In december 2019 opperde dramaturg Selm Wenselaers in de rubriek ‘Betere Praktijken’ dat het goed zou zijn als de podiumkunstensector eens een jaar dicht zou gaan om ruimte te maken voor inspiratie, nieuwsgierigheid en openheid. Een jaar tussentijd. Dankzij corona werd het werkelijkheid. Levert het op wat Wenselaers ermee beoogde? Tijd om opnieuw in gesprek te gaan. Ook Anneke Tonen, algemeen directeur van onder andere SoAP Maastricht en Schwalbe, schoof aan.

Is er goed gebruik gemaakt van de tussentijd die we dit jaar onverwacht kregen?
SW We zijn vooral veel en hyperefficiënt gaan Zoomen en rug aan rug afspraken aan het inplannen. Er moest vooral heel erg doorgepakt worden. Ik heb mezelf ook laten overtuigen om weer ergens de ballen in de lucht te houden, bij Beyond The Blackbox. En toen merkte ik zelf hoe waanzinnig complex het construct is van wat we doen. Dat het niet zomaar stil te leggen valt. Zelfs een pandemie krijgt ons niet plat! Maar ik zie vooral dat we er niet in slagen om er vanuit gezamenlijkheid over na te denken. Dus dat had ik er destijds misschien bij moeten zeggen: eerst de gezamenlijkheid opzoeken. Dan pas stilleggen.

AT Het stilleggen is ontzettend belangrijk. Alleen gebruiken we de tijd niet voor nieuwsgierigheid en verdieping. Er wordt ofwel gewacht tot het over is, ofwel als een malle iets gedaan waarvan we denken dat het goed is, maar waar we niet goed over nadenken. Het is niet dat ik vind dat er geen werk moet worden gemaakt. Ik denk dat we nu eindelijk eens alle tijd hebben om te werken, in plaats van die zes weken die zo ingeperkt zijn. Geen voorstellingen spelen geeft ook kansen.

Wat voor kansen hebben we laten liggen?
AT We zouden nu hebben kunnen werken aan een meer faire werkpraktijk. Onlangs was ik in gesprek met C-takt, het Belgische netwerk waar wij met SoAP ook in zitten, en daar kwam het onderwerp solidariteit bijvoorbeeld op tafel. In België komt er nu een nieuwe subsidieronde en een van de netwerkpartners vroeg: ‘Wat doen we als één van ons het niet krijgt?’ En toen zei iemand: ‘Maar we moeten toch allemaal voor elkaar zorgen?’ Ik zag anderen al heel kritisch kijken. Maar ik dacht, ja dit is echt interessant.

In Nederland zegt Kunsten ’92 dat we vier jaar nodig hebben om Fair Practice door te voeren. Ik heb al eens opgeworpen dat we toch NU kunnen beginnen om iedereen naar behoren te betalen. Als iemand werkt, moet die betaald worden, dat moet toch gewoon de regel zijn? Het antwoord is dan, ja maar dan kunnen we minder maken. Maar waarom is dat erg? Het gaat om basisprincipes. Als je het gaat doordenken, kan het. Het harde basisprincipe is dat we VEEL moeten maken. En dat leggen we onszelf op. En dat daardoor mensen niet goed betaald kunnen worden, dat is dan maar normaal. Maar we zouden moeten kijken: wat kost het om iets te maken, en hoeveel kunnen we dan maken.

SW Maar nu de B-lijst van het Fonds Podiumkunsten alsnog is gehonoreerd, zijn we weer vier jaar stil over zulke zaken. Er is weer tijdelijk geld bij of weer eenmalig een reparatie geweest. Maar geen systeem-reset, of gewoon een her-denken of een visie volgen. Er was een visie geformuleerd, maar die is weer van tafel geveegd door het geld.

AT Volgens mij had het geld er ook niet per se bij gemoeten. Ik was in gesprek met een maker die onder de zaaglijn viel, en die was zich gewoon aan het bezinnen op hoe het dan zou moeten. Een andere maker die ook geen fondssubsidie had gekregen, zei: ‘OK, dan ga ik gewoon dit doen.’ Die ging zijn eigen weg en dat ging-ie ook redden. Wat ik merkte bij die makers, en dat heb ik zelf ook eigenlijk altijd gehad: als je geen geld hebt, ben je inventiever. Ik heb al veel clubs zonder geld geholpen om werk te maken. Je moet dan gewoon slimmer zijn.

