Een oproep van D66, PvdA en GroenLinks om te kijken naar gerichte energiesteun voor culturele instellingen kon gisteren tijdens de Algemene Politieke Beschouwingen rekenen op een Kamermeerderheid. De motie is weliswaar aangenomen, maar werd meteen door Rutte voorzien van de problematische voorwaarde dat de mogelijke tegemoetkoming binnen het huidige cultuurbudget van OCW moet worden gevonden.

Vorige week vertelde algemeen directeur Hendrik Storme in De Standaard dat De Singel in Antwerpen vanaf 19 december bijna een hele maand ‘in winterslaap’ gaat. ‘Met 48.000 vierkante meter gebouw is dit de enige manier om substantieel de kosten te drukken.’ Ook in Nederland overwegen theaters om te snijden in programmering of hun deuren vaker gesloten te houden om energiekosten te besparen, blijkt uit een rondgang. Verhoging van ticketprijzen behoort voor veel theaters ook tot een serieuze mogelijkheid. Met hun hoge toneeltorens, grote oppervlakten en de vaak relatief oude apparatuur, zijn theaters bij uitstek energieslurpende gebouwen.

Andreas Fleischmann, directeur van DeLaMar in Amsterdam, hoopt dat het kabinet gaat kijken naar een specifieke tegemoetkoming voor de cultuursector: ‘Alle steun is welkom. Voor DeLaMar geldt dat de energiekosten met 400 procent gaan stijgen vanaf januari, dat kan je zelf niet opvangen. Uiteraard hebben we als instelling ook zelf onze verantwoordelijkheid, en ontkom je er niet aan dat de kaartjes iets duurder zullen worden. Maar daarnaast is steun noodzakelijk.’

Het probleem is groot, benadrukt ook Charles Droste, directeur van Amphion Cultuurbedrijf in Doetinchem, en hangt nauw samen met meerdere factoren. ‘De energiecrisis maakt dat onze kosten dit jaar met twee ton stijgen. Maar het gaat gepaard met andere crisissen: de overspannen arbeidsmarkt, inflatie – wat je weer terugziet in bijvoorbeeld onderhoud- en schoonmaakkosten – en het feit dat de zalen nog niet zo vol zitten als voor corona. En laten we niet vergeten: niet alleen aan onze kant werkt die energiecrisis en die inflatie door, ook het publiek heeft daarmee te maken.’

Een ‘soort catch-22’, noemt Droste de huidige situatie. ‘Eigenlijk zou je een deel van de hogere energiekosten willen doorberekenen aan het publiek, maar je wilt juist dat gedeelte van het publiek dat wegblijft, niet nog meer afschrikken.’

Volgens directeur Jörgen Tjon A Fong van De Kleine Komedie is het feit dat de culturele instellingen nu bij het kabinet op de kaart staan een belangrijke eerste stap. Hij onderschrijft de complexiteit van het probleem, die verder gaat dan alleen de energiecrisis. ‘Er is meer nodig dan alleen een tegemoetkoming van energiekosten om het culturele veld in de breedte te laten herstellen.’

Financiële strop
Voor De Kleine Komedie zijn er maar weinig mogelijkheden om de energiecrisis zelf het hoofd te bieden. ‘Onze kosten worden hoger, maar aan de inkomstenkant hebben we maar weinig bewegingsruimte: we zijn al zeven dagen per week geopend.’ Ticketprijzen verhogen wil Tjon A Fong het liefst voorkomen, maar hij sluit niet uit dat het op enig moment toch nodig is. ‘Het is een manier, maar een heel beperkte: je wilt het theaterbezoek niet zo exclusief maken dat mensen het zich niet meer kunnen veroorloven. Ook het publiek heeft minder te besteden door de inflatie en de energiecrisis.’

