Afgelopen vrijdag liet Oerol weten dat het festival dit jaar volledig online plaatsvindt, via een virtueel Terschelling. Wie zich niets voor kan stellen bij zo’n digitaal festivaleiland, moet maar eens een kijkje nemen in het Dan maar zomerfestival van muziektheatergezelschap De Veenfabriek, dat sinds 5 mei online aan de gang is.

Eigenlijk zou De Veenfabriek deze zomer – op Oerol – te zien zijn met de locatieproductie Hoe het gaat: een voorstelling die troost biedt in een wereld die voorbijgaat. Maar de voorstelling gaat niet door. Op wat de eerste repetitiedag had moeten zijn blikken de makers vooruit op hoe ze terug zouden blikken op de voorstelling. ‘De Veenfabriek maakt opnieuw de hit op Oerol’ en ‘De Veenfabriek overtreft zichzelf’, zouden de kranten koppen. Media die sterren bij de recensies afschaften, zouden ze speciaal voor de voorstelling opnieuw in het leven roepen en de volle mep toekennen.

Dat vertellen ze me in De Concertzaal, één van de vele locaties van dit door Simon Boer ad hoc ontworpen festivaleiland. Behalve een aantal korte kunstprojecten (filmpjes die vooral in en rondom de huizen van de theatermakers zijn opgenomen) is er ook een merchandisekraam, een kinderopvang, een (stads)safari en een stiltebankje. Een theaterfestival op een eiland bezoek je immers voor de combinatie van cultuur en natuur, levendigheid en rust.

De Veenfabriek nodigt je uit op expeditie langs de verschillende haltes – waar steeds een of meerdere korte filmpjes te zien zijn van aan de Veenfabriek verbonden makers. Fijn klein hoogtepuntje is de Ode aan het ongelezen boek (te vinden op een locatie in oost), waarin Joeri Vos met zijn zoontje op basis van boekenkaften fantaseert over de inhoud van het boek. Een fijne verbeeldingsoefening voor quarantainetijden, die zich bovendien ook uitstekend leent voor een variant met titels van theatervoorstellingen die deze maanden niet zijn doorgegaan.

De locaties op het eiland worden ingekleurd zodra je alles ervan gezien hebt, zo krijgt het festival langzaam kleur. Bovendien kun je, als je een week later weer eens aanmeert, duidelijk zien waar je nieuw materiaal kan vinden. Want gedurende het festival (dat tot eind september te bezoeken is) wordt er content aangevuld – het eiland zal dus steeds voller worden.

Maar de Veenfabriek nodigt de bezoeker ook expliciet uit om zelf materiaal aan te leveren: een festival vindt zijn waarde immers in de actieve ontmoeting tussen maker en bezoeker. De Veenfabriek hoopt op die manier het publiek mede-eigenaar van (en medeplichtig aan) dit project te maken. Bijvoorbeeld in de locatie Toevalsmuziek (met onder andere een duet van een kerkklok en een vogel) kun je door op een plusje te klikken zelf een kort filmpje inzenden. Doordat het festival voornamelijk bestaat uit korte videoclips die vaak met telefooncamera’s zijn gefilmd, blijft de lat voor inzenden in theorie prettig laag.

En terwijl het Dan maar zomerfestival zich alsmaar uitbreidt, vindt dit jaar van 15 tot en met 19 juni het verkorte, virtuele Oerol plaats. Met interactieve (live) voorstellingen, doorlopende projecten en doe-opdrachten (‘omdat we al genoeg achter het scherm zitten’). Het precieze programma is nog niet bekend, maar onder andere werk van Laura van Dolron, Michiel Voet, Emke Idema, Kompagnie Kistemaker en MEZRAB zal tijdens deze speciale Oerolvariant te zien zijn.

Rederij Doeksen biedt een gratis veerdienst tussen het ene en het andere virtuele eiland aan, veronderstel ik.


Dan maar zomerfestival van De Veenfabriek, 5 mei t/m 30 september.
Oerol, Het Imaginaire Eiland, 15 t/m 19 juni.
Beeld: Herman van Bostelen met daarin het virtuele festivaleiland van de Veenfabriek.