In tegenstelling tot eerdere berichten, waarin het eerste speeljaar van de opera Orfeo ed Euridice van De Utrechtse Spelen (DUS) door het gezelschap als een succes werd aangemerkt, blijkt nu dat de productie ook al in 2011 een verlies heeft geleden van ruim 600.000 euro, in plaats van de begrote winst van 7 ton. Dit blijkt uit een op 6 september gedateerde brief van B&W van de gemeente Utrecht aan de Commissie Mens & Samenleving.

De productiekosten bleken hoger dan gecalculeerd en de bezoekersaantallen vielen tegen door het verhoudingsgewijs hoge toegangstarief. Omdat de aanloopkosten al waren voldaan en uit marktonderzoek en een publieksenquête bleek dat er voldoende animo voor een reprise was, besloten de directie en de Raad van Toezicht de opera in 2012 te hernemen, in de hoop met de kaartverkoop het tekort uit 2011 volledig te compenseren.

In mei van dit jaar bleek Orfeo ed Euridice echter al op een nieuw tekort van bijna 300.000 euro af te stevenen, wat in augustus werd bijgesteld tot een negatief saldo van 500.000 euro. De reprise stopzetten zou echter nog grotere financiële gevolgen hebben, zodat werd besloten de speelperiode af te maken.

De grootste subsidiënten van DUS (Rijk, gemeente en provincie Utrecht) werden niet op tijd op de hoogte gesteld van de gesignaleerde problemen, wat tot grote onvrede heeft geleid. Op 18 september zullen de fractie van Stadspartij Leefbaar Utrecht, Roelant Rollingswier (D66) en Tim Schipper (SP) de Utrechtse cultuurwethouder Frits Lintmeijer op het matje roepen om een toelichting te geven op het functioneren van de Raad van Toezicht en de betrouwbaarheid van accountantsrapporten, met DUS als casestudy. De SP en D66 willen bespreken wat er kan worden gedaan om het toezicht op correcte besteding van subsidies te verbeteren.

DUS heeft nu een tekort van 2,1 miljoen euro, zoals eerder te lezen viel op Theaterkrant.nl. Voor de radio verklaarde Lintmeijer dat zonder financiële hulp van gemeente en provincie het gezelschap failliet zou zijn. Dit zou echter een groot gat slaan in de programmering van de Utrechtse Schouwburg, in het programma van de Vrede van Utrecht en in het voorstel van Utrecht om in 2018 als Europese Culturele Hoofdstad te worden verkozen. Ook zou Utrecht dan de vier keer 1,5 miljoen euro rijkssubsidie voor een middelgroot theatergezelschap kwijtraken. De rol van DUS is, zeker op korte termijn, niet door een ander gezelschap in te vullen waardoor het herstelplan voor alle betrokken partijen noodzakelijk is.

Het herstelplan eist dat De Paardenkathedraal, eigendom van DUS, voor een half miljoen wordt verkocht aan de K.F. Hein Stichting en vervolgens aan DUS wordt verhuurd. Er rustte nog een hypotheek van bijna een ton op het gebouw, zodat bij de verkoop 4 ton overschiet. Bovendien biedt het herstelplan een eenmalige subsidie van de provincie (200.000 euro), de gemeente (250.000) en de Vrede van Utrecht (50.000) en een renteloze lening van 800.000 euro die in vier gelijke termijnen van 2013 tot en met 2016 moet worden afgelost. Hierbij wil de provincie Utrecht het risico van de gemeente Utrecht delen tot maximaal 100.000 euro. Bovendien eist het plan dat DUS een akkoord sluit met zijn crediteuren over het deels kwijtschelden van de schulden, wat minimaal 4 ton moet opleveren.