Tijdens Een zondagmiddag in Bellevue met een tekst die je waarschijnlijk niet kent lezen professionele acteurs vergeten toneelteksten voor. Afgelopen zondag was de eerste editie van het programma van Nineties productions en Theater Bellevue. 

Sinds de dood van Ton Vorstenbosch van wie ze tot na zijn dood geen teksten had gelezen, ziet initiatiefneemster Anne Maike Mertens het als haar missie om vergeten theaterteksten onder de aandacht te brengen. Ze ziet een ontwikkeling waarin toneelteksten in vergetelheid raken, verloren gaan en uiteindelijk nergens meer terug te vinden zijn. Hoe meer ze zich in het thema verdiepte, om hoe meer bedreigd materiaal het bleek te gaan. Daarom is ze haar project ook steeds breder gaan trekken.

In 2018 ging het alleen nog over de teksten van Ton Vorstenberg en bij Stoffige stukken over de toneelstukken die Toneelgroep Centrum (van 1960 tot 1987 het huisgezelschap van Bellevue) meer dan 25 jaar geleden in première had gebracht. Deze zondagmiddagen gaan over alle vergeten teksten van eigen bodem. Mertens en Theater Bellevue roepen nu op om alles wat is gemaakt te blijven lezen en herinneren, omdat er zoveel ligt te verstoffen wat waardevol is.

Afgelopen zondag, 12 februari, ging de reeks van drie middagen van start. Het publiek werd welkom geheten in de Bovensmoes, een informele cafésetting boven het theatercafé de Smoeshaan van het Theater Bellevue. Op tafels stonden kannen met water en tijdens het luisteren mochten gerust drankjes van de bar genuttigd worden. Alles bij elkaar gaf het geheel een huiselijke indruk. Een goede keuze, want het gezelschap hoopte op inhoudelijke gesprekken met het publiek.

Na het gezellige geroezemoes dat een dergelijke setting met zich meebrengt, begon de middag met lezingen van Dracula (1993) en Hyde (1995): twee toneelteksten van de Monster Trilogy van Michael Matthews. Deze bijzondere kunstenaar, die naast theatermaker ook dichter, beweger, acteur en vormgever was, was erin bedreven zijn theaterwerk te verbinden aan de actuele wereld. Onder meer de popcultuur, drugsgebruik en het nachtleven waren veel voorkomende thema’s in zijn werk. De Monster Trilogy is zijn laatste grote werk, in 1996 overleed hij aan de gevolgen van aids.

De voorgelezen teksten zitten vol duistere humor, waar de naderende dood en de daarbij behorende zorgen van de schrijver duidelijk in terug zijn te horen. Een belangrijk karakter in Dracula is bijvoorbeeld de met hiv-geïnfecteerde ex-kunstenaar en pizzajongen Mike. Hij voelt dat hij geen kunsten meer kan maken nu hij stervende is: ‘Everybody wants to touch a death artist. Nobody wants to touch a dying artist.’ Ook Hyde is ziek al blijft dit iets meer onder de oppervlakte dan bij Mike. De stukken drijven de spot met zowel het leven als de dood. Jezus ziet eruit als Ridge van The Bold and the Beautiful, na de moord van zijn buurvrouw zingt Hyde voluit All You Need Is Love en ook Bugs Bunny en Jim Morisson spelen een rol in de aidsepidemie. Toch is de gehele lezing doordrenkt met de pijn van de ziekte die soms op een plotseling harde, haast spoken-word achtige wijze wordt geduid.

Een droevige herinnering aan een verdwenen tijd, zou je op het eerste gezicht zeggen. Het hiv-virus was groot in de jaren ’80 en ’90 en is daarmee verouderde thematiek. De ietwat geforceerde nabespreking wees echter juist op een aantal manieren waarop de toneelstukken nog steeds van deze tijd zijn. Onder de oppervlakte van deze vertelwereld is het onderwerp immers niet aids en monsters, maar de worsteling met persoonlijke identiteit. Een thema dat op dit moment relevanter is dan ooit, maar in de jaren ’90 nog behoorlijk buiten de standaarden lag. Ook seks en seksualiteit zijn vandaag de dag nog veel besproken onderwerpen, hoewel de invulling ervan misschien iets veranderd is. De conclusie, wellicht wat kort door de bocht genomen, is daarom dat nieuwe uitvoeringen van deze reeks meer dan welkom zijn.

Na een pauze met soep en broodjes is het tijd voor het tweede deel van het programma: een lezing van Brandgrens. Dit toneelstuk is in 2007 geschreven door Enver Husicic – hij was deze zondagmiddag ook aanwezig bij de lezing – en was destijds uitgevoerd door Jongerentheater Rotterdams Lef dat als doel had (probleem)jongeren in Rotterdam een stem te geven. Het toneelstuk trekt een lijn tussen de onrust onder Rotterdamse jongeren en de revolte in Curaçao van 1969. Grote ongelijkheid heeft in beide tijdvlakken onaangestoken kruitvaten geplaatst. Het is slechts een kwestie van vuur om de bom te doen barsten.

In het toneelstuk wordt gefocust op de persoonlijke ervaringen van een vader, zoon en dochter. Op 30 mei 1969 kwam in Curaçao de jarenlange onvrede over de koloniale overheersing, economische uitbuiting en racistische onderdrukking van vooral de zwarte Curaçaoënaars aan de oppervlakte en vond de revolte plaats: een uit de hand gelopen staking van arbeiders van Shell, waarbij een groot deel van Willemstad in vlammen opging. Deze geschiedenis – die onder Nederlanders nog opmerkelijk onbekend is – wordt op anekdotische wijze verteld door de vader van het stuk. In het heden zijn zoon en dochter ondertussen betrokken bij een rel in Rotterdam, waar de tegenstelling tussen arm en rijk, immigrant en Nederlander ook nog steeds zeer voelbaar is. De onderliggende boodschap van het stuk is krachtig: ongelijkheid plant woede en woede zorgt voor brand.

In het nagesprek met schrijver Enver Husicic vertelde hij dat hij de jongeren heeft proberen neer te zetten als ‘meer dan slachtoffers’, maar ook juist als ‘handelende personages met een eigen stem’. Goed en slecht worden in deze vertelling zo veel mogelijk buiten beschouwing gelaten: sommige dingen doe je gewoon. Op die manier heeft Husicic een theatrale beschouwing gecreëerd die voorbijgaat aan de tijdvakken die het bespreekt. Ongelijkheid is iets wat altijd is geweest en nog zeker niet voorbij is en om die reden is het stuk ook nu nog erg relevant.

Al met al was de middag een zeer geslaagde ode aan alles wat verloren is gegaan. Waar het bij Stoffige stukken nog wat minder ging om de relevantie van de teksten, maar eerder om de vraag waarom iets verstoft, is het eigentijdse belang van de toneelstukken deze zondag zeker niet uit gebleven. Hoewel het gesprek hier en daar nog enigszins stroef verliep, kwamen er interessante thema’s aan bod die de teksten in een grotere context hebben geplaatst. Deze zondagmiddag heeft in ieder geval zeker geënthousiasmeerd voor de komende edities (op 26 februari en 12 maart).

Foto: Jitske Nap