Op 13 november is op 93-jarige leeftijd poppentheatermaker Feike Boschma overleden. Met zijn vernieuwende poppenspel was hij een inspiratiebron voor vele theatermakers. 

Boschma werd in 1921 geboren in IJsbrechtum, Friesland. Terwijl hij in de Tweede Wereldoorlog zat ondergedoken ontwikkelde hij zijn poppenspel door poppen te maken van lapjes stof van zijn moeder. Na de oorlog werd hij als een vernieuwer van het genre onthaald; hij bracht zijn ‘poppen’ – eenvoudige creaties van lappen, touwtjes en stokjes – met name door beweging tot leven.

Met zijn acts trad hij op in diverse cabaretprogramma’s. In 1947 maakte hij zijn debuut in het cabaret van Wim Sonneveld. Later werkte hij samen met kunstenaars uit de dans, de mime en de beeldende kunst. Hij trad op in de cabaretprogramma’s van Wim Kan (samen met de Weense danseres Cilli Wang), werkte samen met beeldend kunstenaar Peter Struyken en maakte theatervoorstellingen met mimeacteur Rob van Houten en voordrachtskunstenares Willy Brill.

In de jaren tachtig trad hij op met soloprogramma’s waarin hij de relatie tussen poppenspeler en pop thematiseerde. Zo stond hij in 1981 op het Holland Festival met De rode sjaal, waarin het sjaaltje dat hij afpakte van een pop uitvergroot terugkeerde om hem te wurgen. In A romance in many dimensions (1989) speelde hij een poppenspeler die verliefd werd op een van zijn eigen creaties. Deze dame verkoos echter een andere pop, eveneens door Boschma gemaakt en bewogen.

In 1983 kreeg Boschma de Wim Meilinkprijs van de Nederlandse Vereniging voor het Poppenspel voor zijn complete oeuvre. Hij inspireerde vele kunstenaars met zijn werk, onder wie Jozef van den Berg. Ook maakte hij zich sterk voor de positie van het poppenspel in het theaterveld, bijvoorbeeld door de oprichting van de Kring van Nederlandse Poppenspelers in 1954. Hij publiceerde geregeld over het vak. Zijn boek Aantekeningen verscheen in 2010.

In Amsterdam werd het productiehuis voor beeldend theater Feikes Huis naar hem vernoemd.

Boschma overleed na een kort ziekbed.