De Australisch-Belgische dirigent Edward Ananian-Cooper is vanaf volgend theaterseizoen de nieuwe artistiek leider van het Koor van De Nationale Opera (DNO). Hij volgt Ching-Lien Wu op, die in april vorig jaar afscheid nam van het koor. 

DNO-directeur Sophie de Lint is blij Ananian-Cooper te kunnen verwelkomen, na een intensieve zoektocht van bijna een jaar. ‘Edward heeft het enthousiasme van ons koor gewonnen door zijn verfijnde artisticiteit, natuurlijke autoriteit en uitstekende communicatie. Hij is een wereldburger, opgeleid als pianist, violist, dirigent en ingenieur! Deze talenten en vaardigheden zullen van essentieel belang blijken voor de verdere ontwikkeling van het koor en voor de verwezenlijking van onze missie om de wereld van opera en koorzang open te stellen voor een breder publiek.’

Ananian-Cooper reageert vereerd te zijn dat hij mag toetreden ’tot het visionaire, vooruitstrevende artistieke team’ van DNO. Hij gelooft sterk dat het koor een fundamenteel onderdeel is van een operahuis en kijkt ernaar uit om samen te werken ‘met de fantastische musici van het koor in de inspirerende omgeving van De Nationale Opera’.

De Australisch-Belgische dirigent behaalde een dubbele master aan de Sibelius Academy in Helsinki in orkest- en koordirectie en won in 2017 de tweede prijs in de Northern Choir Conducting Competition in Denemarken. Daarna was hij (gast)koorleider van onder andere het Deense Radio Concert Koor en het koor Accentus. Momenteel is hij koorleider van de Opéra de Limoges, dat hij ontwikkelde tot een van de toonaangevende operakoren van Frankrijk.

Zelf zong Ananian-Cooper vanaf zijn achtste in het koor van de Adelaide Cathedral. Later was hij gastzanger en solist in concert- en operaproducties bij het Arnold Schönberg Koor in Wenen, en zong hij in verscheidene Europese kamerkoren die gespecialiseerd zijn in hedendaagse muziek, zoals het Helsinki Kamerkoor. Deze brede ervaring helpt volgens DNO ‘niet alleen om altijd het standpunt van de zanger in ogenschouw te nemen, maar brengt ook nieuwe variëteit en reikwijdte in het werk van een operakoor’.

Foto: Alejandro Lorenzo