De theaterrecensent blijft thuis. De theaterzalen zijn dicht, maar het online aanbod staat wagenwijd open. In plaats van voorstellingen te bezoeken, zap ik de komende dagen lukraak langs registraties, live-streams en andere online-projecten. Vandaag: Culturele Zondagen Utrecht via laptop of telefoon in je woonkamer (of tuin).

‘Het is nu anders, het duurt even maar het went’, zingt de jonge cabaretier Ramon Chatrer me vanaf mijn telefoon toe, terugblikkend op een oude liefde.

Door het hele land zijn alle culturele evenementen en manifestaties afgelast. Maar Culturele Zondagen – het maandelijks terugkerende (gratis) culturele programma in de Utrechtse binnenstad – vond gisterenmiddag gewoon doorgang. Digitaal natuurlijk, dat wel. Onder de noemer CZ@Home stelde Alinde Hoeksma (artistiek directeur van het Café Theater Festival en oprichter van performerscollectief Vloeken in de Kerk) een driedelig online-programma van in totaal ongeveer een uur lang samen, dat werd gestreamd op Facebook en Instragram.

Drie theatermakers werden uitgenodigd om gisteren in Theaterhuis De Berenkuil in Utrecht (fragmenten uit) hun acts – die eigenlijk bedoeld waren voor rumoerige kroegen – in een verlaten repetitiestudio te tonen. Tijdens de opnames is er zo min mogelijk cast en crew aanwezig, tijdens het filmen wordt de anderhalve meter afstand in acht genomen.

Ramon Chatrer opent de middag live achter de piano, met per iPhone gefilmde liedjes uit zijn programma Roestplaats. In het openingslied blikt hij terug op de tijd toen we nog ‘op het terras konden zitten en het leven nog leuk was’. Hij zingt over oude liefdes, verlangens en familiebanden. Chatrer weet grote, herkenbare gevoelens en sentimenten te vertalen in mooie, weemoedige liedjes. Na een vrolijk liefdesliedje (bij gebrek aan toeschouwers opgedragen aan cameraman Joram) sluit hij zijn digitale bijdrage aan Culturele Zondagen Utrecht, semi-toepasselijk af met Ramses Shaffy’s ”t Is stil in Amsterdam’.

Daarnaast is er een impressie te zien uit de danssolo Een ode aan… van Afra Ernst. Het fragment is eerder die ochtend in De Berenkuil opgenomen. Ik zag de voorstelling een maand geleden in Wijnbar VinVin, tijdens het Café Theater Festival, waar Ernst de vakjuryprijs won. Haar performance opent met dezelfde pulserende hartslag. Ernst komt nu niet vanaf de regenachtige straat de ruimte binnen, maar ze is er al, alsof ze er altijd geweest is. Een plukje lege stoelen vervangt nu de toeschouwer. Juist die leegte – een groot contrast met het aanvankelijke rumoer tijdens de festivalvariant van deze voorstelling – maakt ook grote indruk. De lege stoelen gaan symbool staan voor mensen die er ooit geweest zijn maar nu weg zijn. De eenzaamheid raakt, de afstand die je ervaart omdat je via een scherm kijkt, draagt daaraan bij.

Ook over het camerawerk is goed nagedacht. Want in plaats van dat Ernst zich kriskras door de ruimte begeeft, is het nu de camera die steeds andere standpunten inneemt: variërend van close-ups tot totaalshots. Zo komt Ernst, net als in de voorstelling met publiek, het ene moment heel dichtbij en neemt ze dan weer een grote afstand.

Annelies van Wijk (schrijver en podcastmaker van Vloeken in de Kerk) ten slotte, gaat in korte, poëtische observaties en verhalen op zoek naar troost in tijden van corona. Ze vertelt hoe ze wacht, tot ze haar vrienden niet meer mist, dwalend in jeugdherinneringen toen een leven zonder grote ambities nog gelukkig maakte. En ze gaat op zoek naar troost: dat soms in nabijheid ligt, maar soms ook betekent dat je afstand moet nemen.

Al met al bood de eerste van hopelijk niet al te veel edities van CZ@Home een gevarieerd en toegankelijk cultureel programma, dat zich uitstekend leent voor het bekijken op je smartphone, als je toch thuis moet blijven in de eerste echte zondagmiddagzon van het jaar. Ramon Chatrer had gelijk: het is anders, het duurt even, maar het went.

Gezien: CZ@Home (Culturele Zondagen Utrecht, Café Theater Festival en Vloeken in de Kerk), zondag 5 april 2020, op Facebook. Beeld: Herman van Bostelen met een foto van Een ode aan… van Afra Ernst.