Het liefst zou De Kleine Komedie het gebouw ingrijpend verduurzamen, maar omdat het een monumentaal pand is, is er maar weinig mogelijk. Op termijn betekent dat een ‘financiële strop’, stelt Tjon A Fong. ‘We willen wel verduurzamen, maar het mag niet. De ijzeren deuren in onze gevel – die allemaal enkel glas hebben – mogen bijvoorbeeld niet vervangen worden. Inmiddels is de gemeente langzaam aan het kijken hoe ze daarmee om moeten gaan, maar met de stijgende energiekosten is daar echt haast bij geboden. We hebben nu alleen kleine dingen kunnen doen, zoals tochtstrips plaatsen, maar daarmee los je het grote probleem niet op.’

Welke mogelijkheden heeft hij daarnaast nog? ‘Nog efficiënter werken met minder personeel is onhaalbaar en onwenselijk. Interen op je reserve ligt voor de hand, maar is ontzettend onverstandig: dat is een kortetermijnoplossing, terwijl de situatie vraagt om een langetermijnstrategie.’

Snijden in programmering
Als de ticketverkoop niet toeneemt, overweegt Charles Droste om volgend seizoen drastisch te snijden in de programmering, onder meer om de energielasten te verlagen. ‘Dat is natuurlijk een drama, want we voelen de verantwoordelijkheid om de branche overeind te houden. Maar dat is een van de weinige knoppen waar je nog aan kan draaien, omdat het direct effect heeft op de energienota: ga je een dag dicht, verbruik je een dag minder energie. Daarnaast scheelt het technische kosten én als het publiek dat nog wél komt zich over minder voorstellingen verspreidt, is de bezettingsgraad ook hoger. Willen we dat? Nee. Maar misschien moet het, het zou kunnen.’

Bij De Kleine Komedie is dat anders. Tjon A Fong: ‘Maar een klein deel van onze inkomsten bestaat uit subsidie. Wij moeten het vooral hebben van publieksinkomsten. Elke dag die we dicht zijn, kost ons geld. En als we open zijn, moeten we 75 procent bezettingsgraad halen.’

Snijden in de programmering is bij DeLaMar vooralsnog niet aan de orde, zegt Fleischmann. Wat het theater wel doet om energiekosten te besparen is compacter programmeren: vooral tussen woensdag en zondag. ‘En we zorgen ervoor dat er altijd twee voorstellingen tegelijk te zien zijn: in het verleden was dat een wens, nu een eis. Zodat je niet voor één voorstelling dat hele gebouw opengooit.’

Thermostaat
Wat kan hij daarnaast nog doen? ‘Op kantoor staat overdag het licht uit. Als wij op maandag en dinsdag geen activiteiten in ons gebouw hebben, werken we allemaal thuis. Met de enorme energieprijzen maakt dat al best veel verschil. Maar artiesten mogen gewoon douchen na de voorstelling. En wat betreft de temperatuur: we willen onze bezoekers wel een beetje een prettige avond kunnen bieden, dus nee: de thermostaat gaat niet op vijftien graden.’

Ook Charles Droste ziet niets in het omlaag draaien van de thermostaat. ‘Dat zijn maatregelen voor de bühne. Mensen betalen zestig euro voor een musical, die ga je niet “in de kou” zetten. Ons pand is 12 jaar oud en we hebben geen energielekken, maar we zitten energietechnisch gezien nu eenmaal in een dure branche. Ook in de modernere gebouwen in de energierekening al snel hoog: we zitten in de transitie naar LED, maar dat gaat heel langzaam. Dus als je ’s ochtends de lichten in de zaal aandoet en je laat de trekkenwand bewegen, dan wil de meter wel draaien.’

Dure panden
‘We halen het einde van het jaar, maar we maken ons zeker zorgen over de toekomst’, zegt Rutger Gernandt, die als zakelijk directeur van De Warme Winkel ook medeverantwoordelijk is voor de exploitatie van de onlangs geopende theaterbroedplaats De Sloot in Amsterdam. ‘Theatergebouwen zijn vaak hoog, en warmte stijgt op, dus het zijn doorgaans relatief dure panden om te verwarmen. We waren heel blij dat we in De Sloot repetitieruimtes van 4,5 meter hoog hebben, maar om te verwarmen is dat natuurlijk minder prettig. We zitten in een oud pand en als je ergens tijdelijk zit kun je ook niet heel erg investeren in isolatie. We hebben wel zuinige warmtepompen op het dak staan voor de verwarming. Helaas gebruiken we conventionele lampen. Voor LED is nog geen tweedehands markt en nieuwe zijn heel erg duur.’

