In Festival Gemaakt toont de nieuwe lichting afstudeerders van de Toneelacademie Maastricht jaarlijks hun werk. Wat komt er tot bloei na vier jaar zaaien? In het gepresenteerde wildboeket zaten opvallend veel lecture performances.

Wat opvalt in het werk van de afstudeerders van de Toneelacademie Maastricht is dat veel van hen, met name studenten van de performance opleiding, thema’s en onderwerpen hebben onderzocht en uitgewerkt aan de hand van een lecture performance. Soms is die letterlijk nog aanwezig in de vorm van het werk zoals in Floating on Visual Noise (ook in boekbewerking) van Claire Vrijenhoek, die bescheiden speelt met de deconstructie van taal en beeld.

Andere werken vervlechten de ‘lecture’ met meer theatraliteit, zoals de monoloog Origines van regisseur Jeff de Maeyer, die inzoomt op het gegeven ‘castratie’. Vanuit historisch bronmateriaal bouwt De Maeyer zijn doorvlochten solo op, daarbij schuurt hij lichtjes en behendig langs de hedendaagse transgender-emancipatie om ten slotte te komen tot het daadwerkelijke vraagstuk dat ten grondslag ligt aan de frustratie van zijn personage. Waarom reageert mijn lichaam zo gespannen op de nabijheid van een vrouw? Met hulp van rondvliegend fruit en krakende noten toont speler Thomas Hoebeke – weergaloos spelend – de tot wanhoop gedreven man; eenzaam en tot alles in staat.

Ook de solo van Judith Engelen (performance-opleiding), Sometimes writing something leads to nothing, schuurt tegen de lecture performance aan. Ze plaatst haar monoloog in de context van het geschreven woord. Op het toneel hangen vijf wassen borden, niet megagroot maar in sfeer en kleur wel bepalend met hun gele gloed. Voordat ze haar monoloog start, kerft Engelen met een warmtebron twee letters in één van de wassen borden, de initialen wellicht van haar onderwerp. Dan nestelt ze zich ver weg van het publiek op de vloer en neemt ze ons mee in de observatie van een man, die zich ontfermt over zijn volkstuin.

Nergens legt Engelen nadruk op het performatieve, waardoor we gemakkelijk met haar meeglijden in de vertelling, die zowel een observatie is van wat ze ziet als de invulling van haar eigen gedachtegang over de man. Het goed geschreven relaas wordt steeds persoonlijker. In een van de wassen tableaus verschijnt een gezicht, is dat Engelen zelf? Mogelijk; en zo is de cirkel rond. Hoe worden we herinnerd? Dat lijkt de vraag achter dit bijzondere maar ook nog wat hermetische solowerk.

In ander werk is de lecture helemaal uit de vorm verdwenen en proef je hooguit nog een vleugje van de ‘denkoefening’, al moeten we vooral niet denken dat de werkmethode alleen een intellectuele oefening is. In wat voor manipulatieve wereld leef je, als de neiging alles te willen controleren overheerst? Dat is de onderzoeksvraag die voorafging aan de voorstelling Ik denk dus jij bestaat; een associatief werk geschreven en gespeeld door Brent de Vries (performance-opleiding).

We volgen een personage, dat zijn eigen alter ego creëert in de vorm van een broertje. In het decor vol verrassende wendingen (ontwerp en besturing Jill Gielkens) komt hij de monsters in zijn hoofd onder ogen. De wereld die De Vries creëert zit vol beeldende fantasie en taalspelingen. Op de psychologie van zijn personage krijgen we nauwelijks grip, dat ongrijpbare is meteen ook het intrigerende van dit werk.

De intentie is de opleidingen binnen de Toneelacademie Maastricht in de eerste jaren samen te voegen, zodat studenten in een later stadium hun richting kunnen bepalen. Een mooie oplossing voor onder andere acteurs met maakcapaciteiten. De nieuwe werkwijze wordt momenteel voorbereid. Ik ben benieuwd of de ‘lecture performance’ (docent Ann Luijten) onderdeel blijft van het curriculum, het lijkt een vruchtbare onderzoeksmethode die bronmateriaal, persoonlijke input en performatieve stijlen gemakkelijk met elkaar verbindt.

Foto: Floating on Visual Noice van Claire Vrijenhoek