janssen en Van den Elshout hebben met deze quasi-rommelige versie van Blauwbaard wel een aanstekelijke vorm in de hand.

Olympe de Gouges
Vormexperimenten bepalen de signatuur van deze opleiding al een flink aantal jaren, ook in deze lichting. De regie-opleiding kent dit jaar tien ‘uitstromers’, dat zijn er meer dan andere jaren. Onder hen ook Cecilia Thoden van Velzen, die zich een jaar concentreerde op Olympe de Gouges; een Franse schrijfster en feministe uit de verlichting, die op latere leeftijd in de politiek belandde. Thoden van Velzen vond haar boek, verdiepte zich in de materie en schreef het stuk Olympe, waarin een hedendaags meisje De Gouges ontmoet. Ze plaatst het verhaal in een ordinaire Bruna-winkel op het station. De set is intiem. Het publiek zit in een hoek van negentig graden rondom het kleine speelvlak, waar enkele stapels boeken liggen en een aantal witte doeken de hoogte van de ruimte accentueren. De regie is sober. Bijna een uur lang staat Nikki Deras, die zeer overtuigd speelt, op een van de stapels boeken.

Wat volgt is een wervelende dialoog tussen ‘het meisje’ en De Gouges (functioneel ingehouden gespeeld door Anneliese BillenAnneliese Billen), waarin we diep in de ziel kijken van het hoofdpersonage. Ze worstelt niet alleen met haar identiteit, maar heeft ook grote levensvragen. We scrollen door haar jeugd en haar scherpe oordelen over andere vrouwen, om te belanden in de vele vertwijfelingen die zich afspelen in haar hoofd. Zorgvuldig gekozen geluidsfragmenten en muziek ondersteunen effectief sfeer en emotie. De timing van het spel is haarscherp. Humor en ontroering wisselen elkaar af en tussen de bedrijven door krijgen we ook een vleugje ongeschreven geschiedenis mee. Vanuit het feminine oogpunt van De Gouges natuurlijk. Wat een gelaagd, doorvlochten werk – en zo grappig ook! Behendig monteert Thoden van Velzen nog wat hedendaagse elementen in haar stuk, waarin elk woord op de weegschaal ligt – ook in politieke zin.

Foto: Judith en de belerende mond die zei dat ze zelf haar mokergrote bek moest houden van Noah Janssen en Emma van den Elshout, foto Emma van den Elshout.