Het belangrijkste energiecontract van De Sloot loopt door tot eind december. ‘Volgend jaar wordt dus spannend. Ons voordeel als broedplaats ten opzichte van theaters is dat we onze ruimtes deels doorverhuren aan vaste huurders, die we de kosten voor gas en elektra doorberekenen. Als de kosten hoger uitvallen dan het voorschot dat zij nu betalen, moeten wij dat voorschieten, maar wordt het vooral vervelend voor de mensen die dat vervolgens weer moeten betalen. Zeker voor de kleinere clubs die bij ons huren, kan het dan snel te duur worden. Een verhoging van 50 euro per maand is op dat soort budgetten al heel veel.’

Het grootste risico zit bij de verhuur van de theaterzalen en repetitieruimtes. ‘Ons uitgangspunt is: het moet zo betaalbaar mogelijk, maar dat brengt risico’s met zich mee. We kunnen niet zeggen tegen een groep die in het voorjaar een paar weken een repetitieruimte heeft gehuurd: het was een zware winter, ik moet je achteraf nog wat extra factureren. We hebben wel de mogelijkheid voor een energietoeslag in onze algemene voorwaarden opgenomen, voor het geval het energietarief in januari door het dak gaat. Zo’n toeslag kun je dan ook weer aanpassen of schrappen als de prijzen wat gaan dalen.’

Acuut gevaar
Koepelorganisatie VSCD vreest dat een groot aantal van de aangesloten podia zonder inspringen van de overheid in de problemen komt door de stijgende energiekosten en inflatie. ‘Door de grote behuizing worden de podia geconfronteerd met onverwachte meerkosten.’ De belangenvereniging riep de landelijke overheid eerder deze week op om een extra storting te doen in het gemeentefonds, zodat gemeentes de energiekosten kunnen compenseren. Dat is belangrijk, omdat gemeenten doorgaans eigenaar zijn van de panden waarin culturele instellingen (zoals podia, musea en muziekscholen) gevestigd zijn.

De Taskforce culturele en creatieve sector noemt de stijgende energiekosten – in combinatie met de inflatie en de lage weerbaarheid van de sector sinds de coronacrisis – een ‘acuut gevaar’ en dringt in een eerder deze week verstuurde brandbrief aan de overheid onder andere aan op compensatie (bijvoorbeeld in de vorm van een prijsplafond). Daarnaast wordt opgeroepen om te investeren in verduurzaming van culturele gebouwen en bij te dragen aan een programma voor energietransitie. De volgende stap van de Taskforce is dat er bij de ministeries van Financiën en Economische Zaken verder wordt gelobbyd om culturele instellingen ook in het mkb-pakket voor energiesteun, dat op dit moment in de maak is, op te nemen. Een van de belangrijke momenten daarvoor in de Kamer is het debat over de Najaarsnota in november.

Fleischmann: ‘Ik hoop op een regeling die bestaat uit gedeeltelijke compensatie, waarbij goed wordt gekeken naar de specifieke omstandigheden van de gebouwen. Zalen als De Doelen of MartiniPlaza hebben zulke enorme volumes, ik hoop dat die steun naar verhouding gaat. En dat er daarnaast, net als dat ze voor particulieren van plan zijn, wordt aangespoord op energiezuinigheid.’

Aanpassing 29 september: In een eerdere versie van dit artikel werd de suggestie gewekt dat de energiesteun voor theaters buiten de OCW-begroting werd gezocht, wat aanvankelijk niet het geval lijkt. Dat is hierboven aangepast.