Na ruim drie jaar directeurschap stopt Jörgen Tjon A Fong per 1 maart bij De Kleine Komedie. Hij stapt dan over naar Omroep MAX, waar hij ‘crossmediaal eindredacteur’ wordt. Floor Nicolas neemt vanaf maart de artistieke leiding van het Amsterdamse theater over.

In december 2021 volgde Tjon A Fong Vivienne Ypma op als directeur van De Kleine Komedie. Nina Tellegen, voorzitter Raad van Toezicht, kijkt zeer erkentelijk terug op de voorbije drie jaar. ‘Hij heeft nieuw beleid vormgegeven, de programmering en het publieksbereik verbreed, ons theater op allerlei plekken in de stad en daarbuiten zichtbaar gemaakt en de gemeentelijke financiering voor de komende jaren veiliggesteld.’

De Kleine Komedie is het oudste nog bestaande theater van Amsterdam dat vanaf de jaren tachtig uitgroeide tot de cabarettempel van Nederland. Aanstaand artistiek leider Floor Nicolas is er ruim vijf jaar programmeur. Daarvoor was ze programmeur bij het Rotterdamse Theater Walhalla en producer/eindredacteur bij de VPRO.

Komende maanden wil de Raad van Toezicht gebruiken om het profiel van de nieuwe directie verder aan te scherpen. De werving van een nieuwe directeur zal medio 2025 van start gaan. Jola Klarenbeek wordt directeur-bestuurder ad interim. Ze werkt ruim 35 jaar in het Amsterdamse kunstenveld (IDFA, Frascati, Podiumpas) als zakelijk directeur, bestuurder en cultureel ondernemer.

Tjon A Fong is blij met de kansen die hij bij het theater gekregen heeft. ‘In de afgelopen jaren hebben we veel nieuwe makers een podium gegeven die met hun verhalen de programmering hebben verrijkt. Ik ben trots op de samenwerkingen met het Amsterdams Kleinkunst Festival, het Nederlands Theaterfestival en Theater Bellevue. Ook is het gelukt het gebouw toegankelijker te maken onder andere door de installatie van de invalidenlift.’

Bij Omroep MAX gaat Tjon A Fong als crossmediaal eindredacteur een nieuwe invulling geven aan de functie ‘commissioning editor’. Het geeft de acteur, regisseur en schrijver de mogelijkheid ‘om weer dichter bij de makerspraktijk te staan’.

Foto:  Monique Vermeulen