Maar met die reparatie voor de zaaglijn ging iedereen gewoon weer in zijn zeteltje zitten. En het is voor sommigen wel wat minder geworden, maar subsidie ontvangen lijkt een positie geworden van waaruit er eigenlijk geen eigen denken meer hoeft te zijn. Nu hoeven ze alleen maar hun plan uit te voeren, wat blijkbaar niet het beste plan was, want anders waren ze wel de eerste keer toegekend. Maar daar hebben we het niet over. We zeggen elke keer, die vallen onder de zaaglijn, want er is te weinig geld. Nee, er is een bepaald bedrag aan geld, en die plannen vallen onder de zaaglijn omdat ze minder goed zijn dan die daarboven. Ik merkte dat het gesprek daar niet over kan gaan, omdat het lijkt alsof iedereen erbij moet. En nu is iedereen erbij, en nu gebeurt er niets meer.

SW Dat iedereen erbij moet, dat is een verkeerde interpretatie van solidariteit.

AT Zo is er gewoon geen solidariteit meer nodig, want iedereen zit er weer in. Terwijl, voor die reparatie moesten we veel meer ons best doen om degenen die er net niet bij zaten, maar die toch kwalitatief goed werk maken, er wel bij te krijgen. Daar gaat het mis: we zijn zo afhankelijk van dat gekke geld.

SW Wat de afgelopen subsidieronde bijvoorbeeld met PLAN Brabant en Frascati zo treurig was: zij hebben heel veel likes binnengehaald. Maar wat zijn likes waard? De instellingen die wel gesubsidieerd werden, hadden zich natuurlijk solidair kunnen verklaren en samen geld kunnen ophoesten. Ze hadden kunnen aangeven: wij vinden hen echt belangrijk. Maar daar hebben we niks van gezien.

Wat zien jullie nog meer dat volgend jaar anders moet?
AT Ik zeg nu tegen de makers met wie ik werk bij SoAP: we kunnen niet hetzelfde doen als afgelopen jaar. Vorig jaar hebben we iedereen gecompenseerd voor al het werk dat we moesten afzeggen, maar nu weten we dat we in de pandemie zitten. Dus als we ons werk niet kunnen doen, wat doen we dan wel? Ik vind dat dat idee uit de kunstenaars moet komen. Ze kunnen wat mij betreft alles voorstellen. Ze kunnen gaan prikken tegen COVID, of varkens gaan hoeden. We moeten nu evolueren. Wat is nu ons werk? Hoe kunnen we veel meer een hand uitsteken naar de maatschappij of naar de situatie waarin we zitten?

SW De KVS doet zoiets in Brussel. Hun spelers en makers gaan naar bejaardentehuizen, het veld in, gewoon waar het ertoe doet. Waar er wel gespeeld kan worden. In Nederland heb je die Balkonscènes-regeling, die dat actief aanzwengelt. Maar: stel je wil samenwerken met een door het Fonds gesubsidieerd podium, dan ben je alweer uitgesloten van die regeling.

Is het ons beleid dat verhindert dat we dit jaar goed kunnen gebruiken?
SW Ja, je zou willen dat je nu op andere manieren kunt gaan samenwerken. Maar makers zijn kleine kruideniers, steeds meer, en het hele systeem houdt hen in dat kruidenierschap gevangen door dit soort bepalingen. Er waren heel goede aanvragen bij waar ik van weet, maar die zijn afgewezen omdat er een link is met een theater, met een platform. Hoezo? Maar het is ook de snelheid die we nu ook weer hebben, Balkonscènes 5 is het ondertussen al, en hoe vaak die regeling vertimmerd is! Denk eens twee minuten, of twee maanden, langer na. Die snelheid is zo teleurstellend.

Het komt voort uit een vervelend top-down vernieuwingsdenken, terwijl er al op zoveel plekken zo interessant gewerkt wordt. Die goede voorbeelden vormen een leidraad om de manier waarop we ons organiseren van onderaf om te vormen. Die moet je koesteren.

SWAltijd die gedachte hier in Nederland dat het van bovenuit moet vertrekken; van boven moet er beleid komen en gestuurd worden. Nee! Er gebeuren heel interessante dingen van onderuit. Bedenk hoe je die praktijken kunt beschermen.

We hebben allemaal last van ‘het construct’ in ons denken. Ik zit in het bestuur bij een collectief dat net structureel gesubsidieerd is. En die lopen er tegenaan dat de cao niet voorzien is op collectieven – daarin zit ongelijkheid ingebakken, want het werkt op basis van ervaringsjaren. Dus die groep gaat plots op een heel andere manier nadenken over hoe zij samenwerken, vanuit het construct van zo’n cao. Dat is de omgekeerde wereld.

