Erik Whien heeft zich teruggetrokken als grotezaalregisseur bij Het Zuidelijk Toneel. Zijn positie wordt overgenomen door Lucas De Man. De verplichting om grote zalen met repertoirestukken vol te krijgen vindt hij te benauwend, zei hij tegen de Volkskrant.

Erik Whien (1978) is sinds seizoen 2012-2013 als huisregisseur aan Het Zuidelijk Toneel (HZT) verbonden, waar hij naast Matthijs Rümke een grotezaalvoorstelling per seizoen zou gaan maken, de eerste in 2014-2015. Naar eigen zeggen is hij te snel van Toneelgroep Oostpool, waar hij tot 2013 huisregisseur was, naar HZT overgestapt. De opdracht die hij bij HZT zou gaan vervullen voelt teveel aan als een kopie van het werk dat hij bij Oostpool deed. Zijn voorkeur gaat nog altijd uit naar ad hoc-projecten, zoals zijn werk voor de Toneelschuur, zei hij tegen de Volkskrant.

Lucas De Man (1982) neemt de rol van tweede grotezaalregisseur van Whien over. Hij is al langere tijd bij het gezelschap betrokken en maakte er met zijn Stichting Nieuwe Helden de kleinere voorstellingen Boom (2009), Passie (2010), Bejaarden & Begeerte (2010), Sketch (2011), Dinner with dad (2012) en There is a me in meeting (2013). Samen met artistiek directeur en regisseur Matthijs Rümke en theatermakers Leen Braspenning en Marcel Osterop vormt hij de artistieke kern van het gezelschap. Tevens is hij stadskunstenaar van Den Bosch. De eerste grotezaalproductie van De Man, Romeo en Julia, zal in seizoen 2014-2015 in première gaan. De Man wil daarnaast verschillende projecten met zijn Stichting Nieuwe Helden blijven doen.

Foto: Joost de Haas