Maar de cao is een minimum-cao. Het is dus een richtlijn. Denken mensen dat ze worden afgestraft als ze zelf bepalen: deze persoon draagt zoveel verantwoordelijkheid in onze organisatie, we zetten hem of haar een schaal hoger?
AT Je wordt niet afgestraft, het FPK straft niemand af voor gewoon betalen. Bij Schwalbe hebben we een basisinkomen gehanteerd. En bij SoAP hebben we voor iedere kunstenaar een post in de boekhouding die ‘tussenzaken’ heet, dus ze krijgen ook betaald voor wat niet direct ‘een werk maken’ is.

Mensen denken dat ze het goed doen als ze gewoon precies volgen wat er staat. Ze denken niet in verantwoordelijkheden. Ze denken niet in wat mensen nodig hebben. Ze denken: dit is de functie, en wij doen het goed als we die regel aanhouden. Terwijl: je moet hem inderdaad zien als een richtlijn, een indicatie, en zelf blijven denken. Maar het zelf denken is haast een uitgeroeid fenomeen.

Als je je werk inricht vanuit een eigen idee, dan creëer je je eigen kader. En je kunt dat gewoon doen. Dat heb ik gemerkt met Schwalbe. Zulke ideeën moeten echt vanuit de kunstenaars komen. Het zijn geen ideeën die van bovenaf moeten komen. Het moet vanuit de kunstenaar. En dat had nu ook gekund, met de start van het Kunstenplan en met het coronajaar. Als er een systeem zou zijn waarbij gezegd wordt: je krijgt dit bedrag, maar je moet wel delen. Hoe zouden we dat aanpakken? Ik denk dat dat veel interessanter is omdat mensen dan wel zelf moeten nadenken.

Ik ben ook adviseur bij het Fonds Podiumkunsten en het fonds doet het echt helemaal niet zo slecht als je weleens hoort. In die commissies gaat het er behoorlijk redelijk en doordacht aan toe, dus dat gefulmineer daartegen is niet helemaal eerlijk. De eerste ronde dat ik daar zat, dacht ik: damn, kunstenaar, ik dacht dat ik hier geïnspireerd zou worden! Maar tachtig procent van de plannen was oninteressant; voornamelijk geschreven naar de regels van het fonds. De kunstenaar mag echt beter zijn best doen. Die mag echt wel meer duidelijk maken hoe hij of zij het vanuit zijn werk wil of kan doen en daarvoor gaan staan. Het probleem zit voor mij niet zo in die constructen. Schrijf je eigen plan.

SW Ja, maar het verwarrende is dat we onderling veel te lief zijn. En dat dat lijkt uit zorg, maar het is echt een gevalletje zachte heelmeesters.

Het werkveld is verstikkend denk je?
SWJa, ik denk het wel. Een gezonde parler vrai van tijd tot tijd is nodig, waarbij we gewoon zeggen waar het op staat. Ik merk dat we in de culturele sector elkaar niet altijd goed begrijpen en niet doorpraten, terwijl net dat voor mij heel zorgzaam is. Ik merkte zelf toen ik nog eens op een blauwe maandag bij een productiehuis werkte hoe bevrijdend het was om mensen af te wijzen die vaak 2, 3 jaar in gesprek waren. Ik zei dan, nee, volgens mij past dit werk niet hier, maar ga daar eens horen of kijk daar eens. Het luchtte mensen op, zo van, oef maar nu weet ik tenminste dat ik het hier niet moet zoeken.

Zorg is absoluut een belangrijk thema en we moeten ons er met z’n allen heel erg mee bezighouden. Er zijn genoeg burn-outs, mensen die uitvallen, dus we organiseren ons werk nog altijd niet goed. Maar er is een aantal misvattingen, zoals de invulling van solidariteit, de invulling van zorg en een faire werkpraktijk, waarin we maar op de overheid fulmineren. Sinds Zijlstra hebben we zo’n heldere vijand. Vroeger was het de burgermaatschappij waardoor we vijftig jaar geleden die tomaten zijn beginnen gooien, nu is het de politiek die ons niet begrijpt en te weinig geld geeft.

Maar met het zelfreinigend vermogen van deze sector is het droevig gesteld. Het kritische onderling, maar ook het willen samenwerken, nadenken en solidair zijn met elkaar. Er wordt altijd gekeken naar een systeem dat zogezegd niet functioneert, en daar zal vast wel wat op aan te merken zijn, maar het gaat gewoon over waarden. Het gaat over wat we uitdragen met elkaar.

Dus om terug te komen op dit coronajaar: het lijkt heel erg hard op hoe het hiervoor was. OK, de theaters zijn niet open. Maar doe maar gewoon voort hoor. Het is niet veel anders, dat is de teleurstelling.

Is er meer nodig dan één jaar stilstand?
SW Ja, een meteorietinslag blijkbaar.